Schuld aan slavernij
RECENSIE - In zijn boek ‘Het kasteel van Elmina’ beschrijft Marcel van Engelen de lucratieve Nederlandse slavenhandel in West-Afrika. Hoe schuldig waren wij eigenlijk?
Het kasteel van Elmina van schrijver en journalist Marcel van Engelen vertelt een drievoudig verhaal. Het boek behandelt de geschiedenis van de West-Afrikaanse handelspost Elmina onder Nederlands bewind, de bezoeken die Van Engelen – in navolging van de vroegere Nederlandse handelaren – bracht aan het huidige Ghana en, tenslotte, de uiteenlopende manieren waarop de slavenhandel, de economische kurk waarop Elmina onder de Nederlanders dreef, wordt herinnerd in Nederland, Ghana en door de nabestaanden van de uit Afrika weggevoerde slaven.
In het verlengde van laatstgenoemde kwestie komt ook een schuldvraag om de hoek kijken: in hoeverre waren de activiteiten van Europese slavenhandelaren uitzonderlijk voor de tijd waarin deze plaatsvonden? Is er inderdaad, zoals sommige academici en activisten beweren, sprake geweest van een ‘Afrikaanse holocaust’, waarbij blanke Europeanen complete Afrikaanse samenlevingen wegvaagden in hun genadeloze jacht op financieel gewin?
Elmina
In 1482 bouwden de Portugezen het kasteel São Jorge da Mina (St. Joris van de Mijn) aan de West-Afrikaanse Goudkust. Dit fort werd in 1637 door de Nederlandse Westindische Compagnie op de Portugezen veroverd. Dankzij een onverzadigbare vraag naar arbeidskrachten voor de Nieuwe Wereld, raakte de traditionele West-Afrikaanse goudhandel in de loop van de zeventiende eeuw steeds verder ondergeschikt aan een bloeiende handel in Afrikaanse slaven.