We zijn terug in het tijdperk-Clinton. Niet alleen zijn veel functionarissen uit de Clinton-periode weer op hoge posities teruggekomen. Tevens hebben we wellicht al zicht op een Whitewater-affaire.
Herinneren we ons Whitewater? Helemaal aan het begin van de regeerperiode van Bill Clinton uitte een bankier uit Arkansas een loze beschuldiging in de richting van de president. De beschuldiging was ongegrond, maar de media, justitie, en de Republikeinse Partij stortten zich er met verve op. Van begin af aan nam de kwestie veel tijd van het Witte Huis in beslag. En tevens leidde het een tot het ander, todat er uiteindelijk een zeer minimale kwestie in beeld kwam waar, met fantasie, een impeachment uit geperst kon worden. De kwestie-Lewinsky.
Een vergelijkbare kwestie dient zich nu aan. Rod Blagojevich, de weinig populaire Democratische gouverneur van Illinois, heeft geprobeerd de voormalige Senaatszetel van Barack Obama voor politieke gunsten te verkopen, en is hiervoor gearresteerd. Normaal gesproken zou het geen al te belangwekkende kwestie zijn. Maar omdat er een hele kleine kans bestaat dat Obama misschien op de een of andere manier laakbaar gehandeld zou hebben springen de media er bovenop.
Als je Barack Obama interviewt, wat vraag je dan? Vraag je of hij Angela Merkel zo ver denkt te kunnen krijgen meer troepen naar Afghanistan te sturen? Of de staat de Amerikaanse auto-industrie gaat redden? Wanneer er een opvolger van het Kyoto-protocol komt? Welnee. De kwestie-Blagojevich is veel interessanter.