De foute casting van Europa als eliteproject

Europa is geen eliteproject, vindt Godelieve van Heteren. Toen het Montesquieu Instituut me onlangs vroeg of ik iets wilde schrijven over de vraag of Europa een eliteproject is, heb ik sterk geaarzeld. Want eerlijk gezegd vind ik het een kansloze vraag.  Natuurlijk: ik snap wat er gewenst wordt. We zouden weer eens flink kunnen uithalen naar Brusselse technocraten die niet zouden snappen hoe de wereld draait. Of de kachel kunnen aanmaken met politici in Brussel die nog erger dan hun nationale soortgenoten slechts hun zakken zouden vullen. Maar ik heb me jaren verzet tegen dat reductionistische ‘Europa als Project’-jargon. Wanneer is dat toch begonnen? Dat Europa-ontwikkelingen werden gereduceerd tot een ‘project’? Of erger nog: werden ‘gecast’ als iets van louter ‘elites’? We zijn ergens in de afgelopen jaren met elkaar over Europa gaan praten als in een holle buis: elkaar als kip-zonder-kop gaan napraten in een taal die geen recht doet aan wat Europa is en een enorme verschraling aanbrengt in de beschrijvingen van wat zich allemaal afspeelt in dit deel van de wereld. Die projecttaal doet meer kwaad dan goed. Ze reduceert Europa tot Brusselse instituties. Ze is weinig vitaal, brengt geen aansprekende verhalen voort, laat staan mobiliserende visies om er met elkaar iets van te maken.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.