Hoe de waard is, vertrouwt hij zijn gasten. Aan de verkiezingsprogramma’s van verschillende politieke partijen kun je makkelijk aflezen wie zij het minst vertrouwen. Neem de proef op de som, zoek het woord ‘fraude’ op en je weet wie wie wantrouwt. Het levert zeer herkenbare en soms erg hilarische ideologische tegenstellingen op. Meest genoemd als fraudeur is de uitkeringsgerechtigde, maar ook mensen die langdurige zorg aanvragen vertrouwen sommige partijen voor geen meter.
Bij het CDA in het programma ‘Slagvaardig en samen’ – net zoals bij zowel PvdA als VVD – zijn het de bijstandsgerechtigden en gezinsmigranten de die verdacht worden van fraude. Zij krijgen een eigen, speciale vermelding in elk van deze programma’s. De SP verwacht echter meer fraude aan de bovenkant van de samenleving. De socialisten roepen bijvoorbeeld op tot meer fraudebestrijding door het Openbaar Ministerie bij de fiscus. Wellicht te verwachten bij een verkiezingsprogramma met de titel ‘Een beter Nederland voor minder geld’? De ChristenUnie (‘Vooruitzien’) maakt slechts een keer melding van het woord ‘fraude’, in relatie tot het gebruik van studiefinanciering. De partij van Rouvoet vertrouwt de student dus voor geen cent.
D66 – met hun verkiezingsprogramma ‘We willen het anders’ – gooit het over een hele andere boeg door in te zetten op een Meldpunt voor Slachtoffers Identiteitsfraude. Verdachte onbekend. Hetzelfde geldt voor de SP, die ook bang is voor internetfraude. Daarnaast vermoedt D66 vooral grote kans op fraude bij de mensen die een persoonsgebonden budget in de zorg aanvragen. Ook Trots Op Nederland vindt de zorg verdacht voor fraude, met name mensen die langdurige zorg vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten vergoed krijgen. De enige partij die mensen in Nederland volledig lijkt te vertrouwen is GroenLinks. Het woord ‘fraude’ komt in het verkiezingsprogramma ‘Echte keuzes voor de toekomst’ op geen enkele plek voor.