serie

Vaste Gasten

Net als je even inkakt, prikken onze Vaste Gasten je weer wakker met hun scherpe pen.


Foto: daisy.images (cc)

Uit de jeugdzorg | Momo

COLUMN - Zijn broertje ligt in het ziekenhuis, zijn moeder en stiefvader zijn opgepakt. En Momo komt bij ons wonen. Hij praat niet over de reden waarom hij bij ons is geplaatst. Dat hij naar de buren is gerend om te zeggen dat zijn stiefvader zijn broertje halfdood heeft geslagen, ontkent hij. Hij wil ook niet bij zijn broertje langs, want ‘hij ligt daar toch alleen maar en zegt toch niets.’

Moeder blijft voorlopig vast zitten. Ze heeft nog diezelfde dag een volledige bekentenis afgelegd voor betrokkenheid bij kindermishandeling. Ze wil in therapie om het nooit meer zo ver te laten komen.

Dat Momo een jongen is met een heftige geschiedenis, weten we. Maar dat zijn plaatsing bij ons zo zou aflopen, had niemand kunnen voorspellen.

Momo, zijn broertje en zijn moeder zijn gevlucht uit Afrika en wonen sinds anderhalf jaar in Nederland. In Afrika is Momo’s vader voor zijn ogen vermoord door een rivaliserende stam. Hij en zijn gezin zouden te invloedrijk zijn. Moeder heeft de toen elfjarige Momo en zijn vierjarige broertje meegenomen en is zonder spullen vertrokken.

Via een omweg komen ze in Nederland terecht. Hier kennen ze heg nog steg. Dan komt moeder een dertig jaar oudere man tegen. Hij belooft haar gouden bergen en zij gelooft alles. Nog geen twee maanden later trouwen ze. Momo kijkt ondertussen enorm op tegen zijn nieuwe stiefbroer, die contacten in de voetbalwereld zou hebben.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | IS onthoofdingsvideo’s

COLUMN - Zo nu en dan vraag ik mij af of ik niet eens naar een van IS’ onthoofdingsvideo’s moet kijken. Niet kijken voelt namelijk een beetje als wegkijken. Aan de andere kant zou ik dan juist doen wat IS wil: mijn aandacht schenken aan hun gruweldaden (wat ik door dit stukje te schrijven trouwens ook doe). Daarnaast voelt het aan de ene kant alsof ik de onthoofde slachtoffers van IS verraad door ervoor te kiezen niet naar hun laatste minuten te kijken. En aan de andere kant denk ik juist dat ik meer respect betuig door geen getuige te zijn van hun vernedering. En tot slot is er nog mijn persoonlijke gevoel: aan de ene kant een perverse nieuwsgierigheid, aan de andere kant de walging en de angst een netvliestrauma op te lopen.

Ik heb trouwens ook nog een vrouw die, elke keer als een of ander journaal of actualiteitenrubriek aandacht besteed aan zo’n filmpje, weg zapt. Kortom, ik heb tot nu toe louter door journaals ingekorte versies gezien en transcripties gelezen van de executies. Toen Al Qaida Irak, de voorloper van IS, zo’n jaar of tien geleden begonnen met het afsnijden van Westerse hoofden en dat op film te zetten, heb ik ook nooit gekeken. Volgens mij hield het de wereld ook wat minder in z’n greep. De angst die het inboezemde was kleiner. Het waren excessen. Vooral tragisch voor de betrokkenen. Je kon het tien jaar geleden nog afdoen als een stel religieuze psychopaten die profiteerden van de chaos die heerste in het Irak van na Saddam Hoessein. Met de nieuwe onthoofdingfilmpjes is wat anders aan de hand. Daar is over nagedacht.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Johannes de Doper

COLUMN - Sozopol ligt in het oosten van Bulgarije, aan de Zwarte Zee, in een zó toeristische streek dat de vraag zich onontkoombaar opdringt wat Gerd Leers in vredesnaam heeft bewogen om uitgerekend hier een villa te kopen. Er zijn enkele mooie stadjes, maar verder bestaat de kuststrook uit een eindeloze reeks hotels. ‘In de communistische tijd stonden er hier vijftig,’ hoorde ik ergens vertellen, ‘en daarna kapten ze het groen en toen was er ruimte voor honderdvijftig.’

Het voordeel van het massatoerisme is dat er geld is om monumenten prachtig op te knappen, enkele mooie musea te bouwen en archeologisch onderzoek te doen. Zo ook op het eilandje ten noorden van de stad, waar in 2011 opgravingen plaatsvonden in het klooster van Sveti Ivan, ofwel Sint-Jan, ofwel Johannes de Doper. Daarbij werden mensenbotten gevonden waarvan men onmiddellijk beweerde dat die waren van de boetgezant.

Ik word daar altijd wat iebel van, maar niet omdat ’s mans gebeente óók ligt in de Umayyadenmoskee in Damascus en de Sint-Jan van Lateranen in Rome. Die santenkraam kan ik wel lijden en ontroert me zelfs, zoals ik ook ontroerd ben als ik in het Florentijnse Museum van Wetenschapsgeschiedenis een reliekhouder zie met de vinger van Galilei. Ieder zijn meug. Wat me dwars zit is dat de wetenschap daar de oren naar laat hangen.

Foto: daisy.images (cc)

Anders nog iets? | Alles goed?

COLUMN - Twee woordjes die dagelijks uit miljoenen kelen van mensen in Nederland komen. Helaas meestal geen vraag uit interesse. Zelfs niet eens een echte vraag. Wel een korte oneliner, vermomd als vriendelijk gebaar naar degene aan wie je het vraagt. En we doen het allemaal. Vaak onopgemerkt. We denken hiermee vriendelijk te zijn en aandacht te hebben voor de ander. Maar is dat ook zo?

Iedereen herkent waarschijnlijk de situatie: Je loopt op een willekeurige plek, op een willekeurig moment. Opeens kom je iemand tegen die je (her)kent. Op dat moment kun/moet je razendsnel iets bedenken om te zeggen. Enkele voorbeelden: “Hey, das lang geleden!” (afhankelijk van de blijheid die het met zich meebrengt om die persoon weer te zien, maak je een keuze hoe vriendelijk je hierbij kijkt) of “Wat een weer weer, he?!” (kan altijd, zowel in positieve als in negatieve zin) of “Jij ook hier?” (dat zie je toch, knakworst!) of, daar komt ‘ie: “Alles goed?” Meestal komen deze vraagzinnetjes naar buiten, als vervanging van het traditionelere “hallo” of “hoi.” Net even wat meer variatie in de Nederlandse begroetingswereld dus. Maar allen even ondoeltreffend en nietszeggend.

Toch is er op zich niets mis mee natuurlijk. Beter dit, dan iemand compleet negeren of net doen alsóf je iemand compleet negeert. Maar de frequentie van het quasi-interesse-hebbend vragen of alles goed is, verdient ook geen schoonheidsprijs. We leven tenslotte in een nare wereld, die bol staat van de recessies, armoede, ziektes en onverdraagzaamheid. Een wereld waar bij niemand ALLES goed kan zijn. Onmogelijk.

Foto: daisy.images (cc)

Politiek Kwartier | De religie van het vaste contract

COLUMN - Het rotsvaste geloof van de politiek in het vaste contract maakt de sociale zekerheid uiteindelijk kapot.

Asscher snapt het nog steeds niet.

In de uitzending van EenVandaag gisteren over flexwerkers en mensen met een vast contract stelde VNO-NCW voorzitter Hans de Boer dat een vaste baan ‘een leugen’ is.

De groei van het corps ‘flexkrachten’ komt niet door een werkgeversreligie, stelt Hans de Boer. Het is een fact of life dat in de huidige markt het aantal flexwerkers groeit.

Een hele ramp voor de rechten van werkend Nederland. Mensen die werken met een tijdelijk contract of op oproepbasis hebben geen ontslagbescherming, en missen vaak een hele hoop voordeeltjes die voor vaste krachten middels de CAO’s geregeld zijn.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over het groeiende leger zzp’ers. Mensen met flexcontracten hebben tenminste nog recht op WW. Dit recht moeten zzp’ers ook ontberen.

De trek van vaste contracten naar flexwerk betekent daarmee een flinke ondermijning van de sociale zekerheid. En Lodewijk Asscher verzet zich hier dan ook tegen. Volgens hem is de groei van het aantal flexwerkers geen natuurverschijnsel, maar een keuze: de keuze van ondernemers. In EenVandaag doet hij een wanhopig beroep op het geweten van ondernemers.

Foto: daisy.images (cc)

Rotzooi

COLUMN - “Ja, maar ik snap niet dat ik de rotzooi van een ander op moet ruimen!” De oudste was pissed. Dat snap ik best, maar ik was het zat. Mijn dagelijkse wandeling door de bossen begint steeds meer te lijken op een tocht over de vuilnisbelt, dus ik had een geweldige zondagmiddagbesteding bedacht. Dacht ik.

Hij slenterde sloffend achter me aan. “Ik vind het smerig mam. Weet ik veel waar dat plastic vandaan komt. Misschien heeft er wel een hond over gepist!” Hij keek mij met een prepuberaal smoelwerk aan. Ik vrees wat me over een jaar of vijf te wachten staat. De jongste rende van hot naar her. Het ene bierblik na de andere wijnfles verdween in zijn plastic zak. “Ik mag hier zeker niet van drinken hè?” riep hij. “Wat denk je zelf?” snauwde zijn broer terug. Stukken papier werden onder zand vandaan getrokken, plastic werd uit struiken geplukt. Vergeten rotzooi van een speurtocht uit de bomen getrokken. Die kleine ging als een speer.

“Soms moet je gewoon iets doen voor de natuur, of je het nou leuk vindt of niet”, gaf ik als antwoord. Dat vond hij niet voldoende.

“Ik vind het goor. Laat die mensen hun eigen rotzooi weggooien! Zij hoeven toch ook mijn kamer niet op te ruimen? Zij gooien het hier neer, zij maken rommel in het bos en dan moet ik die vieze troep ook nog eens aanraken!”

Foto: daisy.images (cc)

Duopolie | De psychologie van het ijswater

COLUMN - De Ice Bucket Challenge (IBC) heeft in recordtijd de wereld veroverd. Voor wie het gemist heeft: in de IBC gooien mensen een emmer ijswater over zich heen en dagen anderen uit om hetzelfde te doen, om de aandacht te vestigen op de ziekte ALS. De actie groeide in korte tijd uit tot een enorme hype op sociale media waaraan ook vele beroemdheden meededen. Een dertig jaar oude versie van de IBC helpt de psychologische aantrekkingskracht van het fenomeen te verklaren.

In 1984 publiceerden de psychologen George Quattrone en Amos Tversky de resultaten van een experiment waarin deelnemers eerst een trainingssessie op een hometrainer moesten afwerken. Daarna kreeg de helft van de proefpersonen te horen dat mensen met een sterk hart na een trainingssessie een langere tolerantie hebben voor kou. De andere helft kreeg juist te horen dat een sterk hart een kortere tolerantie impliceert. De deelnemers werden gevraagd hun arm in een emmer ijswater te steken om hun hartconditie te testen. De deelnemers in de groep die dacht dat kou-tolerantie een signaal was voor een sterk hart hielden hun arm veel langer in het ijswater dan de deelnemers in de andere groep.

De ijswatertest was verzonnen, en zelfs als ze zou werken was ze slechts een diagnostische test van je hartconditie: Natuurlijk kan je de conditie van je hart niet beïnvloeden met behulp van een emmer water. De proefpersonen wilden dus blijkbaar voornamelijk zichzelf overtuigen van het feit dat ze een sterk hart hebben door de test (onbewust) te manipuleren.

Foto: daisy.images (cc)

Uit de jeugdzorg | Naomi

COLUMN - ‘Trappen, Naomi!’ riep ik nadat ik je een duwtje gaf. ‘Ja, goed zo, trappen, trappen!’ En dat deed je, als zesjarig meisje, met je rode staartjes en je guitige sproetjes. Ik weet het nog goed, het was een zonnige zaterdag nu zes jaar geleden. Een aantal kinderen was thuis of bij een weekendgezin. Degenen die op de groep bleven, speelden buiten. En jij leerde fietsen.

De afgelopen jaren heb je sowieso veel geleerd. En meegemaakt ook. Je vond je plekje in onze groep. Je had veel vriendjes, zat bij de plaatselijke scouting, haalde je zwemdiploma. Je maakte mee dat groepsgenootjes verhuisden. Dat pedagogisch medewerkers vertrokken. Dat je een mooie rol kreeg in de eindmusical van groep acht. En natuurlijk ook de lange weg die je moeder heeft afgelegd.

Je zag het van dichtbij. Ik zie je nog zitten wachten, op dat bankje. Úren zat je daar. Maar ze kwam niet. Het ging niet goed met haar. Maar jij bleef trouw wachten. De week erna weer. En de week daarna weer. Inmiddels begrijp je wat een depressie is. En je moeder begrijpt zichzelf ook steeds beter. Ze weet inmiddels wanneer ze hulp in moet schakelen. Dat haar medicijnen van levensbelang zijn, en dat ze die niet meer ongeopend in de prullenbak moet gooien.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Peter Jan Rens

COLUMN - Filemon werd verwelkomd door de pitbull van Peter Jan Rens. Hij stond hem blaffend op te wachten op de veranda. Peter Jan Rens kwam er vrolijk lachend achteraan. “Hij doet niks”, zei hij. Hij leek me enigszins manisch. Peter Jan Rens, bedoel ik. Hij woonde met zijn twintig jaar jongere vriendin en hun dochtertje in een bungalowpark. Hij liep rond in een blauw Meneer Kaktus-pak.

Behalve aan zijn vriendin werd Filemon ook voorgesteld aan de vaste cameraman van Peter Jan Rens. Die legde zijn leven vast. Alles wat hij deed, werd opgenomen. Peter Jan Rens vergeleek zichzelf met een bloemetje. Zoals een bloemetje gaat opbloeien als het aandacht krijgt, zo bloeit Peter Jan Rens op als de camera’s draaien. Dan pas komt hij tot leven en is hij gelukkig. 

Er was net een boek van hem verschenen. Ollie. Filemon ging mee naar de presentatie in De Nieuwe Boekhandel te Amsterdam. Het boek ging over een spastische jongen die een onmogelijke relatie aanging met zijn logopediste. Peter Jan Rens leek het ongelooflijk te vinden waartoe zijn fictieve hoofdpersoon allemaal in staat was. Zijn vriendin had het boek nog niet gelezen.

De volgende dag ging Filemon mee naar de studio. Samen met een DJ maakte Peter Jan Rens een remake van zijn hit De Prik van de Kaktus. “Want ik kak, kak, kak… op alles”, zong hij. Er zat een hoop frustratie in. Zijn timing was er niet op vooruit gegaan. Daarna had hij een schnabbel in Lelystad, waar hij voor een man of vier zich stond uit te sloven.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Communistische kerk

COLUMN - In de Middeleeuwen was Veliko Tarnovo de hoofdstad van een Bulgaars koninkrijk dat zich in zijn gloriedagen, het begin van de dertiende eeuw, uitstrekte van de Zwarte naar de Adriatische en de Egeïsche Zee. Aan het einde van de veertiende eeuw liepen de Ottomaanse Turken het onder de voet. Toen ze de Bulgaarse hoofdstad hadden veroverd, maakten ze de burcht met de grond gelijk.

Vier, vijf eeuwen later herwonnen de Bulgaren hun onafhankelijkheid en in de communistische tijd werd besloten de oude burcht te herbouwen. Het resultaat mag er wezen. Een brug, poorten, kasteelmuren, torens, een paleis en op de heuveltop een kerk: als je niet beter zou weten, zou je denken dat het echt oud was. Je zou het kunnen opvatten als ’s werelds grootste folly.

Met de herbouw van het kasteel hadden de Bulgaarse communisten niet zoveel moeite. Dat daarin een kerk was opgenomen, was echter lastiger. Godsdienst was immers de opium van het volk. Het aanbrengen van een middeleeuws-ogende decoratie, met fresco’s die de christelijke boodschap uitdroegen, was helemaal een stap te ver.

v_trnovo

Niets te verliezen dan hun ketenen

En dus kwamen er in de Kathedraal van de Hemelvaart moderne fresco’s, die geen bezoeker onberoerd laten. Je haat ze of je sluit ze in je hart. Een tussenweg is er niet. De schilder, Teofan Sokerov, beeldde in een volkomen moderne stijl allerlei belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van de Bulgaarse middeleeuwen af, zodat de kerk kon worden beschouwd als een tribuut aan het ten onder gegane koninkrijk.

Foto: daisy.images (cc)

Anders nog iets? | Lezen is in, ezel

COLUMN - Een gruwelijke droom. Badend in het zweet wakker worden. Een hartslag van 380 hebben. En panisch bedenken waar je bent en wat je hier doet. Het overkomt me geregeld. Als dromen de spiegel van de geest zijn, heb ik een erg verrotte geest. Als dromen de verwerking van de dag moeten voorstellen, ben ik een psychopaat in het kwadraat. Gelukkig zijn het ‘maar’ dromen. Onschuldig en niet corresponderend met de werkelijkheid.

Nog onschuldiger is het fenomeen: PALINDROOM. Een keurig symmetrisch opgebouwd woord, dat je zowel van links naar rechts, als van rechts naar links kunt lezen. Ook wel een spiegelwoord genoemd. Een palindroom is een taalkundig grapje, waar sommige mensen een sport van hebben gemaakt. Het Guinness Book of Records heeft het langste Nederlandstalige palindroom genoteerd als: koortsmeetsysteemstrook. Van achter naar voren hetzelfde leesbaar als van voren naar achteren. Enkele fanatieke palindroomfreaks kwamen aanzetten met het woord: potstalmelkkoortspilstaalplaatslipstrookklemlatstop. Ze hadden gelijk, het klopt aan alle kanten. Helaas was het een Nederlands woord dat niemand kent of snapt. Dus afgekeurd.

Palindroomzinnen blijken ook te bestaan. Mezelf afvragende wie ooit op het idee is gekomen om dit te ontdekken, lees ik bijvoorbeeld: Baas, neem een racecar, neem een Saab. Geweldig toch?! Of deze: Nelli plaatst op ’n parterretrap ’n pot staalpillen. Verzin het maar! Als beginnend “palindromist” kwam ik in eerste instantie niet verder dan lepel, negen en pap. Wanneer je dit al verwarrend vindt worden; het kan nog erger. In Engeland en Frankrijk zijn complete verhalen geschreven in het ‘palindrooms’. Hierin is elke zin die je leest omkeerbaar en toch ook weer leesbaar. Geniale meesters der taal hebben hier hun levenswerk van gemaakt. Waarschijnlijk ademen, eten en poepen ze palindromen. Waarschijnlijk hebben ze ’s nachts ook wel eens gruwelijke dromen. Net als ik.

Foto: daisy.images (cc)

Politiek Kwartier | Van discriminatie naar radicalisering

COLUMN - Hoe discriminatie radicalisering in de hand werkt.

De afgelopen weken werd antizionisme door Asscher een aantal keren meteen antisemitisme genoemd. Maar dat is niet hetzelfde. Antizionisme komt nota bene ook in joods-orthodoxe kringen voor. Antizionisme gelijkstellen aan antisemitisme is van dezelfde orde als iedere jood voor zionist uitmaken: een walgelijke generalisatie. En generalisatie staat aan de basis van discriminatie.

Nog zo een oefening: Je kan tegen IS zijn, maar het is een onjuiste generalisatie hier de hele islam de schuld van te geven. En je kan dan alsnog tegen de islam zijn, het heet pas discriminatie als daarom iedereen van moslim-komaf wordt aangepakt en anders wordt behandeld dan anderen.

Het eerste is wat Wilders doet, het tweede is wat het kabinet van plan is.

Generaliseren doen we allemaal. De filosoof Nietzsche leerde ons dat de grond van alle kennis het gelijk stellen van het ongelijke is. Zonder te categoriseren kunnen we niet oordelen, en dus niet handelen.

Maar we kunnen daarin te grof te werk gaan. En dat is contraproductief.

Zolang jonge mensen ervaren dat zij bij voorbaat al bestempeld worden als verdacht, voelen zij zich buitengesloten. En dit gaat verder dan een paar antiterroristenmaatregelen. Jongeren met een bepaald uiterlijk ervaren dat zij continu onterecht aangehouden worden door de politie. Hiertegen is geprotesteerd door Amnesty, maar dit heeft nauwelijks aandacht gekregen.

Vorige Volgende