Coca Cola neemt de Finse wodkaproductie over. En het Lenin-park in Helsinki krijgt een andere naam. Finland, het jongste lid van het NAVO-bondgenootschap heeft zich definitief bekeerd tot het westerse kamp. Dinsdag kreeg het land een nieuwe regering met een coalitie van de conservatieve Nationale Coalitiepartij, de christendemocraten, de Zweedse volkspartij en de extreemrechtse Finnenpartij.
Petteri Orpo van de Nationale Coalitiepartij is de nieuwe premier. Zijn partij werd bij de laatste parlementsverkiezingen de grootste met 22% van de stemmen, op de voet gevolgd door de Finnenpartij (21%) en de Sociaaldemocraten (20%) van voormalig premier Sanna Marin. De oppositiepartijen zijn in het eerste parlementaire debat met de nieuwe regering meteen hard in de aanval gegaan. De fractieleider van de sociaaldemocratische SDP, Lindtman, bekritiseerde bezuinigingen die snijden in de voordelen van lagere inkomens. Daartegenover staan belastingvoordelen voor de rijken en versoepeling van het ontslagrecht. "Is dit de regering van 'een sterk en zorgzaam Finland'" vroeg hij met verwijzing naar de titel van het coalitieprogramma. "Of zorgt ze alleen voor de sterken?" Finland heeft nog altijd te maken met stijging van de werkloosheid, in het bijzonder onder jongeren. Tegelijkertijd neemt het aantal buitenlandse arbeidskrachten toe. Maar dat zou kunnen veranderen als de plannen van de nieuwe regering worden uitgevoerd. Maandag demonstreerden in Helsinki honderden Finnen tegen aangekondigde restrictieve maatregelen voor immigranten.
De Finse oppositie is vooral gebeten op de deelname van de Finnenpartij aan de nieuwe regering. De kritiek richt zich op de nieuwe gekozen parlementsvoorzitter Jussi Halla-aho. Deze voormalige voorzitter van de extreemrechtse partij staat bekend om om zijn harde standpunt en taalgebruik over immigratie. Hij is in verleden ook veroordeeld voor haatdragende uitingen.
Åland
Nu Finland zijn neutrale positie heeft opgegeven en lid is geworden van de NAVO kan dat ook wel eens consequenties hebben voor de gedemilitairiseerde zone in de Baltische Zee rond de eilandengroep Åland. In dit Zweedstalige gebied met een aparte autonome status zijn sinds de 19e eeuw militaire activiteiten verboden. De bewoners van de eilanden zijn ook niet dienstplichtig. De eilanden die langs strategisch belangrijke Oostzeeroutes liggen hebben door de geschiedenis heen de aandacht hebben getrokken van nabijgelegen militaire machten. De bewoners maken zich sinds de inval van Rusland in Oekraïne grote zorgen over hun toekomst. Premier Orpo weigerde deze week commentaar te geven op de kwestie van de demilitarisering van Åland, maar Pekka Toveri, een voormalig hoofd van de Finse inlichtingendienst en militair generaal-majoor die in april in het parlement voor de NCP werd gekozen, heeft gezegd dat er een einde moet komen aan de demilitarisering van Åland.
Opmerkelijk genoeg heeft Zweden, anders dan Finland nog steeds geen officieel lid van de NAVO, in een vergelijkbaar geval het strategisch in de Baltische Zee gelegen eiland Gotland volledig opgetuigd met nieuwe legereenheden en wapens. Ålandbewoners hebben hun regio altijd hoog gehouden als 'eilanden voor de vrede', maar daar begint nu verandering in te komen. Ook een meerderheid van de Finse bevolking lijkt zich niet meer tegen aanwezigheid van het Finse leger te keren. Bij het Russische consultaat in Mariehamn, de hoofdstad van de eilandengroep, wordt geprotesteerd tegen de oorlog in Oekraïne. Een petitie dringt aan op sluiting van het consultaat. De consul heeft officieel vanwege een 'explosive noise device' geprotesteerd tegen vandalisme. Je moet maar durven.