ACHTERGROND - Ayn Rands pleidooien voor ongebreideld egoïsme en radicale economische ongelijkheid vallen met een beetje creativiteit prima in te passen in een algemener conservatief frame. En dat komt sommige conservatieven goed uit.
Binnen de bredere conservatieve beweging is Ayn Rand altijd een controversieel figuur geweest. Aan de ene kant biedt haar dualistische wereldbeeld – waarbij zij onderscheid maakt tussen heroïsche producenten en profiterende uitvreters – een duidelijke rechtvaardiging voor radicale sociale en economische ongelijkheid. En dat is uiteraard iets wat conservatieven, die bestaande ongelijkheid in stand wensen te houden, of zelfs willen vergroten, natuurlijk prima bevalt.
Aan de andere kant vielen veel van Rands filosofische overtuigingen, met name haar militante atheïsme, juist weer niet in goede aarde. Ook traditionele religieuze overtuigingen maken immers deel uit van de status quo en kunnen bovendien worden gebruikt om het belang van aardse ongelijkheid ondergeschikt te maken aan dat van een toekomstige hemelse beloning.
Deze recensie van Ayn Rands The Fountainhead in National Review, het lijfblad van conservatief Amerika, maakte Rand vanaf 1957 dan ook tot een officiële outcast in conservatieve kringen. De recensent, Whittaker Chambers (zelf ook een tamelijk interessant figuur), richtte zijn pijlen – niet toevallig – allereerst op Rands compromisloze materialisme.