Gehelen en puzzelstukjes
Onderstaand een bijdrage van een gastauteur die om privacyredenen zijn naam niet bij het artikel wil.
Het was in de week van het autisme. In Oegstgeest was een bijeenkomst voor opa’s en oma’s van autistische kleinkinderen, georganiseerd door het Centrum voor Autisme. Ik ging er als oma naar toe, want ik heb een kleinzoon met die stoornis. Hoewel ik weinig hoorde wat ik niet wist over deze ingrijpende gedragsstoornis, was het een bijzondere ervaring. Er waren 150 mensen op afgekomen.
De inleiders hadden een betoog, maar lieten zich veelvuldig onderbreken. Dat vertraagde wel, maar was niet echt storend. Het effect van een “lotgenoten-bijeenkomst” was het gevolg van de openheid. Hé ja, heb jij dat ook? Vinden jullie het ook zo lastig om een concrete commandotoon aan te slaan? Hebben jullie het probleem ook gerelativeerd, door te zeggen dat het kind zo gezeglijk was bij opa en oma? Voelen jullie ook de ontbrekende emotionele verbinding met het kleinkind?
De inleiders poogden educatief en praktisch te zijn. Het onderwerp was te groot voor de avond, maar de interactie met de lotgenoten kwam gemakkelijk. Dat gaf veel om te overdenken. De vraag is: wat is het precies, een autistische stoornis? Al gauw klinkt het woord etiket en over-diagnose. Maar is dat terecht? De wanhoop, de eenzaamheid en het onbegrip bij ouders en kinderen zijn heel echt. Daar is niets modieus aan.
Een trek van autisten is een stoornis in de verbeelding van wat er niet is, zo werd ons voorgehouden. Dat zal wel, maar autisten zijn toch vooral bekend van hun ongelooflijk oog voor details: wat ze slechts kort hebben waargenomen, wordt door sommigen gedetailleerd verbeeld. (Ik heb het Paleis op de Dam wel in mijn hoofd, maar kan het niet tekenen.) Maar dat is het nu net: ze hebben zo veel oog voor details, dat ze daar last van hebben en het geheel niet zien.