serie

Post-Atheïst

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Tempelberg

COLUMN - In 70 n.Chr. verwoestten de Romeinen de Tempel in Jeruzalem, de plaats waar joden al eeuwenlang de offers brachten waarmee ze de Verbondsrelatie met God onderhielden. De herbouw van de Tempel is sindsdien een utopie gebleken, al heeft de Romeinse keizer Julianus er ooit toestemming voor verleend. Zijn opvolger draaide het terug en sindsdien is er weinig van het project vernomen.

Nadat de Arabieren Palestina hadden veroverd, bouwden ze de Rotskoepel. Omdat ze het tempelterras beschouwen als de plaats waarvandaan Mohammed zijn reis naar de hemel heeft gemaakt en daarom de Haram al-Sharif, zoals moslims de Tempelberg noemen, beschouwen als heilige plek, wordt het gebied bestuurd door Jordanië. De Israëlische premier Netanyahu heeft zijn buurland verzekerd geen plannen te hebben daarin verandering te brengen.

Hij was tot die uitspraak gedwongen omdat hij zich moest distantiëren van het Temple Institute, dat de Tempel wil herbouwen. De Volkskrant wijdde er afgelopen zaterdag een artikel aan, maar de problemen zijn al ouder. De Palestijnen zijn er namelijk niet gerust op dat het Temple Institute een marginale organisatie blijft. De kwakhistorische theorie dat de joodse Tempel op een andere plaats heeft gestaan, geniet in de islamitische wereld een even onterechte als begrijpelijke populariteit.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Gilgameš

COLUMN - Uw ouders hebt u gezegd dat u kerstavond doorbrengt bij uw schoonfamilie, u hebt uw schoonouders wijsgemaakt dat u de feestdagen viert met uw eigen vader en moeder. Van uw kinderen hebt u geen last want die kijken naar Sissi, die junge Kaiserin, die ook dit jaar weer wordt herhaald. De traditionele bijlagen van uw krant bevatten traditioneel niets interessants en omdat u 2014 in real life hebt meegemaakt voelt u weinig voor het jaaroverzicht op TV. Kortom: u zoekt een goed boek.

Fragment van de tekst van het Gilgameš-epos (Museum van Hattusa)

Fragment van de tekst van het Gilgameš-epos (Museum van Hattusa)

Ik adviseer u Het epos van Gilgameš, het tweeëndertig eeuwen oude nationale gedicht van Babylonië. De beste vertaling is die van Herman Vanstiphout, omdat hij niet slechts de twaalf kleitabletten van de standaardtekst vertaalt, maar ook het oudere materiaal, en zo inzicht biedt in de groei van een van de meest overdonderende teksten uit de geschiedenis.

In de Oudheid en Middeleeuwen werd informatie vooral mondeling doorgegeven en dat geldt ook voor de sage van de oersterke koning van Uruk in zuidelijk Irak, die ergens in de zevenentwintigste eeuw v.Chr. moet hebben geregeerd. Zo rond 2000 v.Chr., eeuwen na zijn dood, circuleerden over hem al enkele verhalen, die zijn opgeschreven in het Sumerisch. De verhalen werden echter ook in andere talen verteld, en een Babylonische optekening vond plaats rond 1800.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Faalkardinaal

COLUMN - Eigenlijk had ik vandaag een column willen wijden aan het Epos van Gilgameš. Gewoon een lief stukje over een oeroude tekst, waarin vragen aan de orde komen die wij nog steeds stellen. Maar de actualiteit moest weer eens zo nodig tussenbeide komen.

Die actualiteit is dat vorige week bekend werd dat kardinaal Ad Simonis, lange tijd het hoofd van de rooms-katholieke kerk in ons land, er al in oktober 2000 van op de hoogte was dat zijn hulpbisschop Jan Niënhaus vier ‘erotische stoeipartijen’ had gehad met een minderjarige. Simonis wist dit uit een brief van de betrokkene maar besloot de zaak te laten wat ze was.

Daarvoor had hij redenen. Ik deel die niet, maar ik kan me voorstellen dat mensen deze keuzes maken. Er was geen werkelijk bewijs: het zou het woord van de briefschrijver zijn geweest tegen dat van de hulpbisschop. Deze laatste was ernstig ziek en zou enkele weken later overlijden, zodat het een daad van compassie was hem niet met de klacht te confronteren. Ik weet niet of ik die keuze ook zou hebben gemaakt. Wat ik in elk geval niet begrijpen kan – nee, niet begrijpen wil – is dat de kardinaal, toen hij eenmaal begreep dat het verhaal waar moest zijn, besloot erover te liegen.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Zondvloed

COLUMN - Karl Marx keek verstoord op van zijn werk. Aanzwellend rumoer in de gangen, slaande deuren en toen, opeens, een geheel ontklede man in de leeszaal van de British Library. Opwinding alom, kabaal, tot de naaktloper door bibliothecarissen werd overmeesterd en afgevoerd.

De echte opwinding moest toen nog komen. Vriendelijke suppoosten brachten de overspannen man naar zijn kleren, die hij bleek te hebben achtergelaten in de “Arched Room”, een vertrek in het British Museum waar ook tegenwoordig zachtaardige geleerden in diepe stilte kleitabletten bestuderen. Wat was er aan de hand, vroegen de geschokte heren. “Kijk dan!”, zal George Smith hebben gezegd, terwijl hij zijn overhemd aantrok. Zijn collega’s keken naar het kleitablet dat Smith tot enkele minuten daarvoor had zitten lezen. En toen zagen ze het. En hoewel ze hun kleren aanhielden, deelden ze in de opwinding.

“Grootste oudheidkundige ontdekking aller tijden”, kopte The Daily Telegraph, en dat was niet eens zo heel veel overdreven. Op Smiths kleitablet stond het Mesopotamische verhaal over de Zondvloed, en in 1872 werd zo’n vondst door menigeen uitgelegd als bewijs dat de Bijbel gelijk had. Nog vóór het einde van het jaar lag er een vertaling, die op haar beurt in vrijwel alle Europese talen werd omgezet.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Turks obscurantisme

COLUMN - Juist. Krijg je dat weer. Denk je dat je het ergste wel hebt gehad met de uitspraak van de Turkse president Erdoğan dat moslims Amerika ontdekten, beweert de Turkse minister van wetenschappen, Fikri Işık, dat moslims hebben ontdekt dat de aarde een bol was.

Dat is natuurlijk onzin. De moslims hoefden de bolvorm van onze planeet niet te ontdekken, aangezien deze al een millennium vóór Mohammed bekend was aan de Grieken. Işık heeft een klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt.

Wat hij op het oog heeft gehad, is een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de negende-eeuwse kalief Al-Ma’mun, die de omtrek van de aarde wilde weten. In principe zou dat een simpele klus moeten zijn: je meet op twee plaatsen, waarvan je de onderlinge afstand kent, de hoogte van de onbeweeglijke Poolster. Helaas is dit hemellichaam niet zo onbeweeglijk als je zou denken: de aardas beweegt heel langzaam, waardoor de Poolster niet altijd precies aan de hemelpool staat. De Arabische astronomen lijken het te hebben moeten doen met een onooglijk sterretje dat bekendstaat als HIP 62572.

De Arabische onderzoekers deden hun metingen in onder meer Palmyra en Raqqa, en concludeerden dat de aardomtrek 37.440 kilometer bedroeg. Dat is zes procent te weinig. Een eerdere schatting, van de Griekse wetenschapper Eratosthenes, kwam uit op 43.500 kilometer, wat negen procent te veel is.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Columbus

COLUMN - U weet het: in 1492 bereikte Columbus Amerika. Iets minder beroemd, maar even belangrijk: Bartolomeüs Diaz leidde in diezelfde jaren de eerste westerse expeditie naar de Indische Oceaan. De twee mannen ontdekten echter méér dan alleen twee zeevaartroutes: ze voeren in feite het middeleeuwse wereldbeeld aan flarden.

Het is niet zo dat de middeleeuwers dachten dat de aarde een platte schijf was: dat misverstand is in 1828 door de Amerikaanse romancier Washington Irving de wereld in geholpen. Columbus, Diaz, hun matrozen en hun opdrachtgevers wisten heel goed dat de aarde een bol was. Wat wel nieuw was, was Diaz’ conclusie dat de Indische Oceaan geen binnenzee vormde en viel te bereiken door van de Atlantische Oceaan om Kaap de Goede Hoop heen te varen. Dat betekende, om te beginnen, dat het Verre Oosten per schip te was bereiken en dat er voor ondernemers prachtkansen lagen; het betekende bovendien het ongelijk van de Griekse geograaf Ptolemaios, die in de Renaissance gold als onfeilbaar.

Columbus’ ontdekking oogde aanvankelijk minder schokkend: hij was in China of Japan of India aangekomen, een wereld waarover de Europeanen al hadden gehoord. Pas enkele jaren later zonk in dat Columbus een nieuwe wereld had ontdekt. En dat was problematisch, want dat betekende dat er naast Europa, Azië en Afrika een vierde continent was, onbekend aan de antieke auteurs. Erger: er woonden mensen – en waar kwamen die nou vandaan?

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Erdoğan over Amerika

COLUMN - Moslims hebben Amerika ontdekt, aldus de Turkse president Recep Erdoğan. Het gebeurde in 1178 en het bewijs, opgeduikeld door ene Youssef Mroueh, is dat Columbus in zijn logboek zou vermelden dat hij op maandag 21 oktober 1492 een moskee zag op een heuvel aan de kust van Cuba.

De claim klopt niet en dan bedoel ik niet dat 21 oktober in dat jaar viel op een zondag. En ik bedoel evenmin dat Columbus’ schepen op dat moment niet bij Cuba waren. Het probleem is dat het logboek, dat in 1991 in het Nederlands is vertaald door Hans Werner, domweg niet is te gebruiken voor dit type informatie.

Maar eerst: welke passage hebben Mroueh en Erdoğan op het oog? Het gaat om een beschrijving die we aantreffen in het logboek van maandag 29 oktober 1492, waarin we lezen we dat er

mooie bergen zijn die aan de Peña de los Enamorados doen denken. Eén daarvan heeft op de top een kleiner bergje dat oprijst als een sierlijke moskee.

Niks moskee dus, een bergtop die eruitzag als een moskee. Mrouehs claim is op niets gebaseerd en de president van Turkije bewijst met deze wartaal zijn land geen dienst.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Sint-Maarten

COLUMN - Dat niet alle christelijke heiligen bescheiden personen waren, wordt geïllustreerd door Martinus van Tours ofwel Sint-Maarten: hij nam een secretaris in dienst om zijn heiligenleven schrijven. Je zou je ergeren aan Sulpicius SeverusLeven van de heilige Martinus als de tekst niet zo interessant was. Martinus was namelijk bepaald geen kwezel.

Hij begon zijn loopbaan bij de Romeinse cavalerie en was achttien toen hij zich in 335 bekeerde tot het christendom. Dat gebeurde, zo lezen we, nadat hij bij de stadspoort van Amiens een naakte man had zien zitten, die door iedereen werd genegeerd. Het was hartje winter.

Martinus begreep dat de bedelaar, nu de anderen hem geen barmhartigheid betoonden, voor hem was bestemd. … Daarom greep hij het zwaard waarmee hij was uitgerust, verdeelde er zijn mantel mee in twee stukken en gaf één ervan aan de arme; het andere trok hij zelf weer aan. Intussen begonnen enkele omstanders te lachen, omdat hij er met de afgesneden mantel als een mismaakte uitzag. Maar velen ook, die gezonder van geest waren, zuchtten diep, omdat zij niet iets dergelijks gedaan hadden. Want juist zij, die rijker waren, hadden de arme kunnen kleden zonder zelf naakt te hoeven worden.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Ashura

COLUMN - In Libanon wordt de politiek gedomineerd door enkele rijke families, die zich profileren als leiders van religieuze groepen. Dat laatste is noodzakelijk omdat de kiesdistricten zijn toegewezen aan bepaalde confessies. Het gevolg is dat religieuze symbolen meer dan in Nederland prominent in de openbare ruimte aanwezig zijn.

Dezer dagen herdenken de sjiitische moslims dat in 680 n.Chr. een kleinzoon van de profeet Mohammed, Huseyn, om het leven kwam in de Slag bij Kerbala. De betekenis van deze veldslag is dat de macht in de islamitische wereld kwam te liggen bij kaliefen uit de familie der Umayyaden. Hieruit ontstond de soennitische islam. Het lastig toegankelijke Libanongebergte, dat al eeuwenlang een toevluchtsoord vormt voor vrijwel elke religieuze minderheid in het Midden-Oosten, was een van de gebieden waar de afstammelingen van Huseyn, de sjiieten, op steun konden blijven rekenen.

Als je nu in een sjiitische stad, dorp of stadswijk komt, kun je je niet aan Ashura onttrekken. In het restaurant in Baalbek serveerde de in het zwart geklede uitbater ons, hoewel we voor limonade waren binnenkomen, ook wat eten. In Tyrus hoorden we hoe de rouwklachten vanuit drie minaretten tegelijk werden gereciteerd.

Overal hangen zwarte vlaggen en posters, waarop de sjiitische politici, bijvoorbeeld Nabih Berri van de Amal-beweging of Hassan Nasrallah van de Hezbollah, zijn te zien met afbeeldingen van de gebeurtenissen in Kerbala. Omdat de toeristen dit jaar wegblijven, zijn de opschriften momenteel vooral in het Arabisch, maar twee jaar geleden, kort voordat de Liberale Internationale vergaderde in Beiroet, werd de boodschap ook uitgelegd in het Engels.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Abraham zien

COLUMN - Als u dit leest, ben ik in Libanon. Ik word deze week namelijk vijftig en diende derhalve te beletten dat olijkerds een pop van een oude man voor mijn huis zouden neerzetten om ook de buurt te laten weten dat ik Abraham zie. Wég van huis dus, desnoods naar Beiroet, wat in elk geval het voordeel heeft dat er restaurants zijn die het beste combineren dat Arabische, Ottomaanse en Franse koks ooit hebben bedacht. Als je dan toch vijftig word, doe het dan op een plek waar je lekker kunt eten. En – niet onbelangrijk – waar aardige vrienden wonen.

Uiteraard presenteerde ik in de vorige alinea de redenen voor mijn vakantie in omgekeerde volgorde. Angst voor lolbroekerij was het minst belangrijk, lekker eten is iets belangrijker terwijl mijn vrienden even belangrijk zijn als de behoefte aan rust. Ik heb deze zomer het boek namelijk afgerond waar ik op deze plaats wel eens over heb geschreven, en ik kan u verzekeren: het schrijven van boeken is knap vermoeiend.

Het boek heet Israël verdeeld en gaat over de wereld waarin het christendom en het rabbijnse jodendom zijn ontstaan. Zeg maar de jaren 180 v.Chr. – 70 n.Chr.: de periode waarin de offercultus in de tempel nog het hart van het jodendom vormde. ‘Rabbi’ was nog geen formele titel en de canon van de Bijbel lag nog niet vast.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Bijbel achter slot en grendel

COLUMN, OPINIE - Vorige week schreef ik dat de religieuze teksten van het jodendom en christendom zo beroerd zijn ontsloten. In een tijd waarin het internet zoveel mogelijkheden biedt, zijn bijbels nog altijd boeken, met alle nodeloze beperkingen van dien. Ik eindigde met een opsomming van zaken die je nodig hebt om de Bijbel (of n’importe welke andere antieke tekst) te lezen, schreef te hopen dat de nieuwe website DeBijbel.nl een oplossing zou bieden en nam me voor deze week daarop terug te komen.

DeBijbel.nl is echter niet wat het zou moeten zijn, niet voor degenen die religieus zijn en niet voor degenen die om historische of culturele redenen belangstellen in de Bijbel.

Voor de nieuwe website moet je je namelijk registreren. Voor de noodzakelijke faciliteiten – in deze fase nog gratis – zul je moeten bijbetalen. Ik begrijp de achterliggende reden: het maken van een nieuwe Bijbelvertaling kost veel geld en ook het bouwen en onderhouden van een website zijn niet gratis. En ja, er bestaat zoiets als copyright en dat geldt eveneens voor vertalingen. Allemaal waar. Maar het Nederlands Bijbelgenootschap heeft gekozen voor het verkeerde verdienmodel. Dit is contraproductief.

Om te beginnen lijken alle bestaande links naar de oude website, Biblija.net, in een klap ontoegankelijk te zijn. Ik heb in deze rubriek wel eens gelinkt naar Bijbelpassages, maar al die links leiden nu – althans voor wie in Nederland is – naar de nieuwe site. De gemiddelde internetgebruiker zoekt echter snelle informatie en zal zich niet registreren, laat staan betalen. De Bijbel, die tot voor kort in elk geval online viel te consulteren, is in feite ontoegankelijk gemaakt voor wie hedendaagse verwachtingen heeft van informatie. Dit is niet de manier waarop je anno 2014 het collectieve erfgoed van de mensheid ontsluit.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Bijbellectuur

COLUMN - Een kennis van me ging met pensioen en besloot, nu hij wat tijd had, de Bijbel eens te lezen. Zoals te verwachten viel, bekwam hem dat slecht en hij is er halverwege mee gestopt. Zijn eerste fout: hij nam de Statenvertaling. Zijn tweede fout: hij begon bij Genesis. Zijn derde fout: hij vergat dat deze bibliotheek niet voor hem was geschreven.

Om met de Statenvertaling te beginnen: die is vier eeuwen oud en ook in hertaling geen toegankelijk Nederlands. Een andere moeilijkheid is dat een moderne lezer al snel struikelt over evidente fouten. Zo wordt het Hebreeuwse woord voor klipdas vertaald met ‘konijn’. Je hoeft geen biologie te hebben gestudeerd om te weten dat dit dier in het oude Nabije Oosten niet voorkwam. Storend.

Een volgend bezwaar tegen de Statenvertaling is dat de vertalers, die behoorden tot de allerbeste van de zeventiende eeuw, minder van de oude talen wisten dan moderne filologen. Die weten bijvoorbeeld wat bepaalde partikels betekenen en kunnen ook beter vaststellen wanneer iets schrijf- of spreektaal is. Moderne vertalingen zijn niet alleen anders maar ook beter. De Statenbijbel is mooi, zeker, maar volstrekt ongeschikt voor een eerste kennismaking.

Het tweede probleem is dat mijn kennis begon te lezen bij Genesis. Dat is een geweldige binnenkomer, maar na de oertijdverhalen en de vertellingen over de aartsvaders zit je al snel in Exodus en na de Uittocht is de lol er wel vanaf. De collectie van regels en voorschriften in de tweede helft van Exodus en daarna Leviticus, Numeri en Deuteronomium is voldoende om de meeste lezers te doen afhaken.

Vorige Volgende