serie

Post-Atheïst

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | E.T.

COLUMN - De Zwitserse auteur Erich von Däniken baarde ooit opzien door te beweren dat de goden kosmonauten waren geweest. De pseudowetenschapper had zijn succes niet te danken aan het feit dat de lezers te weinig van wetenschap wisten – over het algemeen wisten ze dat het larie was – maar aan het feit dat hij een reëel psychologisch mechanisme op het spoor was: als we ooit contact maken met E.T., maken we ook contact met iets dat niet past in onze gebruikelijke denkkaders en dat daarom zou kunnen worden uitgelegd in religieuze termen.

Dat zou niet voor het eerst zijn. De Indiërs, die de IJzertijd nog maar net achter zich hadden gelaten, beschouwden Alexander de Grote als een avatar van Vishnu. De genocide in de Punjab oversteeg wat de Indiërs beschouwden als de menselijke maat. De Azteken deden hetzelfde: toen ze voor het eerst paarden en kanonnen zagen, meenden ze dat Hernán Cortéz een godheid was.

De Amerikaanse astronoom David Weintraub heeft een boek gewijd aan deze mogelijke reactie op het eerste contact met buitenaardse beschavingen, Religions and Extraterrestrial Life. How Will We Deal With It? Hij beargumenteert dat sommige religies de ontdekking minder goed kunnen inpassen dan andere, omdat een deel van hun rituelen uitsluitend op aarde kan worden uitgevoerd – denk aan een pelgrimage naar Mekka – of omdat ze een speciale band hebben met bepaalde plekken: de mormonen houden van de heuvel Cumorah, hindoes willen geen andere culten op de geboorteplaats van Rama en christenen ruziën om de Basiliek van het Heilig Graf.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Framing

COLUMN - Amsterdam, een nachtcafé in een van de “negen straatjes”, en ik kan mijn geluk niet op. Ik zit tegenover de aantrekkelijkste vrouw van de stad en wat meer is, ze luistert geboeid naar wat ik vertel over het boek dat ik net ben begonnen te schrijven. Dat gaat over een simpele vraag: als Jezus en Paulus joden waren, waarom is het christendom dan geen joodse stroming meer? Het antwoord is niet simpel en ons gesprek duurt tot na sluitingstijd.

Dat was kort na mijn dertigste verjaardag. Dat ik er kort voor mijn vijftigste aan terugdenk, is omdat ik het boek dit weekend heb afgerond. Nu moet het zijn publiek gaan vinden, moeten er persberichten worden geschreven en moet een presentatie worden georganiseerd. De vraag is dus: hoe presenteren we het boek zó dat het de aandacht trekt en dat het onderwerp, om zo te zeggen, opnieuw kroegconversatie wordt?

Het probleem is dat de media – of het nu gaat om boekrecensies, interviews of wat dan ook – ingewikkelde onderwerpen vaak presenteren in vertrouwde interpretatiekaders. Zulke frames zijn nuttig, omdat een journalist zich dan kan concentreren op het allerbelangrijkste en onuitgelegd kan laten waarom dit onderwerp nieuws is. Zo past de informatie in duizend woorden of drie minuten zendtijd.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Onmogelijke humor

Komt een moslim bij een christen. Vraagt ’ie: ‘Hoe komt het toch dat jullie zo rijk zijn?’

Antwoordt die christen: ‘Ach, God heeft een cheque uitgeschreven aan Maria, die heeft hem doorgegeven aan Jezus en die betaalt hem uit aan ons.’

Vervolgt die christen: ‘Hoe komt het eigenlijk dat jullie zo arm zijn?’

Zegt die moslim: ‘Wij kregen ook een cheque, maar God gaf die eerst aan Mohammed, die gaf hem aan Ali, die gaf hem aan Hasan, die gaf hem aan Huseyn, die gaf hem aan Ali, die gaf hem aan Mohammed, die gaf hem aan Jafar, die gaf hem aan Musa, die gaf hem aan Reza, die gaf hem aan Mohammed, die gaf hem aan Ali, die gaf hem aan Hasan en die gaf hem weer aan iemand die ermee is verdwenen.’

Vult een andere moslim aan: ‘Ze zeggen dat die laatste nog eens terugkomt, maar je zult zien dat het op vrijdag is en dan zijn de banken gesloten.’

Ik beken dat ik dit niet het hoogtepunt van humor vind. Dat ligt niet aan de pointe: de islamitische cheque wordt doorgegeven in de rij van de twaalf imams, de sjiieten verwachten de terugkeer van de verdwenen laatste imam en het is een grappig contrast de verheven imams te presenteren als mensen die een cheque zoekmaken. Het feitelijke probleem is dat ik dit contrast wel herken maar geen dijenkletser vind. Humor is cultureel bepaald. De Irakees die me de geciteerde mop vertelde, begrijpt weer niet wat zo grappig is aan een Wiedergutmachungsschnitzel.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Johannes de Doper

COLUMN - Sozopol ligt in het oosten van Bulgarije, aan de Zwarte Zee, in een zó toeristische streek dat de vraag zich onontkoombaar opdringt wat Gerd Leers in vredesnaam heeft bewogen om uitgerekend hier een villa te kopen. Er zijn enkele mooie stadjes, maar verder bestaat de kuststrook uit een eindeloze reeks hotels. ‘In de communistische tijd stonden er hier vijftig,’ hoorde ik ergens vertellen, ‘en daarna kapten ze het groen en toen was er ruimte voor honderdvijftig.’

Het voordeel van het massatoerisme is dat er geld is om monumenten prachtig op te knappen, enkele mooie musea te bouwen en archeologisch onderzoek te doen. Zo ook op het eilandje ten noorden van de stad, waar in 2011 opgravingen plaatsvonden in het klooster van Sveti Ivan, ofwel Sint-Jan, ofwel Johannes de Doper. Daarbij werden mensenbotten gevonden waarvan men onmiddellijk beweerde dat die waren van de boetgezant.

Ik word daar altijd wat iebel van, maar niet omdat ’s mans gebeente óók ligt in de Umayyadenmoskee in Damascus en de Sint-Jan van Lateranen in Rome. Die santenkraam kan ik wel lijden en ontroert me zelfs, zoals ik ook ontroerd ben als ik in het Florentijnse Museum van Wetenschapsgeschiedenis een reliekhouder zie met de vinger van Galilei. Ieder zijn meug. Wat me dwars zit is dat de wetenschap daar de oren naar laat hangen.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Communistische kerk

COLUMN - In de Middeleeuwen was Veliko Tarnovo de hoofdstad van een Bulgaars koninkrijk dat zich in zijn gloriedagen, het begin van de dertiende eeuw, uitstrekte van de Zwarte naar de Adriatische en de Egeïsche Zee. Aan het einde van de veertiende eeuw liepen de Ottomaanse Turken het onder de voet. Toen ze de Bulgaarse hoofdstad hadden veroverd, maakten ze de burcht met de grond gelijk.

Vier, vijf eeuwen later herwonnen de Bulgaren hun onafhankelijkheid en in de communistische tijd werd besloten de oude burcht te herbouwen. Het resultaat mag er wezen. Een brug, poorten, kasteelmuren, torens, een paleis en op de heuveltop een kerk: als je niet beter zou weten, zou je denken dat het echt oud was. Je zou het kunnen opvatten als ’s werelds grootste folly.

Met de herbouw van het kasteel hadden de Bulgaarse communisten niet zoveel moeite. Dat daarin een kerk was opgenomen, was echter lastiger. Godsdienst was immers de opium van het volk. Het aanbrengen van een middeleeuws-ogende decoratie, met fresco’s die de christelijke boodschap uitdroegen, was helemaal een stap te ver.

v_trnovo

Niets te verliezen dan hun ketenen

En dus kwamen er in de Kathedraal van de Hemelvaart moderne fresco’s, die geen bezoeker onberoerd laten. Je haat ze of je sluit ze in je hart. Een tussenweg is er niet. De schilder, Teofan Sokerov, beeldde in een volkomen moderne stijl allerlei belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van de Bulgaarse middeleeuwen af, zodat de kerk kon worden beschouwd als een tribuut aan het ten onder gegane koninkrijk.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Twaalf apostelen?

COLUMN - Het Griekse woord apostolos betekent zoiets als ‘gezant’ of ‘afgevaardigde’, en zoals u weet had Jezus er een stuk of twaalf van. Dit feitje behoort echter in dezelfde categorie als de brandspiegels van Archimedes, hoorns op Vikinghelmen en het Zweedse wittebrood: algemeen bekend maar onwaar.

Het sociogram van Jezus’ volgelingen zit behoorlijk complex in elkaar, met leerlingen, apostelen en een groep die de Twaalf wordt genoemd. Dat het gaat om verschillende groepen, blijkt zonneklaar uit een van de alleroudste christelijke teksten, de Eerste brief aan de Korintiërs.

In de genoemde passage somt Paulus op wie zoal de opgestane Christus hebben gezien: eerst Petrus, vervolgens de Twaalf, daarna vijfhonderd broeders en zusters, toen zijn broer Jakobus, daarop de apostelen en tot slot Paulus zelf. De apostelen worden hier onderscheiden van de Twaalf en het is ook duidelijk dat Paulus zichzelf rekent tot een aparte categorie. (Mocht u zojuist op de link hebben geklikt en willen tegenwerpen dat er toch ‘twaalf leerlingen’ staat, dan hebt u een vertaalfout ontdekt in de Nieuwe Bijbelvertaling: hier heeft u wat vergelijkingsmateriaal en daar is uitleg van het Grieks.) Dit onderscheid tussen de diverse groepen wordt in vrijwel alle teksten van het Nieuwe Testament gemaakt.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Schelden en terugschelden

COLUMN - Wat doe je, als christelijke auteurs je beschuldigen van zo’n beetje alle delicten uit het Wetboek van Strafrecht en speciaal voor jou zelfs nog een misdrijf verzinnen? Ga je rustig uitleggen dat het allemaal berust op een misverstand? Nee natuurlijk. Dat kost teveel tijd en zou bovendien de indruk wekken dat je iets te verdedigen hebt. Dus scheld je terug. Dat is nu zo. Dat was vroeger zo.

De christelijke polemiek tegen de joden begint al in het Nieuwe Testament. De gemeenschap waarvoor Johannes zijn evangelie schrijft, had een pijnlijke breuk met een joodse gemeenschap achter de rug en de evangelist ziet er geen been in ‘de’ joden aan te duiden als duivelskinderen. In de loop van de tweede eeuw worden de verwijten nog grover. Bisschop Melito verwijt de joden – opnieuw: ‘de’ joden – het misdrijf der ‘theocide’, de godsmoord. Het is geen frisse lectuur.

Kanttekening één: dit zijn de meningen van de schrijvende klasse. Tussen de regels door valt te lezen dat gewone gelovige hun eigen plan trokken. Als Johannes Chrysostomus, de latere patriarch van Constantinopel, rond 390 niet minder dan acht preken op de joden afvuurt, doet hij dat omdat er in zijn gemeente christenen waren die aanschoven in de synagoge. Ook zijn tijdgenoot Augustinus noemt mensen die volgens hem christenen waren maar zichzelf beschouwden als joden. De gewone gelovigen hadden zo hun eigen ideeën.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Khalil Aitblal

COLUMN - De zaterdagkranten. Juist als je de tijd hebt rustig alles te lezen, maken de redacties zich er vanaf met een jantje van leiden. Er staat nooit iets in waarvan je dacht dat je het echt had willen lezen. Hoewel… afgelopen zaterdag had Het Parool zomaar een ingezonden stuk over de islam dat niet alleen de moeite van het lezen waard was, maar ook de moeite van het reageren. Bij dezen.

Praten met Joden nu niet het belangrijkst’ luidde de kop. Daarmee verzekerde de auteur, Khalil Aitblal ( ‘internationaal adviseur interreligieuze relaties’) zich meteen van mijn aandacht, want als er de afgelopen weken nu één ding duidelijk is geworden, dan is het dat de relaties tussen de islam en het jodendom op het zieke af gespannen zijn.

De strekking van Aitblals betoog is dat, hoe sympathiek het ook is dat moslims en joden met elkaar in dialoog willen, de moslims eerst hun eigen huis eens op orde moeten brengen. ‘De grootste dreiging suddert en loert van binnenuit’, schrijft Aitblal, en hij varieert op dat thema in alle toonaarden.

We zijn niet voorbereid op het opvangen van jongeren die slachtoffer worden van hersenspinsels die een bedreiging zijn voor islam en moslims en de rest van de mensheid. Om het maar niet te hebben over de preventie.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Kerk en staat

COLUMN - Ik heb Harm Schilder nooit ontmoet, dus ik maak een voorbehoud, maar het lijkt me iemand met wie ik slaande ruzie krijg. Dat hij in Tilburg woont, prima. Dat hij pastoor is, oké. Dat hij de kerkklokken luidde, dat wordt lastiger. Dat hij het deed om kwart over zeven ’s morgens, vind ik tactloos. Dat hij, toen erover werd geklaagd, weigerde rekening te houden met de omwonenden, beschouw ik als ongemanierd. Dat hij het toelichtte met als argument dat hij de buurtgenoten ‘wilde laten weten dat er in de kerk ook voor hen werd gebeden’, maakt me onbeschrijflijk kwaad. Dat wil zeggen, ik kan mijn kwaadheid wel beschrijven, maar zelfs op GeenStijl zou het worden weggejorist.

Wat beweegt zo’n man? De simpelste verklaring is dat het gewoon een vervelend persoon is. Als een land maar groot genoeg is, is er altijd wel een pastoor die zichzelf ervan zal overtuigen dat godsdienst vóór beschaafde omgangsvormen gaat. Maar vermoedelijk is dat wat al te simpel geredeneerd.

Juist omdat er vervelende personen zijn, hebben we een wet en we streven ernaar dat die voor iedereen gelijk wordt toegepast. Dat is met kerken echter niet het geval: ze mogen de klok luiden. Daar zijn wat regels voor, waarmee de klokken van pastoor Schilder uiteindelijk ook tot zwijgen zijn gebracht, maar een kerk mag eerder geluidsoverlast veroorzaken dan u of ik. Als ik een vergunning zou aanvragen om de lessen van mijn schooltje vooraf te laten gaan door klokgebeier, zal de ambtenaar kijken alsof hij het in Keulen hoort donderen, maar als de pastoor dezelfde aanvraag doet, vindt dezelfde ambtenaar het doodnormaal.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Göbekli Tepe

COLUMN - Oorlog in Gaza, oorlog in Irak, nog geen oorlog in de Oekraïne: de komkommertijd is onrustig dit jaar. Sommig nieuws, dat anders de krant zou hebben gehaald, blijft nu wat onderbelicht, zoals het overlijden van de Duitse archeoloog Klaus Schmidt. Ik weet toevallig dat het NRC Handelsblad heeft overwogen er een stukje aan te wijden, maar het echte nieuws ging voor.

Schmidt was de joviale opgraver van Göbekli Tepe in zuidoost-Turkije, een van de belangrijkste archeologische ontdekkingen van de afgelopen kwart eeuw. De simpelste manier om het te beschrijven is dat het vier kleine Stonehenges bij elkaar zijn, met dit verschil dat de stenen veel meer zijn bewerkt en zijn voorzien van reliëfs van dieren. Kraanvogels, vossen, slangen, krokodillen. En waar Stonehenge zo’n 4600 jaar oud is, is Göbekli Tepe eens zou oud. De opgravers noemden het een heiligdom.

De hamvraag is hoe een archeoloog dat kan weten. Schmidt was daar eerlijk over: hij wist het niet zo zeker als hij zou willen. Als hij vertelde over zijn project, legde hij de nadruk op het feit dat de mensen in het tiende en negende millennium v.Chr. nog leefden als jagers en verzamelaars, dat hun werktuigen simpel waren en dat het een wonder was dat ze zoiets monumentaals als de vier cirkels van Göbekli Tepe schiepen.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Tourwinnaar

COLUMN, RECENSIE - De Tour de France zit er weer op en dat is een ongezochte aanleiding om Gino Bartali in het zonnetje te zetten, de Italiaanse renner die de Ronde won in 1938 en 1948. Il Pio zou vaker hebben gewonnen als de Tweede Wereldoorlog er niet tussen was gekomen.

Bartali, die deze maand een eeuw geleden is geboren in een dorp in Toscane, leefde in de tijd waarin de wielersport doorbrak. Eén van de redenen was dat voor veel Italianen de toegenomen mobiliteit, een wezenskenmerk van de twintigste eeuw, werd vertegenwoordigd door de fiets. Het is nu moeilijk voor te stellen, maar het rijwiel was in het toenmalige Italië hét symbool van de moderniteit.

En daarmee was het wielrennen politiek. De fascisten wilden per se een overwinning hebben in de Ronde van Frankrijk, om zo de kracht van Italië te tonen. Toen Bartali in 1938 inderdaad won, werd van hem verwacht dat hij zijn tourzege zou opdragen aan Mussolini, maar hij weigerde. Als gelovige katholiek en lid van een christelijke organisatie die zo goed en kwaad als het ging trachtte oppositie te voeren, moest hij niets hebben van het regime.

Dit alles was al bekend toen Aili en Andres McConnon besloten een biografie aan Bartali te wijden. De oorspronkelijke opzet van het boek lijkt te zijn geweest om het leven van de sportman te koppelen aan een geschiedenis van de opkomst van het wielrennen. Toen ze hun onderzoek deden, ontdekten ze echter dat er meer te vertellen viel. Dat maakt Road to Valor boeiender dan een gewone sportbiografie.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Fappy the Anti-Masturbation Dolphin

COLUMN - Wat mensen tussen de lakens doen, mogen ze zelf uitmaken. Sommigen experimenteren en anderen zijn wat behoudender, maar geen van allen wil dat Vadertje Staat in de slaapkamers meekijkt.

Dat is anders in de Verenigde Staten, waar christelijk rechts regelmatig campagne voert om de seksualiteit te reguleren. Alleen binnen het huwelijk, alleen man en vrouw, en het liefst alleen gericht op voortplanting. Dat leidt eigenlijk elk jaar weer tot de gênante vertoning dat deze dominee moet toegeven een prostituee te hebben bezocht of dat die homohatende senator moet erkennen zelf gay te zijn. Er zijn zoveel absurde berichten geweest, dat ik inmiddels alles geloof uit het land van de onbegrensde mogelijkheden.

Bericht nummer één: de Amerikaanse filmmaker Michael Moore werkt aan een documentaire over een christelijke organisatie die kinderen wil wijzen op de gevaren van masturbatie en daartoe “Fappy the Anti-Masturbation Dolphin” in het leven heeft geroepen. Facebookpagina hier. Motto: “Masturbation is a gateway drug to rape”. Uiteraard liep het project verkeerd: de acteur die zich als dolfijn verkleedde, zou zijn betrapt toen hij de hand aan zichzelf sloeg.

Verschillende serieuze nieuwssites namen het over, waardoor het even duurde eer ik in de gaten had dat het satire was. Het muntje viel bij mij pas toen ik las dat de antimasturbatiedolfijn zou zijn gesponsord door Monsanto.

Vorige Volgende