Nu even geen democratie?
Het Europese vergadercircus draait nog steeds op volle toeren. De crisissfeer blijft en als er al oplossingen worden voorgesteld dan is het algemene oordeel: te weinig en te laat. Een terugkerend onderdeel van de mantra is ook de roep om herstel van het vertrouwen van de beleggers. Dat is waar Merkozy en alle andere Europese leiders voor zouden moeten zorgen, als ik het goed begrijp. Waar we minder over horen is het herstel van het vertrouwen van de burgers. Dat agendapunt lijkt nu even van tafel. Een uitgelezen kans voor de populisten om het vertouwen van hun achterban in de zittende politici nog verder te ondermijnen. Zoals de Amsterdamse hoogleraar financiële geografie Engelen deze week betoogde dat Wilders’ onderzoek naar de terugkeer van de gulden niet meer betekent dan een “middelvinger” richting de voortmodderende Europese technokraten die zo slecht kunnen luisteren naar het volk.
In Griekenland en Italië zijn er nu technokratische interim-regeringen. Goddank, er ging een zucht van verlichting door politiek Europa. Even rust aan het zuidelijke front. Stel je voor dat Papandreou zijn referendumplan had doorgezet! Laten we het volk er alsjeblieft even buiten houden, het is allemaal al moeilijk genoeg.
Papandreou’s referendum mag dan op dat moment een ongelukkig voorstel geweest zijn, het werd in wezen ingegeven door een fundamenteel democratische reflex: terug naar degenen aaan wie de regering zijn macht ontleent. “Ik vertrouw de burgers”, zegt Papandreou (NRC 26-11), “Europa doet dat te weinig. Het is bang van zijn burgers. Die mogen niet beslissen, dus doen we het zelf in besloten kringetjes en achter gesloten deuren. Dat verzwakt de Unie.” De reflexen van de andere Europese leiders zouden ons inderdaad zorgen moeten baren. Hun angst is niet alleen dodelijk voor een democratie, het brengt een oplossing voor de crisis ook niet dichterbij.