Het kapitalisme is niet vanzelfsprekend

Wanneer het over de kapitalistische samenleving gaat, is deze zo vanzelfsprekend geworden, dat vrijwel iedereen helemaal in termen ervan spreekt en denkt. De gewoonste zaak van de wereld. Dat nauwelijks meer in termen van maatschappelijke alternatieven kan worden gedacht, is te bestempelen als een vorm van politieke vervreemding, wanneer tegelijkertijd de wereld zowel sociaal, klimatologisch als technologisch schreeuwt om visie en actie (Actief socialisme en vrijheid p.145) Jasper Schaaf (1950), filosoof en ex-raadslid voor de SP in Groningen, wil 'het vanzelfsprekende opheffen' . Inspiratie daarvoor haalt hij uit de geschriften van een reeks filosofen, van Aristoteles, Spinoza, Hegel, Marx, Engels en Gramsci tot en met meer eigentijdse denkers en schrijvers als Sivaraksa en Klein. De titel van zijn boek, Actief socialisme en vrijheid; pleidooi voor hechtere linkse samenwerking kan je op het verkeerde been zetten. Schaaf toont zich meer filosoof dan politicus. Zijn beschouwingen blijven, met een paar uitzonderingen, op een zeer algemeen niveau. Hij verwoordt bij herhaling belangrijke vragen over de organisatie van die broodnodige linkse samenwerking in navolging van de inmiddels zo'n 175 jaar oude leuze 'Proletariërs aller landen verenigt u'. Maar wie concrete, op de actualiteit toegespitste antwoorden verwacht waarmee partijen en bewegingen aan de slag kunnen zal teleurgesteld worden. Schaaf waarschuwt daar zelf ook al voor in het begin van zijn boek. Toch klinkt in zijn boek de hoop door dat de inzichten van klassieke marxisten op zichzelf ook nu nog voldoende inspiratie bieden voor een anti-kapitalistische politiek.

Foto: Pieter Bruegel the Elder - The Tower of Babel via Wikipedia

Het Engels trekt aan ons allemaal

ANALYSE - Het was fijn dat Bas Heijne zaterdag in de NRC pleitte voor een zakelijk debat over het hoger onderwijs. Helaas zag hij, net als veel andere deelnemers aan de discussie, daarbij één ding over het hoofd: dat de hang naar het Engels niet slechts een rare modegril is van ijdele bestuurders, of een teken dat de universiteit met de rug naar de samenleving staat. Het is minstens evenzeer een teken hoe de universiteit gevoelig is voor dezelfde zaken als wij allemaal.

Het Engels heeft op vrijwel alle Nederlanders een bijna onweerstaanbare aantrekkingskracht – dat geldt trouwens voor vrijwel iedereen in de westerse wereld. Het is zeker niet alleen een taal voor de elite. Er is bijvoorbeeld geen politicus die zo vaak in het Engels twittert als Geert Wilders (PVV), terwijl die zich er juist op laat voorstaan op te komen voor ‘het volk’. Geboren Nederlanders met een Engelse voornaam als Kevin of Ashley hebben bovengemiddeld vaak ouders met een lagere opleiding. Populaire tv-series hebben vaak Engelse namen, ook als ze bijvoorbeeld uit Scandinavië komen. Populaire thrillers en andere boeken zijn bovengemiddeld vaak vertaald uit het Engels: zelfs wie die taal niet vlot leest, wil kennelijk wel het liefst boeken lezen die erin geschreven zijn.  Zelfs het feit dat zowel Groot-Brittanië als de Verenigde Staten zich politiek recentelijk isoleren, lijkt geen verandering te brengen in die fascinatie.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Het Engels is geen lingua nullius

OPINIE - Het onderzoeksgebied van de Britse taalkundige Robert Philipson is de rol van het Engels in de internationale wereld, en hij steekt daarbij zijn mening niet onder stoelen of banken. Hij is ertegen dat het Engels die rol vervult. Zware woorden schuwt hij daarbij niet; zo gebruikt hij regelmatig de term linguicism, die hij dan gelijk stelt aan racism, sexism en classism: de discriminatie van mensen vanwege hun moedertaal.

Ook in zijn nieuwste artikel, Myths and realities of ‘global’ English (€; gratis manuscript hier), neemt hij geen blad voor de mond. Hij zet de zaken op scherp en dat maakt zijn betoog interessant. Volgens Philipson is het niet alleen een ‘mythe’ dat het Engels een neutrale taal voor internationaal gebruik zou zijn, maar is die mythe het product van decennia, zo niet eeuwen van doelbewust beleid van de Britse en Amerikaanse overheden. Hij haalt bijvoorbeeld Churchill aan, die in 1946 in Amerika zei:

But I do not see why we should not try to spread our common language even more widely throughout the globe and, without seeking selfish advantage over any, possess ourselves of this invaluable amenity and birthright. (…) Such plans offer far better prizes than taking away other people’s provinces or lands or grinding them down in exploitation. The empires of the future are the empires of the mind.

Foto: copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

De subtiliteiten van het zwarte Engels

RECENSIE - Het Nederlands dat in Nederlands Indië werd gesproken was geen verzameling taalfouten.  Men gebruikte weliswaar constructies en woorden die hier in Europa ongebruikelijk waren en zijn, en had een andere uitspraak van het Nederlands, maar fout was dat niet.

Jullie willen mij nu misschien best geloven, maar dat gold waarschijnlijk niet voor de meeste van jullie opa’s en oma’s. Toen die taal nog echt gesproken werd, werd erop neergekeken en werd erom gelachen. Hoe had je daar indertijd als taalkundige tegenin moeten gaan?

Zo’n variëteit van het Nederlands bestaat nu geloof ik niet meer. De zogenoemde straattaal is (nog) niet echt een coherente taalvorm, en bestaat vooral uit een verzameling woorden die bovendien de hele tijd van samenstelling verandert. Er ontstaat blijkens allerlei onderzoek wel een zogeheten etnisch Nederlands, maar dat verkeert nog in een vroege fase. Ik heb de indruk dat veel mensen het Surinaams Nederlands wel accepteren als een eigen vorm, naast het Belgisch en het Nederlands Nederlands, en niet als een soort kromtaal, hoewel ik niet uitsluit dat dit komt doordat ik als witman eenvoudigweg nooit met discriminatie van het Surinaams Nederlands wordt geconfronteerd.

Keurmerk voor taal

In Amerika ligt dat anders. Een zeer groot deel van de zwarte bevolking – zeker van dat deel van de bevolking dat afstamt van slaven – spreekt een eigen Engels. In zijn nieuwe boek Talking Back, Talking Black noemt de Amerikaanse taalkundige John McWhorter dat Black English. Ik zal dat hier vertalen met zwart Engels. Ondanks vijftig jaar van inspanningen door taalkundigen wordt er op dat zwarte Engels nog steeds neergekeken: men beschouwt het, met zijn dat in plaats van that, zijn aks in plaats van ask, zijn dubbele ontkenningen (she ain’t done nothin’) en zijn soms weggelaten werkwoord to be (she my sister) als een verzameling fouten tegen het Engels.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Kate Ter Haar (cc)

Liefde voor taal

COLUMN - Op onze middelbare school – ik begon op het gymnasium en switchte halverwege naar de havo – liepen veel stoffige leraren rond. Van de leraar klassieke talen kreeg ik bij onze tweede les een overhoring voor de klas van de eindeloze lijsten uit les één met wie wat had geschreven. Hij gaf een vette onvoldoende, uitsluitend omdat ik de klemtoon overal verkeerd legde, terwijl ik alles goed in mijn hoofd had gestampt. Hómerus, Illíad, Tacítus. De Duitse en Franse leraren waren tirannen bij wie leerlingen geregeld huilend de klas uitrenden na een mondelinge overhoring van hun ellenlange lijstjes werkwoordsvervoegingen en naamvallen.

De Nederlandse en Engelse lessen: dat was andere koek.

Een roedel rebelse jonge leraren had een pact gesloten en deed werkelijk alles anders. We kregen stencils met Cees Buddingh’s gedicht De Blauwbilgorgel uitgedeeld, met daarbij het vriendelijke verzoek het dier naar eigen inzicht te tekenen. We kregen opdracht lijsten te maken van bijvoeglijk voornaamwoorden en zelfstandig naamwoorden die niet bij elkaar pasten: weke machine, glazen jurk, lieve duivel, boze oorworm, slimme viskom, en in de volgende les volgde prompt de uitdaging voor elk van die kletterende paren een passende definitie te verzinnen.

Foto: Eric Andresen (cc)

Commercial English in the Wetenschapsagenda

COLUMN - Ik voorspel een grote toekomst aan de wetenschappelijke studie van de taalkeuze in Nederland. Gegeven het feit dat waarschijnlijk de meeste inwoners van ons land minstens tweetalig zijn, welke taal kiezen we dan in welke omstandigheden?

Er zijn nog veel domeinen waar dit nauwelijks een kwestie is. Ik geloof dat twee moedertaalsprekers van het Nederlands in het dagelijks leven als er niemand bij is nooit Engels zouden praten. Of je nu in een kroeg met je beste vriendin zit te praten, of op straat tegen iemand opbotst, of na het weekeind even met je collega gaat buurten – Engels praten voelt geloof ik ook voor de hipste jongeren nog steeds raar en aanstellerig in die omstandigheden. Je doorspekt je conversatie misschien met Engelse woorden. Maar de basistaal blijft Nederlands.

Burger

Maar er zijn inmiddels ook omstandigheden waar het minder duidelijk is. De wetenschap is er kennelijk zo een. Dat blijkt in ieder geval uit de wetenschapsagenda.
De laatste maanden beantwoord ik af en toe een vraag die iemand – een zogenoemde ‘burger’ – heeft ingestuurd voor die agenda. Voor zover ik kan zien, zijn die vragen zonder uitzondering in het Nederlands gesteld. Ook de website van de organisatie is trouwens helemaal in het Nederlands.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Eric Andresen (cc)

Steenkolenengels Louis van Gaal is literair hoogstandje

COLUMN - Louis van Gaal is hard op weg om de nieuwe Johan Cruyff te worden. Als taalgoochelaar dan. Als trainer en coach is hij Cruyff allang gepasseerd natuurlijk. Derde op het WK 2014 is niet niks. Cruyff is beroemd om zijn onnavolgbare analyses en uitdrukkingen als ‘ieder nadeel heb zijn voordeel’ of ‘je gaat het pas zien als je het door hebt.’ Ook in Spanje is het ‘en un momento dado’ inmiddels zo ingeburgerd dat iedereen weet wat ermee wordt bedoeld.

Vlak Van Gaal echter niet uit. Hij wist al de harten van menig Duitser te veroveren door te bekennen dat hij en Truus ‘immer Löffel an Löffel schlafen.’ Ook verrijkte hij de Duitse taal met zijn gevleugelde uitspraakDer Tod oder Die Gladiolen.’ Tegenwoordig hangen ook de Engelsen aan zijn lippen. Zeker nu het voetbal van de Manchester United aan de beterende hand is en de ploeg keurig derde staat in de Premier League.

After that we are looking at upstairs or downstairsdoceerde Louis na de 2-1 zege tegen Arsenal afgelopen weekend. Waarmee hij maar wilde zeggen dat de komende twee thuiswedstrijden bepalen of hij naar de top van de ranglijst kan kijken. Of dat hij met de trap naar beneden gaat. Eerder had hij het al over een ‘different cook’ en ‘another biscuit’ toen hij een wedstrijd tegen de koploper van de Premier League als andere koek bestempelde.

Foto: mrpolyonymous (cc)

Dode talen

COLUMN - Waarin de auteur voorstelt alle talen behalve het Engels af te schaffen.

Zullen we het Nederlands maar afschaffen? En het Frans, het Spaans, het Japans, het Javaans, het Chinees, het Afrikaans, noem maar op? Al die talen zijn maar ballast. Ze zijn eigenlijk nergens meer echt tot nut.

We slepen ze achter ons aan als de loden bal van gevangenen. We houden eraan vast omwille van traditie, om liefde voor oude teksten die anders verloren gaan, om weemoed, om luiheid en om geld.

We stappen over op het Engels. Dat gaat toch vanzelf gebeuren, we helpen de course of history alleen een handje. Gewoon omdat het pragmatisch is om te doen. Engels is immers een supertaal gebleken: in zijn eenvoudige vorm door elke wereldbewoner te leren, daarnaast een fenomenaal gereedschap in zaken, en ook nog zeer schoon op literair gebied. Je kan er geweldig mee schrijven, dichten en zingen. Het bevat werkelijk alle vocabulaire dat je nodig hebt, al beweren taalkundigen dat dat voor alle talen geldt.

Een taal is een beest. Het leeft. Het wil dingen. Het ademt, het eet, het scheidt uit, het groeit, het verpietert en het sterft. We ruimen een boel van die beesten, net als ten tijde van de mond- en klauwzeer epidemie. We pakken ze bij hun lurven, geven ze een dodelijke mep en gooien ze met een bulldozer in grote containers.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige Volgende