Afrikaanse roots maken jongeren niet ‘minder Nederlands’

Je ziet het op social media, in het uitgaansleven, op festivals, in mode en lifestyle: Afrikaans is cool. Dat was lange tijd bepaald niet het geval: als Nederlandse jongere legde je liever niet te veel nadruk op je Afrikaanse afkomst. Maar de laatste jaren raken jonge mensen van Surinaamse, Antilliaanse, Ghanese, Somalische en andere Afrikaanse achtergronden steeds meer geïnteresseerd in hun Afrikaanse roots en willen die ook laten zien, bijvoorbeeld met kleding in kleurrijke prints en afrobeats muziek. Kinderen van Chinese en Koreaanse ouders vinden op Asian parties aansluiting bij een pan-etnische Aziatische identiteit (Kartosen, 2016). En ben je trots op je Indonesische erfgoed, dan is dit I.N.D.O. T-shirt – ‘In Nederland Door Omstandigheden’ – voor jou. Zijn dit oppervlakkige modetrends of is er meer aan de hand?

Foto: fortheloveofcc (cc)

Overheid, stop met stigmatiserende rapporten over criminaliteit en etnische herkomst

Stichting Ocan (belangenvereniging voor Caribische Nederlanders), Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN) en het Inspraakorgaan Turken in Nederland (IOT) roepen de overheid op hun communicatie over criminaliteit en etnische herkomst aan te passen.

De drie belangenverenigingen doen deze oproep omdat zij zien dat al sinds de jaren negentig op een onvolledige en stigmatiserende wijze wordt gerapporteerd over verschillen in criminaliteitscijfers tussen groepen. Onder andere het CBS, het SCP en het WODC publiceren met regelmaat rapporten waarin criminaliteitscijfers worden uitgesplitst naar een selectie van herkomstlanden (waaronder meestal de ‘klassieke’ migratielanden: Marokko, Turkije, Caribisch Nederland). Het gaat om jaarlijkse overzichtsrapporten zoals Criminaliteit en Rechtshandhaving maar ook om andere jaarlijkse publicaties zoals het Jaarrapport Integratie en De sociale Staat van Nederland.

John Leerdam, voorzitter van Stichting Ocan:

“Wat is daarvan de toegevoegde waarde? Dat blijft nog altijd vaag! Overheidsonderzoek over criminaliteit gaat over het blootleggen van achterliggende factoren, zoals economische positie, opleidingsniveau of opvoeding. Dan zijn die uitsplitsingen naar herkomst niet nodig. Het kan bijna niet anders dan dat dit soort communicatie schadelijk is geweest voor Caribische-Nederlanders, bijvoorbeeld voor de positie op de arbeidsmarkt. Het is daarom tijd om ons hierover uit te spreken in een samenleving die inclusie voorstaat. Vooral met het oog op gelijke kansen voor onze opgroeiende jeugd vinden wij dat herkomst er niet telkens moet worden bijgehaald als wordt gepraat over criminaliteit.” (bron: persbericht SMN, IOT en OCAN)

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Etniciteit niet relevant voor jeugdcriminaliteit

Trouw:

Een aanpak van jeugdcriminaliteit puur gericht op een bepaalde etnische groep, bijvoorbeeld op Marokkanen of Antillianen, heeft geen enkele zin. Etniciteit speelt namelijk een veel kleinere rol dan wordt gedacht in de ontwikkeling richting criminaliteit. De vriendengroep en de buurt zijn veel belangrijker, blijkt uit […] onderzoek […]

Van huis uit zijn autochtone jongeren soms iets minder crimineel dan hun Marokkaanse of Antilliaanse leeftijdsgenoten, blijkt uit politiegegevens van twaalf- en veertienjarigen. Bij achttienjarigen zijn ze soms even crimineel en tussen de veertien en achttien jaar soms zelfs crimineler, zo blijkt uit het onderzoek. “Omdat deze verschillen klein en variabel zijn, voegt kennis over de herkomst van de jongeren nauwelijks iets toe aan een voorspelling van hun criminele gedrag”, zegt Driessen.

Er zijn volgens het onderzoek wel aanzienlijke verschillen tussen de etnische groepen wat betreft hun normen en waarden. “Jongeren van niet-westerse afkomst zijn meer georiënteerd op religie, maken meer onderscheid tussen mannen en vrouwen en zijn minder individualistisch ingesteld”, zegt de onderzoeker. “Maar juist deze normen en waarden doen voor crimineel gedrag helemaal niet ter zake. […]

Niet wat een jongere denkt, is belangrijk voor de ontwikkeling van crimineel gedrag, maar met wie hij of zij optrekt, is uit het onderzoek op te maken.

Foto: Bas Bogers (cc)

‘Autochtoon’ en ‘allochtoon’: afschaffen, hernoemen of herdefiniëren?

De Tweede Kamer heeft de regering gevraagd de termen allochtoon en autochtoon te herzien. Sociologen Arjen Leerkes en Jaco Dagevos van de Erasmus Universiteit Rotterdam leggen op de website Sociale Vraagstukken drie keuzes voor: afschaffen, hernoemen of herdefiniëren? In een poll kun je behalve stemmen ook alternatieven aandragen.

De Tweede Kamer nam op 17 maart 2016 een motie aan waarin de regering wordt verzocht ‘om de beleidstermen westerse en niet-westerse allochtoon en autochtoon te herzien’. De motie vloeit voort uit een al langer lopend debat over de voor- en nadelen van hoe de Nederlandse overheid de etnische herkomst meet, en over de terminologie waarmee herkomstgroepen worden aangeduid. Vooral de term ‘allochtoon’ wordt in toenemende mate als stigmatiserend ervaren.

Wij zien drie opties om de terminologie te herzien: ‘afschaffen’, ‘hernoemen’ en ‘herdefiniëren’. Maar eerst, wat vinden allochtonen er zelf van? Daarvoor kijken we naar nog niet eerder gepubliceerde cijfers.

Zien allochtonen zichzelf als ‘allochtoon’?

In de SCP-onderzoeken Survey Integratie Minderheden 2011 en Survey Integratie Nieuwe Groepen 2009 is aan mensen die volgens de huidige definities tot de allochtonen worden gerekend gevraagd of zij zichzelf ook zien als ‘allochtoon’. Het betreft negen ‘niet-westerse’ herkomstgroepen, en één ‘westerse’ herkomstgroep (Polen). Zie onderstaande tabel (klik voor groter beeld).

Foto: Gerard Bierens (cc)

In etnisch gemengde klassen wordt vaker gepest

ACHTERGROND - Pesten op school is van alle tijden. Uit onderzoek blijkt dat in een klas met meerdere etniciteiten weliswaar meer gepest wordt, maar dat etnische motieven daarbij geen rol spelen. Toch zou het zinvol zijn voor leerkrachten om oog te ontwikkelen voor de sociale relaties in de klas.

Onderzoekers als Lex Herweijer hebben aangetoond dat de etnische samenstelling van de klas nauwelijks gevolgen heeft voor de leerprestaties. Veel minder bekend is of de etnische samenstelling van de klas interetnische relaties beïnvloedt.

De idee is dat gemengde scholen bijdragen aan wederzijds begrip en aan de reductie van stereotypen waardoor vooroordelen en discriminatie – ook later in het leven – minder kans hebben. En het klopt dat de beeldvorming verbetert als er positieve relaties ontstaan in gemengde klassen. (zie Tobias Stark). Helaas blijven vriendschapsnetwerken op gemengde scholen voor een belangrijk deel gevormd langs etnische scheidslijnen (zie Anke Munniksma). Bovendien is interetnisch contact in de klas niet per se positief. Ook de mogelijkheden voor conflicten tussen etnische groepen nemen in gemengde klassen toe. Een duidelijk voorbeeld van negatief contact is pesten. Als er in gemengde klassen relatief vaak gepest wordt tussen etnische groepen, vormt dit een bedreiging voor de ontwikkeling van positieve interetnische relaties.

Rol van etniciteit bij pesten

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-09-2022

We zijn nu eenmaal niet allemaal Jan Modaal

Volgens Marcel Ham en Jelle van der Meer is een categorie als ‘Turk’ achterhaald. In beleid moeten we daarom niet meer onderscheiden naar etniciteit. Maar de etnische achtergrond doet er, net als leeftijd en sekse, op terreinen als gezondheid wel degelijk toe, denken Hanneke Felten en Ilhan Tekir.

De auteurs van De etnische bril hebben gelijk dat een categorie als ‘allochtoon’, ‘jongeren’ of ‘vrouwen’ inderdaad weinig specifiek is en nietszeggend. Ook hebben ze gelijk dat een categorie als ‘allochtoon’ behoorlijk stigmatiserend is. Maar tot onze verbazing vinden de auteurs vervolgens de categorie ‘Turks’ of ‘Marokkaans’ ook niet goed; dit terwijl velen die identiteiten juist wel met trots dragen. Een groot deel van de Nederlanders met een Turkse achtergrond ervaart hun Turkse achtergrond als een essentieel onderdeel van hun identiteit en dit bepaalt mede hoe zij omgaan met relaties, gezinsleven, gezondheid, werk en andere belangrijke levenszaken.

Uiteraard spelen tegelijkertijd andere identiteiten mee zoals sekse, opleidingsniveau, religie, handicap, seksuele voorkeur. Maar wanneer er nieuw beleid of een nieuw project ontwikkeld wordt, wordt vaak geen rekening gehouden met deze verschillen tussen mensen. Er wordt ingestoken op de grootste groep burgers: ‘de gemiddelde burger’ ofwel ‘Jan modaal’. Dat betekent dat voor mensen uit minderheidsgroepen dit beleid niet toereikend is: het sluit niet (voldoende) aan.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

KSTn | Registratie etniciteit

Registratie van etniciteit in het kader van gezondheidszorg schijnt al te kunnen. Maar nu komen er een twee kamerstukken voorin de deur hiervoor wagenwijd open gezet wordt. Is dat wel verstandig?

In een brief van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) legt men uit dat het registreren van etniciteit in een patientendossier zowel ethisch alsmede wetenschappelijk alsmede rechtstatelijk mag en in gevallen wenselijk is. De minister neemt dat vrolijk over en ziet er ook nog eens een bevestiging in van een eerdere uitspraak in het voorjaar dat registratie van etniciteit allemaal prima geregeld is en dat er niets hoeft te veranderen. De overheid waakt immers goed over de gegevens.
Citaat uit brief:
Het advies doet mij concluderen dat de overheid op dit moment noch nieuw beleid, noch nieuwe regelgeving hoeft te formuleren in verband met het op het
terrein van de zorg kunnen verwerven en gebruiken van gegevens over etnische herkomst en daarmee verband houdende genetische aanleg voor ziekten of aandoeningen.


Het is dus wederom een gesloten discussie binnen een enkel domein met de veronderstelling dat opslag altijd veilig gemaakt kan worden die tot deze verdere verschuiving m.b.t. gebrek aan privacy leidt.
Als er nou iets de afgelopen maanden duidelijk is geworden, is het toch wel dat dat overheid zo lek als een mandje is.
Maar minstens net zo belangrijk is vergaande kortzichtigheid te denken dat als je iets alleen maar om gezondheidsredenen opslaat dit nergens anders ooit voor gebruikt (misbruikt) zal worden. Hoe naïef kan je zijn.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De onzin van het CBS

Westerse allochtonen?

Als je statistiek bedrijft, ontkom je niet aan grove generalisaties en vreemde paraplubegrippen – dat begrijpt op een enkel PVV-kamerlid na een kind. Maar wat het CBS doet met allochtonen, gaat alle begrip te boven.

Allochtonen – mensen van wie tenminste één ouder in het buitenland is geboren, aldus het CBS (wij zwaaien even naar het voltallige Koninklijk Huis) – worden onderverdeeld in westerse en niet-westerse allochtonen. Wat meteen opvalt, is dat mensen uit het grootste moslimland ter wereld, Indonesië, westerse allochtonen zijn. Want, zegt het CBS, het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren.

Maar mensen die in onze voormalige kolonie Suriname zijn geboren, zijn niet-westerse allochtonen en mensen die van de Antillen komen en dus rijksgenoten zijn, zijn eveneens niet-westers. Vanwaar die voorkeur voor Indonesiërs? Dat heeft te maken met hun sociaal-economische en sociaal-culturele positie. Plat gezegd: een centenkwestie, net als voor Japanners. Chinezen daarentegen, een ondernemend volk dat niet snel bij de Sociale Dienst aanklopt en al minstens zestig jaar de natie voedt met emmers nasi goreng, zijn weer niet-westers. Sambal bij?

Wat levert dat nu op, die onderverdeling in westerse en niet-westerse allochtonen? Een Chinese restauranthouder en een Marokkaanse imam: één pot nat. Een Poolse vrachtwagenchauffeur en een Japans directielid: één pot nat. Een Molukse ex-treinkaper en een Franse hoogleraar: één pot nat. Ik ben geen statisticus maar het lijkt me lastig zinvolle gegevens te extraheren uit dit soort indelingen. Het wordt me ook niet heel erg duidelijk waar ze voor dienen.