De democratie van wederzijds wantrouwen
De dag na de verkiezingen van 1997 nam Tony Blair als kersverse premier zijn intrek in 10 Downing Street. Een paar uur daarvoor maakte voorganger John Major zijn aftreden bekend. Hij ging cricket kijken met zijn gezin. De voortvarendheid waarmee kabinetten in het Verenigd Koninkrijk wisselen heeft natuurlijk alles te maken met het politieke systeem, waarin één van de twee dominante partijen erg vlot een parlementaire meerderheid kan halen. De oppositie loopt zich al jaren warm, ontwikkelt plannen voor de termijn waarin zij wil regeren en heeft met het schaduwkabinet ook al de mensen klaar staan die dat beleid kunnen uitvoeren.
In ons kleine coalitieland gaat dat allemaal heel anders. Maar weinig kabinetten halen de eindstreep, waardoor het land tot ver na nieuwe verkiezingen wordt bestuurd door een kabinet dat geen steun van een parlementaire meerderheid geniet. Zo kende Nederland in de tijd tussen de verkiezingen van mei 2002 en juni 2010 vier kabinetten-Balkenende, waarvan er drie zijn gevallen. In totaal hebben demissionaire kabinetten gedurende die acht jaar 21 maanden op de winkel gepast. Als je de honderddagentoernee van het vierde kabinet-Balkenende meetelt (is er echt een reden om dat niet te doen?), is dat ruim twee jaar. Mark Rutte, die tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2009 een motie van wantrouwen tegen het kabinet indiende omdat het ‘feitelijk demissionair‘ zou zijn, telt daar ongetwijfeld nog eens vijf maanden bij op.
Niets wijst erop dat de formatie van het volgende kabinet in de context van een zeer onvoorspelbaar politiek klimaat sneller afgerond zal zijn dan in de afgelopen jaren. Ondertussen zit demissionair minister van Financiën De Jager allang te schrijven aan de Miljoenennota, die hij zeer waarschijnlijk zelf nog zal moeten presenteren. Het komende kabinet erft op die manier, naast de verplichtingen die het rompkabinet Balkenende-IV tijdens de eurocrisis is aangegaan, voor een jaar de financiële bandbreedte die het CDA en de CU het nieuwe kabinet op dit moment gunnen.