Julian Assange is betrokken bij Wikileaks, een site die informatie die beschikbaar is gemaakt door klokkenluiders openbaar maakt. Hij is al tijden erg kritisch op de media. Logisch, want Wikileaks bestaat bij de gratie van het falen van de main stream media. Volgens hem zijn de media gemakzuchtig en lui.
Hij pleit voor een wetenschappelijker journalistiek. In de wetenschap kan je geen paper publiceren zonder een uitgebreide en door iedereen te verifiëren bronnenlijst. Waarom niet dezelfde eisen stellen aan journalistieke publicaties?
Het klassieke – en valide – argument is altijd geweest dat er geen ruimte was en is in de krant. Je kan moeilijk onder elk krantenartikel een lijstje met bronnen, en indien nodig de complete tekst van de bron toevoegen. Maar sinds het internet mainstream is geworden, nu toch alweer een jaartje of tien, gaat dat argument niet meer op: dataverkeer en opslagruimte kosten zo goed als niets meer en zijn in grote hoeveelheden voorhanden.
Op dat vlak houdt niets de vooruitgang tegen, maar de journalistieke mores is nog niet aangepast aan dit nieuwe tijdperk. En of dat gaat gebeuren is nog maar de vraag. De oplages lopen terug en vooral de kranten zijn nog druk zoekende nieuwe inkomstenbronnen aan te boren, want de opbrengsten van het internet compenseren dit niet. Het laatste waar de kranten op zitten te wachten is dat het het schrijven van een stuk lastiger gaat worden en langer gaat duren.