Kunst op Zondag | Hoe gaat zoiets
Sargasso’s kunstgalerie geeft ruimte aan kunstbloggers. Elke tweede zondag van de maand verbinden M&M een door Maria Willems gemaakte foto aan een gedicht van Michiel van Hunenstijn.
Mooi weer, dus met de fiets over de hei naar het Kröller-Müller Museum,
lekker de kunst bekijken en notitieboekje mee voor een gedicht.
Het zou mooi zijn als het niet een dag zou worden van alleen maar
consumeren, maar dat ik zelf ook wat kon bijdragen, een gedicht dus.
Zou toch een makkie moeten zijn. Neem alleen al die schilderijen
van Van Gogh: Uitgebloeide zonnebloemen, Treurende man,
bloeiende perzikboomgaard, de Aardappeleters, Sien met sigaar,
Brug te Arles, La Berceuse, de weg met cypres en ster, korenveld
met maaier en zon, portret van Joseph Roulin, Luitenant Milliet,
dokter Gachet, portret van Patience Escalier en natuurlijk Madame
Ginoux, L’Arlesienne. En als dat nog niet voldoende was, dan was
er natuurlijk altijd nog Mondriaan en wat los strooigoed als een Picasso,
Charley Toorop en dan naar buiten voor Henry Moore. Het kan niet op.
Maar hoe gaat zoiets. Je loopt daar langs die meesterwerken
met je pen en je papier maar dat blijft toch schrikbarend wit.
Het museum sluit. En weer terug met de fiets naar huis.
Je passeert de recreatieplas. De strandgasten zijn bijna
allemaal al verdwenen. Er zit nog een clubje tienermeiden
met mobieltjes, flesjes en hun haar in de weer. Met verderop
maar eigenlijk net iets te dichtbij, een man alleen,
van middelbare leeftijd, liggend op zijn handdoek
Te bleek, te zwaar, zijn blik op dat clubje meiden gericht.
En je weet, die man en zijn blik, (je netvlies doet zijn werk goed)
en die meiden, worden dan het gedicht van vandaag.