Niet meer dan je nodig hebt

'Koop met compassie, niet méér dan je nodig hebt.' Zo luidt de slogan van menig initiatief dat duurzame consumptie promoot als groen alternatief voor het prevalerende hyper-consumentisme. Het houdt mij bezig, de balans vinden tussen wel en niet af en toe iets nieuws kopen, want wanneer heb je nu echt iets nodig? De eerste les van 'duurzaam consumeren' luidt dat géén nieuwe spullen kopen ecologisch gezien vrijwel altijd beter is dan wel iets nieuws kopen. Consuminderen dus. Trouwens, wat zou het toch heerlijk zijn als we geen spullen nodig hadden: probleem opgelost! Maar ervaring leert dat we toch één en ander nodig hebben, bijzondere diersoort die we zijn. Tot miskoop gedoemd Soms is het eigenlijk van tevoren wel duidelijk: dit wordt een miskoop. Het is bij voorbaat al een miskoop, het lijkt wel geproduceerd als miskoop. Ik bedoel dat veel producten zo specifiek zijn dat je het in maar zeer specifieke gevallen gaat gebruiken, en in totaal dus maar een paar keer. Veel spullen in de winkels en webshops vallen wat mij betreft in de volgende categorie: misschien wordt het mijn nieuwe grootste hobby, maar waarschijnlijker is dat ik het twee keer gebruik en er daarna niet meer naar omkijk. En als ik er dan naar kijk, is het vol ergernis omdat het wel ruimte in beslag neemt en ik de niks mee doe. Een andere mogelijkheid is dat ik het wel gebruik, maar dat het praktisch gezien een al aanwezig apparaat of ‘ding’ vervangt. Daardoor wordt het andere ding niet meer gebruikt, neemt het onnodig ruimte in beslag, en is het rijp voor de tweedehandswinkel of de vuilnisbelt. Triest. Onlangs keek ik naar een praatje – excuses: naar een webinar - van een opruimcoach, en de eerste drie kwartier gingen niet over opruimen maar over géén spullen aannemen of aanschaffen. ‘Refuse’ dus, de eerste R in de R-ladder. Na drie kwartier luisteren, was ik het zat en ging ik daadwerkelijk opruimen. Het weinig spullen aannemen heb ik namelijk al redelijk onder de knie. Maar nog niet helemaal... Nieuwe kleren Want vooral bij kleding blijf ik tegen de vraag aan lopen van wat ik nu echt nodig heb en wat niet. Er zijn al zo veel kleren in de wereld en in tweedehands winkels, is het dan wel uit te leggen dat ik nieuwe kleding nodig zou hebben? Of is dat een luxe die vooral een blijk is van ijdelheid en een wankel zelfvertrouwen? En hoe belangrijk is het nu echt om er 'goed' uit te zien of tenminste dat idee te hebben? Dit soort vragen houden mij dan bezig. Aan het straatbeeld te zien, kopen mensen toch regelmatig nieuwe kleren. Anders zouden trends zich niet zo snel verspreiden. En dat van die trends weet ik alleen maar omdat je het zo goed kan zien. Om zo veel nieuwe kleren gaat het dus, met nieuwe modellen en pasvormen, en nieuwe modekleuren. Ook lijken mensen regelmatig kleding af te danken, of tenminste in de kast te laten hangen, want anders is de snelle verspreiding van trends ook niet mogelijk. En de vraag of het echt nodig is? Er zijn mensen die het lukt om geen nieuwe kleren te kopen, en dat is mooi, dus voor hen is het blijkbaar niet nodig. Voor bepaalde of onbepaalde tijd. Echter, omdat kleding vergaat, blijven we toch een nieuwe aanwas aan kleding nodig hebben. Dat is zeker niet zo veel als er nu geproduceerd en aangeschaft wordt, maar kleding is nodig. Trendy kleding Tréndy kleding daarentegen is niet per se nodig. Voor de mens die tijdschriften en social media volgt, zijn er wekelijks nieuwe trends te ontdekken en op te volgen. Onder het bewind van fast fashion volgen de trends elkaar in steeds hoger tempo op, hollen we massaal naar de (web)winkel om trendy kleding aan te schaffen, en brengen we onze kleding van de vorige trends massaal naar Vinted of de kledingbak. Als het tenminste nog niet is vergaan na een paar keer dragen. Zelf merk ik dat ik nieuwe trends soms leuk vind, maar zodra heel veel mensen de trend omarmen en de trends gaan dragen, dat ik het toch snel zat raak. Het was leuk omdat het verfrissend was, maar als het overal is, is de lol er toch snel vanaf. En daarvoor maakt het dan ook weinig verschil of ik zelf mee heb gedaan aan de trend. Je ziet het namelijk gewoon voorbijkomen in het straatbeeld, op tv, om je heen. Daar hoef je je portemonnee niet voor te trekken. Trends wijzigen zo snel. Het is leuk om er leuk en ‘vernieuw(en)d’ uit te zien, en nieuwe spullen geven een zeker geluksgevoel, maar we moeten het niet overdrijven. De productie en verwerking van de huidige hoeveelheden kleding en andere spullen kunnen onze leefomgeving en ons leefklimaat niet aan. Daarom vind ik te veel kleding en andere spullen kopen inderdaad een luxe die we ons niet kunnen permitteren. Ook worden we ‘getricked’ door o.a. de mode-industrie om veel waarde te hechten aan kleding en andere spullen - er wordt al te handel ingespeeld op onze twijfel, onze ijdelheid en ons wankele zelfvertrouwen! Terwijl kleding en andere spullen ons in werkelijkheid niet zo veel waard zijn en geen blijvend geluk opleveren. Dus wat mij betreft mogen we op zoek naar andere manieren om geluk te ervaren en mogen we daarvoor minder leunen op de aanschaf van kleding en andere spullen die we niet echt nodig hebben en die geen geluk bieden op de lange termijn. Niet meer dan je nodig hebt In hoeverre het voor jou nodig is om kleding te kopen, kan je alleen zelf bepalen. Mocht je daar voor jezelf een beter antwoord op willen vinden, dan staan er allerlei blogs en methodes voor je klaar om je te helpen bepalen wat nu echt een goede aanvulling op je kledingcollectie zou zijn – en wat zeker niet. Zo is er de ‘capsule wardrobe’, een methode waarbij je goed in de gaten houdt wat er in je wardrobe zit, welke kledingstukken je graag en vaak draagt, en welke nog aan te schaffen kledingstukken je dus ook veel en graag zult gaan dragen. Zo voorkom je miskopen en creëer je meer ruimte en rust in je hoofd. Voor veel mensen lijkt de uitkomst van hun onderzoek te zijn dat ze vaker gaan kiezen voor 'tijdloze' kleding. Dat is kleding die niet trendy is en dus niet uit de mode raakt, en die daarom juist lang meegaat. Het is kleding van goede kwaliteit waar je lang blij mee kunt zijn. Hoeveel kleding je wilt kopen, hangt helemaal van jouw bevindingen en je insteek af. Dat geldt ook voor of je nieuwe toevoegingen dan tweedehands of nieuw zullen zijn. In ieder geval, als je minder nieuwe kleding gaat kopen, bespaar je zelf geld en spaar je onze leefomgeving. Bovenstaande geldt natuurlijk niet alleen voor kleding, maar voor alle spullen. Ik vind het daarom een mooie leidraad: koop met compassie, niet méér dan je nodig hebt. En áls je dan iets koopt, kies dan bij voorkeur voor het duurzaamste alternatief voor mens, dier en milieu[*]. Als je dan toch besluit minder nodig te hebben dan je eerder dacht, dan houd je meer geld over waardoor je makkelijker kunt kiezen voor duurzame alternatieven. Dat is mooi! [*] Voor dit artikel ben ik geïnspireerd door de volgende goede raad ofwel slogan: 'Koop met compassie. Niet méér dan je nodig hebt. En altijd vegan, fair en zo duurzaam als maar kan.' van online warenhuis Shop Like You Give a Damn.

Door: Foto: Ketut Subiyanto, via Pexels.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Kevin Dooley (cc)

Waar komt onze troep vandaan?

ANALYSE - Wie een hekel heeft aan overdadig consumentisme, moet eens in de afvalbak van RAPEX kijken.

Kijk uit met speelgoed uit China, chemische producten uit de VS en cosmetica uit Ivoorkust. Zweden, Frankrijk en Duitsland leveren niet altijd even goede auto’s af. En de Grieken klagen daar het meest over. De Hongaren en Bulgaren vinden vaak problemen met hun kleding, terwijl Duitsers, Portugezen en Nederlanders geregeld cosmetica kopen waar iets mis mee is.

De Europese landen waarschuwen elkaar voor slechte producten via het informatie-uitwisselingssysteem RAPEX. Het is niet meer dan een verzameling slordig opgestelde rapporten. Ik heb die database eens geplunderd.

Het resultaat moet de misantroop in u aanwakkeren, want de homo economicus koopt blijkbaar een hoop troep. In tien jaar tijd zijn er meer dan 11.000 waarschuwingen verschenen. In Nederland werd onlangs nog gewaarschuwd voor een plastic pop die teveel chemische bestanddelen bevatte: kindjes moeten dat niet in hun mond krijgen. De Chinese fabrikant is verplicht om die van de markt te halen. Een Poolse fabrikant leverde een ‘Glockenspiel’, waarvan de knopjes wel erg makkelijk loslieten en voor verstikking konden zorgen.

De meeste problematische producten zijn speelgoed, kleding en – verbazingwekkend – motorvoertuigen. Zeker van die laatste zou je denken dat die inmiddels zo veilig zijn, dat er zelden iets ernstigs mee aan de hand is. Zie hieronder een eerste overzicht.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Obsolescence

Printers die er na precies 10.000 afdrukken mee uitscheiden. Ipods met een onvervangbare batterij die na 18 maanden de geest geeft. Koelkasten met een levensduur van veertien jaar. Gloeilampen van inferieure kwaliteit. Waarom gaan de dingen toch zo snel kapot?

The Light Bulb Conspiracy (2009) geeft antwoord op deze en andere vragen, en laat zien wat consumenten er tegen kunnen doen en dat terugvechten zin heeft. Het blijkt geen toeval te zijn, maar een bewuste strategie van fabrikanten om ervoor te zorgen dat de consumentenvraag op peil blijft. Woord van de dag: ‘obsolescence’.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Quote du Jour | Hyperdemocratie en de dictatuur van de massa

Ortega verlangt in het interbellum opnieuw naar een gezonde democratie: te weten, een democratie waarin de politieke en culturele elites en de beschavingsidealen die zij vertolken, beschermd worden door wetten, tradities en beschaafde gewoonten. Hij noemde die wetten en tradities ‘liberale beginselen’ die door de massa-mens worden ondermijnd.

Zonder correctie vanuit de cultuur ondermijnt het liberalisme dus de liberale waarden – wat van Ortega in het licht van vandaag toch eerder een conservatief denker maakt. Hij vreesde wat hij de ‘hyperdemocratie’ noemde: de dictatuur van de meerderheid, met zijn nivellerende werking en onverdraagzaam egalitarisme. Dat egalitarisme ervoer hij als zeer bedreigend voor het algemene culturele peil want als ieder verschil wegvalt, valt er ook niets te verheffen. Het algemene niveau van de samenleving is dan dat van de laagste gemene deler.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Pagina 23

At first sight it might look like an IKEA commercial. Instead, Page 23 is a beautiful 4 minutes short movie that describes a surreal yet real world many of us might live in. The language spoken is Dutch but it’s with English subtitles.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Weekendcollege | Shoppen bij Ikea

Professor Alan Penn describes the way that architects use space to sell you things, showing how space creates patterns of movement, bringing you into contact with goods. In IKEA though, the story gets more interesting, here the designers deliberately set out to confuse you, drawing you into buying things that are not on your shopping list.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Volgende