COLUMN - Narrow banking is weer helemaal hip. De meest recente oproep komt van hoogleraar John Cochrane, die het Chicago Plan uit de jaren dertig nieuw leven in blaast. Volgens dit plan mogen er nog maar twee typen banken bestaan, volledig veilige banken die alleen in kortlopende staatsobligaties investeren, en onveilige banken die mogen investeren zoals ze maar willen. Alleen veilige banken mogen deposito’s uitgeven, terwijl onveilige banken zich geheel met aandelen financieren. The Economist is kritisch op het plan omdat het financiële stelsel er niet veiliger van zou worden, waarop Cochrane het weekblad hard aanpakte op zijn blog. Maar wie heeft er nu gelijk, Cochrane of the Economist?
De ratio achter narrow banking is dat het financiële systeem veiliger wordt voor bank runs, omdat de veilige banken op elk moment alle deposito’s kunnen uitkeren. In het huidige systeem is dat niet het geval: Deposito’s kunnen op elk moment opgevraagd worden, terwijl de investeringen van banken een langere looptijd hebben. Als depositohouders meer geld van de bank halen dan de bank in kas heeft, moet de bank het zijn langlopende investeringen liquideren tegen een lage prijs. Dit effect versterkt zichzelf: hoe meer depositohouders hun geld opvragen, hoe groter prikkel voor andere depositohouders om ook hun geld van de bank te halen voordat de bank failliet is. Bij narrow banking kan dit niet gebeuren omdat een veilige bank alleen in kortlopende staatsobligaties investeert, en zo altijd de depositohouders kan uitbetalen.
Het is echter de vraag of de financiële sector ook echt veiliger wordt met narrow banking. Onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat gemeenschappelijke fondsen (die geheel met aandelen zijn gefinancierd) ook gevoelig zijn voor runs: zodra één belegger zijn aandeel in het fonds intrekt, blijkt dat anderen dit ook doen, wat voor een sterke daling van de waarde van het fonds zorgt. Op zich geen probleem: beleggers in het fonds verliezen misschien geld, maar omdat het om aandelenkapitaal gaat kan het gemeenschappelijke fonds niet failliet. Voor banken werkt dit anders, omdat overheden mogelijk bezorgd zijn over de waarde van het spaargeld. Wanneer mensen door een run ineens hun spaargeld verliezen, kan een overheid geneigd zijn om de onveilige bank te redden, wat het hele idee van een onveilige bank teniet doet.