Retrospectief: virtuele vrijblijvendheid
“Ik dacht dat het begrip ‘nekschot’ inmiddels was geherdefinieerd?” reaguurde oud-blogger IJsqueen ooit in een lang vervlogen tijd toen iedereen in de Nederlandse blogosfeer elkaar kende en de oude media nog aan het nagenieten waren van de uitvinding van de drukpers. Achteraf kunnen we echter concluderen dat wij ons op dat moment op een breekpunt in de geschiedenis bevonden waarin de virtuele wereld de échte begon te raken. De nekschot-herdefiniërings-opmerking vond namelijk plaats in een periode dat de eerste discussies werden gevoerd over in hoeverre bloggers en reaguurders verantwoordelijkheid dragen voor hun uitingen online? Overigens waren het hoogst vermakelijke discussies waarin GeenStijl-redacteuren nog uitgebreid participeerden. De virtuele vrijblijvendheid ging ten onder aan haar eigen succes. Met zijn vijven opgesloten in een kamer elkaar nekschoten toewensen is prima, maar aan tafel van een nationale talkshow hele bevolkingsgroepen nekschoten toedienen is onwenselijk.
Het was de tijd dat GeenStijl nog een stuk kleiner was dan Sargasso en ze gretig inspeelde op relletjes als Sargasso de discussie omtrent online verantwoordelijkheid aanzwengelde. Inmiddels leven we in andere tijden: Geenstijl is iets groter dan Sargasso en van virtuele vrijblijvendheid is sinds de aanhouding van de (internet-)cartoonist Nekschot geen sprake meer. De overheid houdt tegenwoordig ook bloggers in de gaten en met name op de rechterflank van de blogosfeer begint men hem te knijpen.