Constructieve oprotoptie voor stabiliteit?
Wat de uitkomst ook is op 9 juni: het volgende kabinet wordt een ‘moetje’. Geen prettig vooruitzicht, want er zijn urgente problemen. Economische crisis, klimaatcrisis, oprakende fossiele brandstoffen, exploderende zorgkosten zijn enkele van de problemen die ons land te wachten staan. Al deze problemen vereisen lange termijnoplossingen. Het ene moment stimuleert de overheid de installatie van zonnepanelen, de volgende minister maakt de aanschaf ingewikkeld. Wie bewaakt de grote lijnen? Iedere partij heeft in dit land zijn eigen stokpaardje. Gekozen burgemeester, boerkaverbod en de grootte van vissenkommen zijn reuze belangrijke issues. Maar welke politieke partij maakt zich nog druk om grote-mensen-problemen? Hoe krijgen we ooit een stabiele regering in dit land van kleine politieke partijtjes?
Konstruktiven Misstrauensvotum
Gerd Leers en anderen hebben een kiesdrempel voorgesteld. Oud idee en het lost weinig op. Kwamen de vorige kabinetscrises door kleine partijen als de SGP of de Dierenpartij? Nee, zeker niet. Daarbij komt: ook met een kiesdrempel kun je de val van een kabinet niet voorkomen. Het antwoord komt uit Duitsland. Onstabiliteit in de jaren ’20 bood Hitler de mogelijkheid om aan de macht te komen. Dat moest na ’45 beter. Om die reden voerden de Duitsers het ‘konstruktiven Misstrauensvotum’ in. Goed, het beestje moet in Nederland een andere naam krijgen, maar het principe is helder. Een regering zit de rit gewoon uit, behalve als een meerderheid van het parlement zich kan vinden in een goed alternatief. Ik verklap het maar al vast: die meerderheid is niet eenvoudig te vinden.


