Denemarken laat scepsis tegen Europese defensie varen

En weer is Poetin er in geslaagd de Europese integratie op defensiegebied te versterken. Denemarken heeft per referendum de opt-out geschrapt voor het gezamenlijke defensiebeleid van de EU. Tweederde van de Denen vindt dat het land nu niet langer een voorbehoud kan maken voor Europese defensie-inspanningen. 'Als er weer oorlog is op ons continent, dan kun je niet neutraal zijn. Vanavond heeft Denemarken een heel, heel belangrijk signaal gestuurd naar Poetin en onze bondgenoten', zo verwoordde premier Mette Frederiksen (foto) woensdagavond de uitslag van de stemming. Het einde van de opt-out, die al 30 jaar van kracht is, betekent dat Denemarken kan deelnemen aan gezamenlijke militaire operaties van de EU en kan samenwerken om de militaire slagkracht binnen de EU te verbeteren. Denemarken is sinds 1973 lid van de Europese Unie. In 1992 verwierp de Deense bevolking in een referendum het Verdrag van Maastricht, waarin de lidstaten, onder andere door het besluit over een gemeenschappelijke munt, een grote stap zetten richting de Europese integratie. Denemarken ging alsnog akkoord in een nieuw referendum in 1993 nadat het land vier  uitzonderingen had bedongen. De belangrijkste betrof de verplichte invoering van de euro. In 2000 heeft de Deense regering al eens geprobeerd deze opt-out te laten vallen. Maar een meerderheid van de Denen hield toen vast aan de eigen munt. In reactie op de uitslag van het deze week gehouden referendum zei premier Frederiksen dat een nieuwe poging om de Denen tot de euro te bekeren niet is voorzien. Ze weet dat in haar land nog steeds een belangrijke eurosceptische groep bestaat en vermijdt daarom het risico van verlies in een referendum dat ten koste zal gaan van de steun voor haar regering. Een poging om de opt-out op het gebied van Justitie te verzachten om de deelname aan Europol niet in gevaar te brengen strandde in een referendum eind 2015. De vierde opt-out inzake Europees burgerschap was na een wijziging in het Verdrag van Amsterdam niet meer nodig. Aardgas en windenergie Ook Denemarken is deze week door Gazprom afgesloten van de levering van Russisch aardgas. Het Deense bedrijf Ørsted weigert in roebels te betalen, conform de afspraken met andere EU-lidstaten.  De Deense autoriteiten zien er geen probleem in. Het land is goed op weg naar een duurzame energievoorziening. Voor alle zekerheid wordt ook nog gewerkt aan de renovatie van de installaties in het Tyra-gasveld in de Noordzee. Daar haalt het land sinds 1984 zijn aardgas vandaan. De laatste jaren is Denemarken overgegaan op windenergie. Denemarken is kampioen windturbines en haalt meer dan de helft van z’n elektriciteit uit wind. Tot aan 2030 moet de windcapaciteit verviervoudigen, onder meer met de bouw van een kunstmatig energie-eiland in de Noordzee waar wind en groene waterstof samen gaan komen. Ook in de Oostzee bij het eiland Bornholm komt zo’n knooppunt. Het Russische gas zorgde tot nu toe voor 18% van de energie in Denemarken. Volgend jaar als het Tyra-gasveld weer in bedrijf is heeft het land geen gas meer nodig uit het buitenland. Volgens exploitant Total zal de CO2 uitstoot bij het werk op de nieuwe boorplatforms met 30% dalen en het affakkelen met 90%. Toch vindt gas- en energiedeskundige Trine Villumsen Berling van het Deense Instituut voor International Studies het pijnlijk voor een land dat zich zo graag voorstaat op z’n groene ambities dat de gaswinning weer wordt hervat. 'De productie verhogen past totaal niet in het verhaal dat Denemarken graag wil uitdragen', zei ze onlangs tegen het FD (€). Denemarken staat ondanks dat wel aan de top van de Environmental Performance Index. Op de Amerikaanse universiteiten van Yale en Columbia hebben onderzoekers landen vergeleken op een groot aantal parameters op de gebieden Vitaliteit van het ecosysteem, Gezondheid en Klimaatbeleid. Met name op het laatste gebied behaalt Denemarken al twee jaar de beste cijfers. Nederland staat in de EPI op de elfde plaats. Voor het klimaatbeleid komt ons land niet hoger dan plaats 32.

Foto: cermivelli (cc)

Grassroots of kunstgras: energievoorziening in de media

ANALYSE - Al dan niet geënsceneerde protesten in de media hebben veel invloed op de besluitvorming rond onze energievoorziening, constateert Jurgen Ganzevles.

Groepen mensen die zich druk maken over maatschappelijke kwesties worden ook wel grassrootsbewegingen genoemd. Kunstgrasgroeperingen zijn minder bekend. De Amerikaanse senator Lloyd Bentsen gebruikte het woord astroturfing voor het eerst, in 1985. Dit nieuw uitgevonden werkwoord verwijst naar een merk kunstgras. Het ging hem om het ensceneren van publiek protest, als tegenhanger van spontane betrokkenheid. Historische voorbeelden van kunstgrasbewegingen zijn aangewakkerde demonstraties uit de tijd van de Joegoslavische dictator Milošević en Amerikaanse pro-rokencampagnes, waarvan de banden met de tabaksindustrie zijn aangetoond.

Publieke meningsvorming begrijpen is een vak apart. In de energiewereld speelt het een rol in de discussies over windmolenparken, biomassa, kernenergie, CO2-opslag en schaliegaswinning. Het zijn ingewikkelde dossiers. Vragen over economie, technologie, duurzaamheid, veiligheid en de ruimtelijke inpassing lopen dwars door elkaar heen. Feit versmelt met fictie. Waarden en emoties zijn niet los te zien van belangen.

Op de rem

Het woud aan onzekerheden als het gaat om duurzame energievoorziening leidt tot een snelle opkomst van maatschappelijk protest. Partijen die niet overtuigd zijn, nemen het zekere voor het onzekere en trappen hard op de rem. Neem schaliegaswinning als voorbeeld. In 2010 wakkerde de documentaire Gasland de discussie over grootschalige schaliegaswinning in Amerika stevig aan. In 2011 bracht vooral de geplande proefboring in het Brabantse Boxtel het debat naar Nederland. Anno 2012 hebben niet minder dan 37 gemeentes te kennen gegeven dat zij substantiële bezwaren zien tegen winning van schaliegas in hun grondgebied.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.