Varend ontgassen en internationaal vs nationaal recht

Eerder deze week publiceerde Sargasso over het rapport van 'Floating Degassing in the Netherlands: Rights and Obligations under International Law'. De eerdere publicatie was vooral op basis van berichtgeving bij Omroep Flevoland en NRC. Inmiddels hebben we het rapport zelf doorgelezen, een presentatie over het rapport door de onderzoekers bijgewoond en de reactie van de minister gelezen. Tijd dus voor wat meer inhoudelijke duiding. Te beginnen bij het rapport van de Erasmus Universiteit. Kleine spoiler: de onderzoekers van de Erasmus Universiteit hebben nog niet gereageerd op de brief van Minister Harbers. Ontstaansgeschiedenis van rapport Het rapport is het gevolg van een vraag van Omroep Flevoland aan de Erasmus Universiteit. Een vraag die deels voort is gekomen uit overleg van ondergetekende met Omroep Flevoland over het ontbreken van de onderbouwing van het internationale verbod op een nationaal verbod op varend ontgassen. NRC heeft zich later aangesloten bij Omroep Flevoland. Sargasso is daarbij helaas buiten de boot gevallen, als vrijwilligersclub hebben we nou eenmaal niet het geld en de capaciteit om volop mee te draaien in een dergelijk onderzoekstraject. Niks mis mee, Omroep Flevoland en NRC hebben belangrijke informatie boven tafel gekregen. Die informatie verder gaat dan enkel het rapport. Bijvoorbeeld dat binnenvaarttankers nog steeds ontgassen in Natura2000 gebied (De Biesbosch) in provincies met een provinciaal ontgasverbod. Dat schippers en hun bemanning last hebben van gezondheidsklachten tijdens het varend ontgassen en dat de Inspectie Leefomgeving & Transport de rol van de Arbeidsinspectie vervuld bij binnenvaarttankers. Een taak die volgens de Inspectie niet bovenaan hun prioriteitenlijst staat en waar je je van kunt afvragen of het bij hun kerntaken hoort. Vraag aan de politiek: hebben schippers en hun bemanning niet gewoon recht op een veilige, gezonde werkomgeving en een fatsoenlijke inspectie met verstand van arbeidsomstandigheden die daar op toe ziet? Het gaat om zeer zorgwekkende stoffen, stoffen waar in elke sector strikte voorwaarden voor blootstelling tijdens werk gelden. Voor benzeen is de maximale blootstelling 0,2 ppm of 8 mg/m3 gedurende 8 uur. Ik betwijfel of die concentratie gehaald wordt op binnenvaarttankers tijdens het varend ontgassen van benzeen... Rapport Floating Degassing in the Netherlands: Rights and Obligations under International Law' Dan het rapport. Een degelijk werk, waarbij de onderzoekers gekeken hebben naar de volgende internationale verdragen: ADN (vervoer gevaarlijke stoffen over binnenwateren), CDNI (scheepsafvalstoffenverdrag), de CDNI aanpassingen uit 2017 en het verdrag van Mannheim uit 1868 (revisie in 1963). In hun presentatie gaven de onderzoekers een opsomming van relevante artikelen uit de verschillende verdragen. ADN Article 6 Sovereign right of StatesEach Contracting Party shall retain the right to regulate or prohibit the entry of dangerous goods into its territory for reasons other than safety during carriage. Article 9 Applicability of other regulationsThe transport operations to which this Agreement applies shall remain subject to local, regional or international regulations applicable in general to the carriage of goods by inland waterways. 7.2.3.7 Gas-freeing of empty cargo tanksGas-freeing of empty or unloaded cargo tanks is permitted under the conditions below but only if it is not prohibited on the basis of international or domestic legal requirments. CDNI aanpassing uit 2017: Inwerkingtreding op de eerste dag van de zesde maand na ratificatie door alle deelnemende partijen; Article 3Prohibition of dumping, discharging and release(1) Dumping, discharging or permitting the outflow of waste generated on board, or any part of the cargo from vessels into the waterways, or releasing vapours into the atmosphere on the waterways referred to in Annex 1 shall be prohibited. De onderzoekers trekken op basis van deze twee verdragen de conclusie dat bestaande verdragen geen juridisch obstakel vormen voor het unilateraal instellen van een nationaal ontgasverbod door Nederland. De verdragen erkennen het soevereine recht van lidstaten om ontgassen te reguleren en bevatten in elk geval geen regels om een dergelijke maatregel te voorkomen. Artikel 7.2.3.7 van het ADN geeft dus expliciet aan dat ontgassen (gas-freeing of empty cargo tanks) alleen mag als het niet is onderworpen aan internationale, nationale of lokale regels. De onderzoekers onderschrijven de uitleg die Ton Quist, de rechter en ik daaraan geven: een ontgasverbod mag. Een ontgasverbod doet geen afbreuk aan het vrije scheepvaartverkeer. Het argument dat het Nederland vanuit internationaal recht verboden wordt om een nationaal ontgasverbod in te stellen vinden ze dan ook niet overtuigend. Wat aansluit bij wat het Ministerie eerder schreef in reactie op burgervragen: De wijziging van de regeling is (mogelijk) een nationale kop op de Europese Richtlijn. (...) De actie van Duitsland werd dus niet als illegaal gezien, zoals u het stelt. Mensenrechten en ontgassen Een andere interessante invalshoek van de onderzoekers is het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (ECHR). Dit verdrag geeft verplichtingen voor de staat. De onderzoekers halen met name Artikel 2 (het recht op leven) "Het recht van een ieder op leven wordt beschermd door de wet (...)" en Artikel 8 (Recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven) "Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven" aan. Op basis van jurispredentie betekenen deze twee artikelen dat de overheid een rol heeft om haar inwoners te beschermen tegen milieuschade. Ze zijn ook gebruikt in de Urgenda Klimaatzaak. Volgens de onderzoekers is die zaak relevant, omdat de zaak liet zien dat de rechtbank bevoegd is in te grijpen op basis van het ECHR als er schade wordt berokkend aan inwoners van Nederland. Ook als deze schade in toekomst ligt. Verder kan de rechter besluiten om feiten die niet ter discussie staan tussen partijen voor waar aan te nemen. Dat varend ontgassen schadelijk is wordt erkend door opeenvolgende bewindspersonen. In 2021 werd zelfs in een Kamerbrief geschreven dat onderzoek naar de schadelijke effecten niet nodig is, omdat al duidelijk is dat varend ontgassen schadelijk is voor mens en milieu. Reactie Minister De reactie van Minister Harbers stelt, zoals vaker in dit dossier, teleur. Niet zo zeer omdat hij niet inzet op een nationaal verbod op varend ontgassen, maar omdat er wederom om inhoudelijke beantwoording heen gedraaid wordt. Maar laten we beginnen bij het goede nieuws. De minister erkent dat provinciale ontgasverboden door de rechterlijke uitspraken ook geldig zijn op Rijkswateren. Handhaving daarvan legt hij bij de provincies, die daarbij ondersteunt kunnen worden door de Inspectie Leefomgeving en Transport. Wat opvalt is dat het Ministerie voor het eerst in jaren een onderbouwing geeft van het internationale verbod op een nationaal verbod in de vorm van artikel 18 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht. Zonder enige verdere inhoudelijke onderbouwing stelt de minister dat het verdrag van Wenen prevaleert boven de verdragstekst uit het ADN. Terwijl het ADN staten het soevereine recht geeft om regels te stellen aan het ontgassen van ladingtanks. Niet op basis van veiligheid, want dat is geregeld in het ADN, maar wel op basis van milieu of volksgezondheid. Sargasso heeft de Erasmus School of Law om een reactie op de brief van minister Harbers gevraagd, maar deze nog niet ontvangen. Een manco is dat de minister de stelling betrekt dat de rekening bij een nationaal verbod bij de schipper komt te liggen. Hij doet dat zonder enige onderbouwing van het hoe en waarom deze rekening niet bij de verlader kan komen te liggen als het ontgasverbod landelijk wordt ingevoerd. De Minister geeft ook aan dat varend ontgassen niet vergelijkbaar is met de Urgenda Klimaatzaak, omdat de Staat haar verantwoordelijkheid heeft genomen door in te zetten op een internationaal verbod op varend ontgassen. Alsof het ondertekenen van het internationale klimaatverdrag zou betekenen dat Nederland geen eigenstandige verplichtingen en verantwoordelijkheden heeft. Daar vond de rechter in de klimaatzaak van Urgenda wat van en dat wijkt af van de stellingname van de Minister. De Minister bestrijd ook dat er in België een ontgasverbod geldt. Dit geldt volgens hem enkel voor de Antwerpse haven. Wie de Belgische gegevens nazoekt komt uit bij het Politiereglement voor de Beneden-Zeeschelde (pdf). Ruwweg het gebied vanaf de Antwerpse haven tot aan de Belgisch-Nederlandse grens. Artikel 32 verklaard het ontgsverbod voor zeeschepen ook van toepassing op binnenvaarttankers. En de Schelde is uiteraard het enige echt relevante vaarwater in Belgi. Dat verklaart waarom Zeeland (en dus ook de Biesbosch) nog steeds te maken hebben met Belgisch ontgastoerisme, terwijl de minister formeel niet jokt. Dat noemen ze in Den Haag hogere politiek... Tot slot beroept de minister zich weer op het bekende refrein dat er onvoldoende capaciteit aan ontgassingsinstallaties is. De minister stelt: Het is aan de provincies, als vergunningverlenend bevoegd gezag, om prioriteit te geven aan het aanleggen van ontgassingsinstallaties waarmee kan worden voldaan aan de verdragseis dat een voldoende dekkend netwerk van ontgassingsinstallaties aanwezig moet zijn. (...) Deze installaties moeten voldoen aan de geldende wet- en regelgeving wat betreft de aard van de dampen die worden opgevangen en de mogelijke emissie eisen Daarover gaat de minister in gesprek met provincies, brancheorganisaties etc. Het is zacht gezegd teleurstellend, maar eigenlijk ronduit beschamend, dat die gesprekken 5 jaar nadat het Ministerie aankondigde dat er vanaf 2020 een landelijk ontgasverbod van kracht zou worden nog steeds niet afgerond zijn. Zoals het ook beschamend is dat de minister blijft volhouden dat ontgassingsinstallaties aan de landelijke normen moeten voldoen en hij er dus willens en wetens voor kiest om 100% van de zeer zorgwekkende stoffen de lucht in te laten gaan in plaats van 80% op te vangen. De Minister had de afgelopen jaren prima kunnen gebruiken om via een algemene maatregel van bestuur tijdelijk lagere uitstootnormen vast te leggen. Dan hadden provincies tijdelijke vergunningen kunnen verlenen (bv met een looptijd van 5 jaar) aan ontgassingsinstallaties. Op die manier hadden de afgelopen vijf jaar gebruikt kunnen worden voor het in de praktijk testen van de verschillende technische oplossingen voor varend ontgassen. Waarna de installaties die aan de normen van het Activiteitenbesluit weten te voldoen een permanente vergunning kunnen krijgen en kunnen de anderen van de markt verdwijnen. Met de goed functionerende technische oplossingen kan vervolgens de landelijk dekkende infrastructuur opgebouwd worden. Het meten van de emissies uit deze installaties kan op dezelfde wijze als gebeurd bij de reguliere overslag van vluchtige organische stoffen. Of zou de minister dan met schaamrood op de kaken in de Tweede Kamer moeten uitleggen dat de uitstoot bij op- en overslag van vluchtige organische stoffen anno 2023 nog steeds gebeurd op basis van schattingen of berekeningen in plaats van op basis van metingen? Slotsom Al met al lijkt er nog steeds geen beweging in dit dossier te zitten. De financiële belangen voor verladers zijn dan ook groot. Met een geschatte kostenpost per verantwoorde ontgassing van 10 tot 40.000 Euro en zo'n 15 schepen die varend ontgassen per dag gaat het om een kostenpost van zo'n 55 tot 220 miljoen Euro per jaar. Een kostenpost enkel voor Nederland en die nog los staat van de kosten als ook de kust- en zeetankers een keer aangepakt gaan worden voordat ze buitengaats ontgassen... Voor omwonenden lijken er twee oplossingen mogelijk: inzetten op vergunningverlening aan installaties voor verantwoord ontgassen en op handhaving van de provinciale ontgasverboden, ook op rijkswateren. Waarmee een bijna nationaal dekkend ontgasverbod in werking zou treden (Noord-Brabant, Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Flevoland, Gelderland en Utrecht hebben een verbod). Of naar de rechter stappen om een nationaal ontgasverbod af te dwingen met een beroep op het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. In beide gevallen gaat er nog jarenlang een verschil zitten in de juridische werkelijkheid (verboden) en de praktijk (uitstoten in de buitenlucht) of op andere (mogelijk niet geheel legale) wijze zich ontdoen van de afgevangen vluchtige organische stoffen. De afval, olie, gas en vluchtige organische stoffen blijven namelijk sectoren waar niet alle bedrijven het even nauw nemen met de regels.

Door: Foto: Inland tanker Vlissingen. Foto BoH, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De spanningen tussen directe democratie en mensenrechten

COLUMN - Op 12 augustus jl. diende de Schweizer VolksPartei (SVP) een volksinitiatief in met de titel ‘Landesrecht vor Völkerrecht’. Met dit initiatief wil de SVP in de grondwet vastleggen dat het Zwitserse recht boven het internationale recht gaat. Volgens de SVP is dit nodig, omdat het internationale recht in toenemende mate de soevereiniteit van het Zwitserse volk uitholt. Het Zwitserse volk bepaalt zelf, ‘geen vreemde rechters’, is dan ook de slogan.

Al sinds de aankondiging van dit volksinitiatief in 2014 is er heftige tegenstand. Het belangrijkste argument is dat de SVP met dit initiatief de rechtsstaat en de mensenrechten aanvalt. Volgens de 75 organisaties die zich tegen dit initiatief verweren, probeert de SVP zo het lidmaatschap van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens via de achterdeur op te zeggen. Operation Libero waarschuwt bovendien dat Zwitserland na aanname van dit initiatief internationaal geen betrouwbare partner meer is: als je een koopcontract sluit, kun je ook niet eenzijdig de voorwaarden bepalen, aldus de argumentatie.

Het Zwitserse politieke systeem, waarin het volk de hoogste macht is, leidt steeds weer tot spanningen bij internationale samenwerking. Het duurt lang voordat de Zwitsers toetreden tot internationale organisaties, als zij dit al doen. Zo werd Zwitserland pas in 2002 lid van de Verenigde Naties, en is het geen lid van de Europese Unie. Zwitserland heeft het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens pas in 1974 geratificeerd, als laatste lidstaat van de Raad van Europa.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.