Als er in Groot-Brittannië jaarlijks 23 duizend hectare (~15km x 15km) bos wordt bijgeplant legt het 10% van haar eigen CO2-uitstoot vast. In 2050 zal het bosareaal dan zijn gestegen van 12 naar 16%, dat ligt dan nog steeds onder het Europese gemiddelde van 37% maar de nieuwe aanplant biedt al veel voordelen op het gebied van klimaatbeleid, natuurbescherming, recreatie, houtproductie en overstromingspreventie. Dit stelt de Britse Forestry Commission in een rapport [zie: pdf] waarin het de risico’s en kansen voor de Britse bossen bij klimaatverandering bekijkt. De Woodland Trust vindt dat het tempo van de voorgestelde herbebossing best nog verdubbeld kan worden en dat de nadruk moet liggen op aanplant van inheemse soorten.
De Britse Eilanden zijn al vroeg vrijwel volledig ontbost: Keltische boeren, Romeinen en Britse adel hakten er enthousiast op los. De laatste eeuw herstelt het bos zich voorzichtig, maar het kan sneller. Het rapport van de Forestry Commision is hoopgevend omdat het de economische potentie én de significante impact van bosaanplant op CO2-reductie verheldert. Bovendien is er bij bosaanplant in stabiele staten aanzienlijk minder risico op conflicten rondom grondrechten die in ontwikkelingslanden wel spelen. Laat de Nederlandse overheid ook maar eens snel een studie doen naar de herbebossing van het ontboste Holland (oftewel houtland). Met slechts 10,6% bosbedekking bevindt ook dit land zich in de Europese achterhoede. Het gaat om keuzes maken, dit land kan zoveel bossiger. Een weiland met koeien dat kaas en melk oplevert óf een gevarieerd landschap met bossages en weiden dat bouwmateriaal, energie, bosvruchten, een beetje kaas en melk oplevert en bovendien faciliteert in koolstofvastlegging, recreatie, overstromingspreventie en een hogere biodiversiteit herbergt?