Kunst op Zondag | Richard Stipl
Vorige week breekbaar porselein, nu even breekbaar keramiek.
Richard Stipl vermenigvuldigt zichzelf en creëert zo een bijzonder volkje in idiote scenes.
Hoe kun je een massa kunstenaars van alle tijden en stromingen in één tentoonstelling bij elkaar zetten? Da’s makkelijk want één thema hebben ze bijna allemaal gelijk: zichzelf. En omdat er dus een schat aan zelfportretten is, pimpen musea, curatoren en recensenten de zelfafbeelding op door het van deze tijd te maken. Jawel, dankzij de ‘selfie’ zou het zelfportret razend populair zijn. Hoe je een trend met smoel maakt. Ook de kunstenaars die in de vorige twee afleveringen (hier en hier) aan bod kwamen deden (en doen) aan zelfafbeelding. Diego Rodríguez de Silva y Velázquez (1599 - 1660) – Zelfportret, 1645. Het traditionele zelfportret, de 'oerselfie', kunnen we zowel bij Velázquez als bij Charlotte Salomon (1917 - 1943) zien als veredelde pasfoto. Francis Bacon trekt zijn eigenaardige stijl door in zijn zelfafbeelding.
Vorige week breekbaar porselein, nu even breekbaar keramiek.
Richard Stipl vermenigvuldigt zichzelf en creëert zo een bijzonder volkje in idiote scenes.
Dat kan! Sargasso is een collectief van bloggers en we verwelkomen graag nieuw blogtalent. We plaatsen ook regelmatig gastbijdragen. Lees hier meer over bloggen voor Sargasso of over het inzenden van een gastbijdrage.
Gisteren werd ze 85 jaar. Magdalena Abakanowicz, beeldhouwster en textielkunstenares. Hier meer over haar leven en carrière.
In de laatste zestiger jaren begon ze ‘Abakans’ te maken. Grote, abstracte driedimensionale figuren, geweven van sisal, vaak touw dat ze in havens verzamelde.
Vanaf de tachtiger jaren ging ze ook werken met metaal, brons, steen, klei, hout en jute. Eén van haar recente werken is gemaakt van staal, jute en hars.
Zonder meer indrukwekkend zijn de groepen die ze heeft gemaakt. Beeldengroepen van vijf tot ruim honderd figuren, die op het eerste gezicht uniform lijken, maar in de groep is geen enkel figuur precies hetzelfde. Sommige groepen zijn gegoten in brons, andere groepen zijn gemaakt van jute en hars.
Red Abakan, 1969.
Sarcophagi in Glass Houses, hout, glas, ijzer, 1983/1989.
Bronze crowd, 1990/91.
Puellae, brons, 1992.
Space of Becalmed Beings, brons, 1992/93.
Space of Unknown Growth, 22 betonnen vormen, 1998.
Sitting Figure on a Short Bench, brons, 2000.
20 Walking Figures, iron cast figures, 2006.
Ten Seated Figures, brons, 2010.
Veel meer Magdalena Abakanowicz uiteraard hier achter.
Katharina Fritsch is bekend van levensgrote sculpturen en installaties. Alledaagse voorwerpen of figuren krijgen door de omvang en kleurgebruik een ander betekenis, waarvan Fritsch overigens vind dat het de kijker vrij staat zelf een betekenis er aan te geven.
In de blauwe aflevering van Kunst op Zondag zagen we haar enorme haan. Vandaag hier een mini solo-tentoonstelling. De teksten komen uit verschillende interviews
Vind u uzelf een klassieke beeldhouwer?
“Ik ben altijd als een ouderwetse beeldhouwer bezig met ruimte, ik wil dat elk beeld van de achterkant en de zijkanten indruk maakt . Met kleur echter, maak ik het werk meer een icoon, meer virtueel, dus het is altijd balanceren tussen een traditioneel beeldhouwwerk en het zo plat laten worden als een schilderij”.
Display Stand with Brains, 1989.
Vraag: Wat maakt een groot publiek sculptuur?
“Ik denk dat het zeer belangrijk is voor openbare kunst dat je naar iets kunt kijken en het zeer vlug snapt. Ik hou dingen graag eenvoudig”.
Vraag: De ratten in uw werk, drie meter hoog, zijn bijna monumentale uitbreidingen. Is macht een thema in dit werk met 16 ratten?
“Ze lijken zo machtig, ze lijken een beetje ‘goofy’ zoals ze daar zitten, onnozel agressief. Daar hebben we ook naar toe gewerkt, de stomheid in de expressie van de ogen. Ze zijn verraderlijk”.
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.
Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.
Vandaag lichten we Marc Quinn uit het archief van Kunst op Zondag. De man van vooral grote beelden. Een beeldhouwer? Dat label heeft zijn beste tijd wel gehad. Natuurlijk zijn er nog kunstenaars die met hamer en beitel te werk gaan, maar tegenwoordig zie je vaker beelden gevormd uit allerlei andere materialen.
Marc Quinn is beeldhouwer, beeldgieter, beeldvormer die met marmer, brons, klei, kunststoffen, vlees en bloed werkt.
In 1991 maakte hij voor het eerst zijn zelfportret gemaakt van zijn eigen bevroren bloed. “Self” is een doorlopend project. Quinn maakt om de vijf jaar een “Self”, hier de laatst gemaakte uit 2011.
In Nederland werd hij in 1993 bekend door de installatie 12,5% Proof. Op de achtste internationale beeldententoonstelling in Park Sonsbeek plaatste Quinn een telefooncel vlak voor een kerk. Daarin stond een replica van Quinn een rode vloeistof te urineren. De installatie werd regelmatig belaagd door boze Arnhemmers. Het ding staat nu in de tuin van Museum Arnhem.
Verder is hij wereldwijd bekend geraakt door het marmeren beeld van zijn collega kunstenaar Alison Lapper, dat een tijdje op Trafalgar Square (2005 – 2007,Londen) was te zien en waarvan later replica’s verschenen bij de opening van de Paralympics (2012) en de Biënnale in Venetië (2013).