Machtige Spaanse fascisten
Onderzoeksrechter Gárzon is geschorst. Gárzon werd wereldberoemd door het aanklagen van internationale politici zoals de Chileense oud-dictator Pinochet. Voor zijn werk ontvangt hij vandaag in Frankrijk een belangrijke prijs voor ‘Vrijheid en Democratie’. De schorsing van Gárzon is te wijten aan een onderzoek dat hij wilde uitvoeren naar 113.000 ‘verdwenen’ personen tijden de Spaanse Burgeroorlog. Door een amnestiewet uit 1977 had Gárzon volgens de aanklagers nooit een onderzoek naar die misdaden mogen beginnen. Volgens Gárzon zijn de verdwijningen misdaden tegen de menselijkheid en vallen die misdaden onder geen enkele amnestiewet.
Wie beschuldigde Gárzon eigenlijk? De beschuldiging kwam van het adres van de ultraconservatieve organisatie Manos Limpias (Schone Handen) en de fascistische Falange. Hoe kregen deze kleine organisaties de schorsing van de superrechter voor elkaar? Het antwoord ligt in het onverwerkte Spaanse verleden: de historische, innige band tussen conservatieven en fascisten. De oorsprong van die band gaat terug tot de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939). De antidemocratische en oerconservatieve Franco maakte gretig gebruik van externe en interne fascistische steun. Dankzij de fascistische steun (en de intern verdeelde tegenstanders) kon hij de Spaanse Burgeroorlog winnen en tot aan zijn dood in 1975 als dictator aan de macht blijven.
Tijden zijn veranderd, maar de schimmige banden tussen conservatieven en fascisten in Spanje zijn gebleven. Nadat Gárzon een groot corruptieschandaal had blootgelegd tussen de conservatieve oppositiepartij PP en een Spaanse zakenman (Trama Gürtel) begonnen de problemen voor Gárzon. Het legt de achilleshiel bloot van de Spaanse democratie: de onbestrafte misdaden uit het Franco tijdperk. Gárzon is een onafhankelijke rechter die in het verleden misstanden van zowel ‘links’ als ‘rechts’ aan de kaak heeft gesteld. In een land waar fascisten hun voormalig leider in een mausoleum kunnen eren, schorst men een rechter omdat hij zijn werk doet.