Met ‘de grote hoop’ de crisis uit (deel 1)
Er is nog hoop. De grote hoop. Dè oplossing om uit de crisis te komen en een andere economie op te bouwen.
De politieke leiders wordt verweten moeizaam tot ingewikkelde oplossingen te komen. De financiële wereld wordt verweten geen oplossingen aan te dragen. De Occupy-beweging wordt verweten geen stevig alternatief te kunnen formuleren. Onwil? Onkunde? Welnee, gewoon gebrek aan geloof in eenvoudige oplossingen.
Dat is logisch. Ervaring heeft geleerd dat slopen doorgaans sneller en eenvoudiger gaat, dan opbouwen of repareren. Het denken in eenvoudige oplossingen heeft zich dientengevolge maar slecht kunnen ontwikkelen. De uitzondering: korte termijnoplossingen. Bij nood dient gehandeld te worden en dan worden simpeler oplossingen vrij snel geaccepteerd. In dat noodgreep-denken zit wel de kiem voor structurele oplossingen.
De stelling van vandaag: Gooi al het geld op de grote hoop en het verdeel het opnieuw.
De ‘grote hoop’ wordt al toegepast. Het Europees noodfonds is er een fraai voorbeeld van. Iedereen doet een duit in het zakje. Misschien draagt ook China wat bij. De bezuinigingen van Rutte I zijn eveneens gebaseerd op de grote hoop. Het ‘iedereen-zal-er-wat-van-voelen’, betekent niets anders dan allemaal inleveren en op de grote hoop van het staatstekort gooien.
Kortom: het vrije markt-kapitalisme wordt zonder problemen ingeruild voor een soort coöperatief collecte-kapitalisme, als de nood aan de man is.