Post-atheïst | Tempelberg
COLUMN - In 70 n.Chr. verwoestten de Romeinen de Tempel in Jeruzalem, de plaats waar joden al eeuwenlang de offers brachten waarmee ze de Verbondsrelatie met God onderhielden. De herbouw van de Tempel is sindsdien een utopie gebleken, al heeft de Romeinse keizer Julianus er ooit toestemming voor verleend. Zijn opvolger draaide het terug en sindsdien is er weinig van het project vernomen.
Nadat de Arabieren Palestina hadden veroverd, bouwden ze de Rotskoepel. Omdat ze het tempelterras beschouwen als de plaats waarvandaan Mohammed zijn reis naar de hemel heeft gemaakt en daarom de Haram al-Sharif, zoals moslims de Tempelberg noemen, beschouwen als heilige plek, wordt het gebied bestuurd door Jordanië. De Israëlische premier Netanyahu heeft zijn buurland verzekerd geen plannen te hebben daarin verandering te brengen.
Hij was tot die uitspraak gedwongen omdat hij zich moest distantiëren van het Temple Institute, dat de Tempel wil herbouwen. De Volkskrant wijdde er afgelopen zaterdag een artikel aan, maar de problemen zijn al ouder. De Palestijnen zijn er namelijk niet gerust op dat het Temple Institute een marginale organisatie blijft. De kwakhistorische theorie dat de joodse Tempel op een andere plaats heeft gestaan, geniet in de islamitische wereld een even onterechte als begrijpelijke populariteit.