De eerste filosofen (1): Xenofanes
ACHTERGROND - Als mensen worden geconfronteerd met verschillende soorten geloven en gebruiken, ligt het voor de hand dat zij stil gaan staan bij het nut van en de redenen achter die gebruiken. De eerste filosofen waren dan ook vaak reizigers: vluchtelingen en rondtrekkende handelaars, die veel van de toenmalige wereld hadden gezien.
Xenofanes: de eerste empirist
Eén van de vroegste reizende filosofen was Xenofanes. Hij leefde vijf eeuwen voor onze jaartelling en werd geboren in een Griekse stad aan de westkust van het huidige Turkije. Hij vluchtte voor Perzisch oorlogsgeweld naar een Griekse kolonie op Sicilië en leefde vervolgens in verschillende Griekse handelssteden in zuidelijk Italië. Zodoende kreeg hij veel van de verschillende Griekse culturen te zien.
Xenofanes stak openlijk de draak met de Griekse kijk op religie. Hij maakte zich er vrolijk over dat de goden er net zo uitzagen als mensen: met een stem, een gestalte, met menselijke kleding en werktuigen. Sterker nog: ieder volk geloofde dat de goden eruit zagen als zijzelf. Zo hadden de Ethiopische volken zwarte goden met stompe neuzen, en de volken uit het noorden hadden weer goden met blauwe ogen en rood haar. Dat vond Xenofanes reuze komisch. Als ossen, paarden en leeuwen handen bezaten en kunstwerken konden scheppen, grapte hij, zouden ze waarschijnlijk goden verzinnen die eruit zien als ossen en paarden en leeuwen.