Rechters moeten ons niet de wet voorschrijven

Onze democratische rechtsstaat juridiseert in toenemende mate. Rechterlijke interpretaties worden voor lief genomen en politici leunen graag op internationale verdragen. Parlementariërs moeten beseffen dat het hun taak is rechterlijke uitspraken te toetsen in plaats van deze volgzaam over te nemen, schrijft Patrick van Schie, directeur van de Telderstichting. Onze rechtsstaat is geleidelijk in de geschiedenis tot stand gekomen. Een van de belangrijkste aspecten ervan is dat de politieke macht niet alleen regeert via wetten maar ook zelf aan die wetten gebonden is. Niemand staat boven de wet, dus ook niet degenen die de wetten maken of uitvoeren. De rechtspraak is in handen van onafhankelijke rechters, die zich in hun beoordeling of een wet is overtreden niet door instructies van politici, of van wie ook, mogen laten leiden. De rechtsstaat moet dus de gecollectiviseerde macht binnen de perken houden.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Participatie anno 2011 is een wassen neus

De burger betrekken bij de maatschappij, hoe moet dat? In zijn lezing ‘De Burger als Bondgenoot’ gaat hoogleraar geschiedenis van Maatschappij, Media en Cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Henri Beunders in op deze vraag. Dit artikel is een ingekorte en bewerkte versie van de lezing. 

Het huidige bestel biedt burgers weinig mogelijkheden om betrokkenheid te tonen. Ze moeten meer betrokken worden bij de problemen van wijk, buurt, stad en land. Want dan zullen ze zich graag aanmelden als bondgenoot van de overheid. En kan de Nederlandse maatschappij weer een samenleving worden.

Nederland anno 2011 is een klassenmaatschappij. Er zijn steeds duidelijker wordende patronen van uitsortering van de Nederlandse bevolking naar opleiding, inkomen, partnerkeus en etniciteit. Elke groep trouwt onder elkaar en woont bij elkaar, in gescheiden buurten. We zijn niet meer verenigd. Zichtbaarder en funester dan de sociaal-culturele en geografische verdeeldheid is de politieke verdeeldheid in twee klassen. De bestuurskundigen Mark Bovens en Anchrit Wille hebben dit onlangs aangetoond in hun boek Diplomademocratie, over de spanning tussen meritocratie en democratie. De kern ervan luidt: de hoger opgeleiden hebben de lager en middelbaar opgeleide burgers verdreven uit bijna alle bestuurlijke posities; uit het parlement, maar ook – en dat is het meest funest – uit vrijwel het gehele maatschappelijke middenveld dat toch als het wonderlijm van een gezonde democratie wordt beschouwd. De lager opgeleiden nemen steeds minder deel aan de politiek en aan het verenigingsleven. Door hun geleidelijke uitsluiting in de afgelopen decennia hebben de lager opgeleiden een belangrijke bron van respect verloren. Ze vormen een onderklasse die er nauwelijks meer toe doet. Bovens en Wille vragen zich af  ‘of het toeval is dat de opkomst van de diplomademocratie is gevolgd door een opmars van populistische partijen?’ Nee dus.

Foto: copyright ok. Gecheckt 12-10-2022

Algemene Beschouwingen waren veel graden Thorbecke

De verstoring van Wilders daargelaten, zagen de Algemene Beschouwingen er vanuit het oogpunt van dualisme en democratie er lang niet zo slecht uit, betoogt GB, van Publiekrecht & Politiek.

De Algemene Beschouwingen van 2011 lenen zich voor veel reflectie. Hoe fatsoenlijk zijn onze volksvertegenwoordigers nu eigenlijk nog? En wat is er toch mis met die vaak geroemde ‘inhoud’ als het minste incident voldoende is het daar niet meer over te hebben? Die vragen zijn elders reeds gesteld en omstandig beantwoord. Hier steken we de staatsrechtelijke thermometer in de politieke praktijk. Dit keer met de thermometer van het dualisme. Hoeveel graden Thorbecke was de afgelopen week?

Antwoord: het ziet er veelbelovend uit.

Anders dan in de hoogtijdagen van het Paarse monisme nu geen samenwerkende coalitie die even zelfverzekerd als dichtgetikt is. Dat was wel duidelijk. Wat ervoor in de plaats is gekomen, nog niet. Een kabinet met vertegenwoordigers van partijen die samen een minderheid in de Tweede Kamer zijn, is inderdaad een minderheidskabinet. Maar dit kabinet berust wel degelijk op een samenwerking van partijen die wel een meerderheid vormen. In die zin is het een gewone meerderheidscoalitie, op wiens vertrouwen dit parlementaire minderheidskabinet rust.

De PVV maakt onderdeel uit van de coalitie die dit kabinet parlementair mogelijk maakt. Toch stoof Wilders meteen bij de aanvang van het debat als een fanatieke oppositiefret de konijnenheuvel van de PvdA binnen. Cohen was de Grote Gedoger, bedrijfspoedel, mede-klungelaar en nog zo wat. Daarmee maakte Wilders handig gebruik van de verwarrring tussen de vraag wie aan de basis van dit kabinet staat en wie met dit kabinet samenwerkt. Hoewel Cohen goed reageerde, was hij weer in een up-hill-battle verzeild geraakt. Ik zie eigenlijk maar een manier waarop Cohen had kunnen terugslaan. Meteen na het ordevoorstel van Wilders een motie van wantrouwen aankondigen en daar hoofdelijke stemming over vragen. Twintig keer ´tegen´uit het PVV-vak had het beeld van de Grote Gedoger veel beter rechtgezet dan een treurige act met een stekkerdoos.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Veroordeling raadslid is slecht voor de democratie

Raadslid Louis van der Kallen uit Bergen op Zoom werd maandag door de rechtbank in Breda schuldig bevonden aan het lekken van geheime gegevens over een groot bouwproject. Met deze uitspraak wordt het nog moeilijker voor burgers en de pers om te controleren of gemeenten veel risico’s nemen met bouwprojecten. Want aan gemeenteraden kan je zoiets niet overlaten.

Op het moment dat het in een gemeenteraad om bouwprojecten gaat, schieten veel gemeenten in een kramp. Op verzoek of zelfs voorwaarde van de wethouder wordt een vergadering besloten verklaard en wordt pers en publiek verzocht het pand te verlaten. Ik ben in mijn rol als verslaggever heel wat keren, in verschillende gemeenten, de raadszaal uitgestuurd zonder dat een raadslid bezwaar maakte.

Want dat is het grote probleem bij bouwprojecten: het gebrek aan democratische controle. Formeel is het er wel, omdat onze gekozen vertegenwoordigers toch op de hoogte gesteld worden over grondexploitaties, verkoop en contracten met ontwikkelaars en bouwers. Maar door gebrek aan kennis bij de raadsleden – tenslotte geen professionals – heeft een wethouder die gesteund wordt door een apparaat aan ambtenaren, altijd de bovenhand. Gesteund door kloeke rapporten, ingewikkelde doorrekeningen, mooie plaatjes en ambitieuze marketingonderzoeken is het een fluitje van een cent om goedbedoelende, maar veelal weinig kritische raadsleden over de streep te trekken. En maar al te vaak worden de luizen in de pels, de raadsleden die kritisch zijn over bepaalde bouwontwikkelingen, op besloten vergaderingen door de meerderheid als “lastig” of “populistisch” beschouwd, of wordt hen verweten “de integriteit van het gemeentebestuur in twijfel te trekken”.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ach, de wil van het volk

De kiezer heeft gezond verstand genoeg en heeft altijd gelijk. Het is een troostrijke gedachte als je de politici hoort kakelen. Maar is het waar? Hebben Henk en Ingrid een goed oordeel over van alles en nog wat? Of Joe the plumber?

Belangrijker nog is de vraag die dan volgt: wat is de relatie tussen de opvattingen van de kiezer en het politieke proces op basis daarvan? Politiek is meer dan marketing, de effectiefste politicus heeft niet de beste marktonderzoeker. Het volk hoeft niet altijd gelijk te krijgen, want in een representatieve democratie loopt de politiek wel eens voor de troepen uit. Zelfs Reve mompelde ooit: “Wat wil het volk? Niet veel goeds, dat staat wel vast.” Ik bedoel: politici moeten ook wel eens de leiding durven nemen.

In Amerika liep de spanning onlangs hoog op toen de discussie over de limiet op de staatsschuld werd gebruikt voor een politieke shoot-out tussen Democraten en Republikeinen. Geen zinnige argumentatie werd gewisseld, veel onderbuikgevoel en onzinnige idelogie. Het resultaat dreigt dat de fatsoenlijkste en intelligentste president die Amerika in decennia heeft gehad, moet vrezen voor zijn herverkiezing. Ik schreef eerst ‘gevolg’ in plaats van resultaat, maar Obama draagt natuurlijk zelf ook wel bij aan zijn neergang: hij is wat erg secundair, in een omgeving waar men wel graag een beetje leiding wil.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

This is real democracy

De Israëlische mash-up kunstenaar Kutiman heeft een fraaie compilatie gemaakt over democratie anno 2011. Ik denk dat hij goed het sentiment van nu weet te vatten. Of is het stemmingmakerij?

Via Open Culture.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Europa, depolitisering en democratie

Is er sprake van een democratisch deficiet in Europa? Het probleem is vooral politiek en niet institutioneel, concludeert Joop van den Berg in dit naschrift op zijn drieluik over democratie.

Ik heb in een drietal columns actuele problemen van de democratie besproken. Die lieten alle zien dat zij aan sterke veranderingen onderhevig is. In een kwetsbaar politiek stelsel als de democratie is het dan altijd oppassen geblazen. Aan de democratie spreekt namelijk niets vanzelf. Zij moet steeds laveren tussen het beslissend oordeel van de meerderheid en de terechte beperkingen door de waarden van de rechtsstaat eraan gesteld. De democratie kan het, zo betoogde ik vervolgens, niet stellen zonder elites. Zij kan het evenmin stellen zonder sterk beleefde politieke overtuigingen. De belangrijkste traditionele tegenstellingen en de daarbij behorende politieke stromingen, product van de industriële samenleving, hebben echter sterk aan betekenis verloren.

De Europese integratie vormt zo langzamerhand een zelfstandig probleem van de democratie. Veelal wordt gesproken over het democratisch deficit van de Europese Unie. Traditioneel wordt dan gewezen op de beperkte bevoegdheden van het Europese Parlement of op het ontbreken van herkenbare politieke tegenstellingen zoals die in nationale parlementen (nog) wel bestaan. De vraag is of daar het hoofdprobleem ligt. De bevoegdheden van het Europees Parlement zijn nauwelijks geringer dan die van de meeste nationale parlementen. Als medewetgever levert het parlement prestaties waarvan de nationale zusterinstellingen, het Nederlandse incluis, nog veel kunnen leren. Spoeddebatten vinden daar slechts plaats als er reden voor is; dat kan van de Tweede Kamer niet steeds worden gezegd.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Verbied pedovereniging Martijn niet

COLUMN – Middels een petitie vraagt men vandaag om het verbieden van pedofielenvereniging Martijn. Hier mag de kamer niet mee instemmen want anders haal je een belangrijk fundament van de democratie weg.

Vandaag heeft Henk Bres een petitie aan de Tweede Kamer aangeboden waarin gevraagd wordt om een verbod op de vereniging Martijn.
Henk Bres en 72.000 andere Nederlanders hebben het volste recht om deze petitie in te dienen. Maar ik vraag me af of ze zich realiseren dat ze zich op democratisch glad ijs begeven. De grondwet geeft in artikel 5 het recht op petitie en in artikel 8 het recht op vereniging. Het interessante van deze petitie is dat ze met hun vraag een vereniging te verbieden die een mening heeft die haaks staat op de huidige wetgeving zelf een nog hogere wet willen overtreden. Maar dat terzijde.

Voordat ik met mijn betoog begin over waarom die vereniging niet door de Tweede Kamer verboden zou moeten worden, eerst voor de kortdoordebochters de volgende opmerking: ik vind de standpunten van vereniging Martijn verwerpelijk en ik zou het fijn vinden als ze zelf de morele meetlat hoger zouden leggen dan hun primitieve drijfveren goedpraten.

Echter, ze hebben wel het volste recht om dit te doen. Ik zie twee belangrijke redenen hiervoor. De eerste is heel formalistisch. Als een vereniging niet mag pleiten voor iets wat nu tegen de huidige wetgeving is, mogen politieke partijen, bijna allemaal verenigingen, niet langer bestaan. Immers, ieder voorstel tot wetswijziging zoals bijvoorbeeld het verhogen van de maximum snelheid, gaat in tegen de huidige wetgeving. Een levende democratie bestaat bij de gratie van het constant aanpassen van alle wetten op de huidige situatie.
De tweede reden ligt meer op het morele vlak. Als het mogelijk is een partij te verbieden die iets verwerpelijks als pedofilie langs de “nette” weg probeert legaal te maken, dan zijn er nog legio onderwerpen die ook tot een verbod zouden mogen leiden. Er zijn partijen die het normaal vinden om soldaten naar oorlogen te sturen die effectief noch gerechtvaardigd zijn, waar meestal een paar soldaten sneuvelen. Er zijn partijen die de doodstraf graag zouden willen terug zien. Er zijn partijen die het acceptabel vinden dat er gekort wordt op zorg voor ouderen en gehandicapten zodat die wegkwijnen. Etc…
Morele verwerpelijkheid is een te lastige maatstaf om de verenigingen langs te leggen. Alleen bij evident oproepen tot acties (en het eventueel ook uitvoeren ervan) die tegen de wet ingaan, mag er ingegrepen worden. En dan nog moet dat eerst goed bestudeerd worden.
En verder moeten verenigingen net zoveel vrijheid hebben als de meningsuiting.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende