Schaliegas verdeelt natie
COLUMN - De discussie over schaliegas wordt zwart-wit gevoerd: er is geen ruimte voor genuanceerde meningen.
De schaliegasdiscussie nadert de mate van polarisatie die we in de jaren ’80 rond kernenergie zagen: een zwaar emotioneel geladen debat, waarin meningen en feiten in een voor een buitenstaander niet meer te onderscheiden kluwen door elkaar lopen. De brede maatschappelijke discussie over energie, begin jaren ’80, liet zien dat er twee compleet uiteenlopende visies op kernenergie als onderdeel van de energiemix bestonden, die elk op zich consistent en rationeel waren. Die wereldbeelden kleuren de percepties en de weging van de feiten.
Voorstanders van kernenergie konden zich eenvoudigweg het verzet tegen hun schitterende technologie niet voorstellen, ze zagen de nadelen waarop de oppositie hamerde werkelijk niet. En omgekeerd konden de tegenstanders niet begrijpen dat hun evidente punten niet serieus werden genomen.
Met schaliegas is het nu van ’t zelfde laken een pak.
Voor het ene wereldbeeld is schaliegas de belofte van hernieuwde vooruitgang. De stagnerende economie moet weer groeien. Als deus ex machina dient zich ineens een enorme wereldvoorraad fossiele brandstoffen aan. Overvloed! Dus lage energieprijzen! Dus welvaart! O ja, er wordt af en toe gezeurd over klimaat, vermoedelijk flauwekul, maar goed mocht er toch iets aan de hand zijn, gas stoot toch veel minder CO2 uit dan kolen? Wat zeuren ze dan nog?