De eerste filosofen (10): De atoomtheorie
De deeltjes van Leukippos en Demokritos
ACHTERGROND - Leukippos leefde in Thracië, het Griekse gebied ten noorden van de Egeïsche Zee. Volgens deze filosoof bestaat alles wat is uit heel kleine, ondeelbare elementen, die hij atomen noemde. Daarbij stelde hij dat alles een kenbare natuurlijke oorzaak heeft. Er zijn geen goden, en er is geen hogere wil of kracht die bepaalt wat er gebeurt. En dus ook geen Nous.
Zijn leerling Demokritos, afkomstig uit dezelfde regio, werkte deze theorie verder uit. De atomen zijn volgens hem ondeelbaar, maar verschillen wel van vorm en eigenschap. Atomen bewegen zich door het niets, het liefst in een rechte lijn, en zonder doel.
Deze bewegingen hebben een oorzaak: botsingen met andere atomen. En tijdens dit rondvliegen van de atomen ontstaan weer andere botsingen, waarbij de zware atomen zullen klonteren en de lichtere naar de buitenkant zullen dringen. Dit is het proces waaruit grotere gehelen kunnen ontstaan. Dit alles gebeurt volstrekt toevallig.
De eigenschappen van de atomen zelf kunnen we niet zien. Maar als de atomen combinaties gaan vormen en zodoende grotere elementen creëren, dan geven zij hun eigenschappen wel aan die elementen mee. Zodoende kunnen de verschillende eigenschappen van de onderliggende bouwstenen tóch zichtbaar worden.