Naar een nieuwe klassenmaatschappij

Er dreigt een nieuwe sociale rangorde te ontstaan, gebaseerd op verschillen in opleidingsniveau. Zijn we op weg naar een nieuwe klassenmaatschappij, vraagt socioloog Gwen van Eijk (Universiteit Leiden) zich af. Opleiding als de nieuwe maatschappelijke scheidslijn is zichtbaar in gescheiden sociale netwerken, gesegregeerde leefwerelden en sterk gepolariseerde maatschappelijke en politieke opvattingen. Bijna 60 procent van de ondervraagden in een NIPO-onderzoek meent dat hoog- en laagopgeleiden steeds minder contact hebben met elkaar. Andere indicatoren suggereren echter dat het met die kloof wel meevalt: een minderheid van dezelfde ondervraagden zegt zich meer verbonden te voelen met mensen met hetzelfde opleidingsniveau, en het Nationaal Kiezersonderzoek laat juist zien dat sinds 1971 de opleidingskloof, gemeten als verschillen in politieke belangstelling, juist kleiner is geworden.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een kabinet voor lager opgeleiden

Wat betekent de Miljoenennota voor de verschillen tussen lager en hoger opgeleiden? Op vrijwel alle onderwerpen die voor hoger opgeleiden belangrijk zijn wordt zwaar tot zeer zwaar bezuinigd. Zo zorgt de opkomst van populistische partijen voor een correctie van de diplomademocratie. ‘Dit is bij uitstek een law-and-order kabinet’. Een analyse van politiek filosoof Mark Bovens en politicoloog Anchrit Wille.

Opleidingsverschillen zijn een bron van sociale verschillen. Loop een willekeurige straat in en je ziet ze. Hebben de huizen geveltuintjes, ja/nee-stickers op de brievenbus en staan er bakfietsen voor de deur, dan weet je dat er hoger opgeleiden wonen. Zijn de tuinen volledig betegeld, hangt er een bordje met ‘hier-waak-ik’ en hangen er rolluiken voor de ramen, dan wonen er vooral lager opgeleiden.

Opleidingverschillen leiden ook tot verschillen in politieke opvattingen. Dat speelt vooral bij sociaal-culturele issues, zoals immigratie, integratie, criminaliteit en Europese eenwording. Lager opgeleiden zijn nationalistischer en meer op law and order gericht dan hoger opgeleiden, ze willen paal en perk stellen aan immigratie, zijn vaker vóór monoculturalisme en voor strenger straffen, maken zich vooral zorgen over de leefbaarheid in hun buurt en zijn sceptisch over Europese eenwording. Hoger opgeleiden zijn vaker kosmopolitisch georiënteerd, voorstander van open grenzen en van ruime ontwikkelingshulp, en ze maken zich eerder zorgen over de natuur en de wereldwijde klimaatverandering.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Gevaar: een nieuwe klassenmaatschappij

Hoger en lager opgeleiden hebben steeds minder contact met elkaar. Volgens TNS NIPO vindt 86 procent van de Nederlanders die verwijdering problematisch. Hoogste tijd voor discussie over het gevaar van een nieuwe klassenmaatschappij, menen Dieneke de Ruiter, Lotte van Vliet en Jose Manshanden van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.

De afgelopen decennia is sociale stijging in Nederland vanzelfsprekend geworden. Dat gebeurde vooral via het onderwijs. Door het onderwijs breed toegankelijk te maken is sociale stijging mogelijk geworden voor velen, en sociale afkomst niet meer bepalend voor waar iemand maatschappelijk terecht komt. Mensen zijn sociale stijging ook als vanzelfsprekend gaan ervaren. Zij stellen zich er op in, en verwachten ook voor hun kinderen dat die vooruit komen in het leven. Er is een belofte van stijging ontstaan. En maatschappelijke posities worden niet meer bepaald door afkomst maar door opleiding.

Wij stellen twee kanttekeningen bij die open samenleving met sociale stijging. Ten eerste: hoewel sociale afkomst veel minder een rol speelt dan vroeger, is zij nog steeds van invloed op het bereikte opleidingsniveau. Het is bijvoorbeeld bekend dat voorlezen de ontwikkeling van jonge kinderen stimuleert en dat voorlezen vaker en op een betere manier gebeurt in gezinnen waarvan de ouders hoger opgeleid zijn. Ook is duidelijk dat hoger opgeleiden bijvoorbeeld vaker toegang tot kwalitatief goede scholen bemachtigen omdat zij hun kind eerder aanmelden. De invloed van afkomst wordt versterkt doordat ons onderwijs uitgaat van keuzes op jonge leeftijd waardoor kinderen met weinig hulpbronnen minder gelegenheid hebben om hun talent te ontplooien.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Er is wel degelijk een sociale kloof

Een bijdrage van Mark Bovens en Anchrit Wille, via Sociale Vraagstukken.

Om uitspraken te doen over politieke participatie heb je meer nodig dan alleen de gegevens van het Nationaal Kiezersonderzoek. Volgens Mark Bovens en Anchrit Wille is er wel degelijk sprake van een kloof tussen hoger en lager opgeleiden. Die kloof is ook zichtbaar op het vlak van de politieke betrokkenheid.

>Onderstaand artikel is een antwoord op een eerdere reactie van Hakhverdian, Van der Burg en De Vries. Volgens Hakhverdian cs is de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden juist kleiner geworden voor zover het politieke interesse betreft. Dit in tegenstelling tot wat Bovens en Wille eerder beweerden.

In het boek Diplomademocratie proberen we een aantal zaken te agenderen en te duiden: de dominantie van hoger opgeleiden in vrijwel elke politieke arena; een aantal spanningen tussen een professionele,  meritocratische invulling van politiek en democratie als lekenbestuur, zoals het risico van scheve politieke agenda’s en wantrouwen en cynisme bij lager opgeleiden; de opkomst van populistische partijen en van een nieuwe scheidslijn in het Nederlandse politieke landschap.

Wij zijn vooral geïnteresseerd in de consequenties van opleidingsverschillen in participatie in een reeks van politieke arena’s.Dat neemt niet weg dat een belangrijke empirische vraag is waar de door ons geschetste kloof tussen hoger en lager opgeleiden nu uit bestaat en of die is toegenomen of niet. Bij de beantwoording van die vraag is het verstandig om verschillende soorten opleidingskloven te onderscheiden en om de tijdbalk goed in de gaten te houden:

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.