Portretten van partijen: oude D66’ers, werkloze SP’ers en alfa-VVD’ertjes
DATA - Wie stemt op welke partij en hoe is dat veranderd door de jaren heen? We doorzoeken de enorme databank van het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) dat sinds 1971 electorale gegevens verzamelt.
We hebben op basis van 40 jaar representatief kiezersonderzoek (met gemiddeld 3750 kiesgerechtigde deelnemers) van het NKO een grove schets gemaakt van de persoonlijke kenmerken van de meest voorkomende stemmer op een partij. Ook is er gekeken waar de verschuivingen zitten over de jaren heen. Voor de PVV geldt dat er te weinig historische gegevens zijn om conclusies aan te kunnen verbinden. Voor de ChristenUnie geldt hetzelfde. De partij trekt bovendien te weinig kiezers om een statistisch verantwoord beeld te schetsen. Dat laatste is ook het manco voor de SGP.
Daar gaan we.
VVD: hoogopgeleide alfaman
De VVD-stemmer is een hoogopgeleide, niet-gelovige man met een goed betaalde baan bij een baas of een eigen bedrijf. Tegelijk overweegt de VVD-kiezer ook regelmatig om een andere partij te stemmen, valt op te maken uit de cijfers van Nationale Kiezersonderzoeken van de afgelopen 40 jaar.
In die tijd is de VVD vrijwel altijd voornamelijk een mannenpartij geweest. Slechts een enkele keer stemden er iets meer vrouwen op de liberalen, maar gemiddeld genomen maken mannen 55 procent van het kiezersbestand uit en vrouwen 45. Bovendien vergrijst dat kiezersbestand nauwelijks. In de jaren 80 daalde de leeftijd zelfs iets naar een jonge veertiger, maar tegenwoordig moet de VVD het hebben van een stemmer die midden 40 is. De honkvastheid loopt door de jaren heen nauwelijks op of af: de VVD-kiezer stemt sinds jaar en dag wel eens op een andere partij.