serie

Links & Rechts

Foto: daisy.images (cc)

Links en rechts, deel 7: Asymmetrie

ANALYSE - Aanstaande woensdag mag u weer kiezen. Gaat u links of rechts stemmen? In een goed functionerende democratie, waarin links en rechts met elkaar in evenwicht zijn, zijn beide keuzes te rechtvaardigen. Door de dominantie van rechts de laatste jaren is dat nu niet meer zo.

De verschuiving naar rechts wordt veroorzaakt door de verschillende manier waarop rechts en links in de politiek staan. Rechts is steeds meer op de Tegenpartij gaan lijken en links is vergeten wat linkse politiek ook al weer was. Wie de politiek volgt, voelt zich soms als Gerry Rafferty van Stealers Wheel [1]:

Clowns to the left of me,
Jokers to the right, here I am,
Stuck in the middle with you

Maar waar is dat eigenlijk, ‘het midden’ als de politiek zo ver uit het lood is geraakt en hoe heeft dit kunnen gebeuren? Ik kijk, zoals het hoort, eerst naar links, dan rechts.

Links

Het lijkt de laatste jaren of links niet meer links durft te zijn. Linkse politici nemen afstand van hun concurrenten ter linkerzijde: partijen als SP, Die Linke en Syriza. Jeroen Dijsselbloem doet dat bijvoorbeeld als hij zegt dat hij geen ‘ideologische verhalen ga[at] houden, [want dan] bereik ik niks’. Het klinkt heel nuchter maar Dijsselbloems beleid is net zo goed gebaseerd op ideologie, alleen is dat geen linkse maar een rechtse ideologie [2].

Foto: daisy.images (cc)

Links en rechts, deel 6: Vrijheid, gelijkheid en gemeenschap

ACHTERGROND - Als iedereen het altijd met elkaar eens zou zijn was politiek overbodig. Alleen in een totalitaire staat is er eenheid. Meningsverschillen over wat waar of onwaar is en wat goed of fout is, zijn onvermijdelijk in de politiek. Verdeeldheid is daarom altijd onderdeel van elke goed functionerende democratie. Maar meningsverschillen die ontstaan omdat we elkaars taal niet begrijpen, zijn onnodig polariserend. Daarom is het belangrijk de betekenis van de woorden die we gebruiken goed duidelijk is.

Ik bespreek vandaag drie begrippen die centraal staan in de strijd tussen links en rechts: vrijheid, gelijkheid en gemeenschap. Inderdaad: dit zijn de begrippen die we ook kennen van de Franse Revolutie: liberté, égalité et fraternité. Ik zal laten zien dat deze begrippen voor links en rechts een andere betekenis hebben.

Het links-rechts-argument

Het politieke argument van rechts tegen links gaat in grote lijnen als volgt:

Links wil meer gelijkheid. Volgens rechts, dat denkt een realistisch beeld te hebben van de menselijke natuur, is dat onmogelijk. [Het] gelijkheidsidee botst voortdurend met de realiteit’. Mensen zijn altijd uit op eigen voordeel en bovendien is ‘de ene mens … nu eenmaal slimmer dan de andere’. Omdat links, Gutmensch die zij nu eenmaal is, een onstuitbare drang heeft de wereld te ‘verbeteren’ kan zij alleen ‘alle mensen gelijk […] maken onder dwang [door] repressie en nivellering. Als links de kans krijgt gebruikt zij daarvoor de macht van de staat. Waar dit toe leidt is bekend: Stalin, Mao, Pol Pot en Kim Jong-un. Daarom moet de (macht van de) staat ingeperkt worden.

Foto: daisy.images (cc)

Links en rechts, deel 5: Progressief en conservatief

RECENSIE - In deze aflevering van de serie bespreek ik een boek: Is links beter dan rechts? van Frits Biefait. Hij betoogt dat het verschil tussen links en rechts het geloof in de maakbare samenleving is.

Volgens Bienfait is het verschil tussen links en rechts niet ‘gemeenschap versus individualisme’ [1] zoals ik in de vorige aflevering heb betoogd maar ‘verandering’: links ziet maatschappelijke problemen en wil daarom de maatschappij veranderen terwijl rechts zegt: ‘begin bij jezelf’ als je de wereld wilt verbeteren. Ik ben het niet eens met zijn interpretatie.

Laat ik op voorhand zeggen dat ik veel gebruik heb gemaakt van zijn werk. Behalve Norberto Bobbio, is Bienfait is een van de weinige auteurs, die ik ken die het onderwerp serieus nemen. Zijn beschrijving van de antropologie van het links-rechts dualisme en de manier waarop deze in Frankrijk is veranderd in een politiek onderscheid is een belangrijk inzicht. Voordat ik dit gelezen had, ging ik ervan uit dat dat wat nu ‘links’ en ‘rechts’ is geworden, op toeval berustte. Zoals ik zal laten zien, kan ik mij echter niet vinden in zijn conclusie over wat het verschil is tussen links en rechts.

Ik bespreek eerst hoe Bienfait tot zijn conclusie komt en zal daarna beargumenteren waarom niet verandering maar streven naar ‘gemeenschap versus individu’ een beter criterium is.

Foto: daisy.images (cc)

Links en rechts, deel 4: Wat is het verschil?

ACHTERGROND - Wat is het verschil tussen links en rechts? In de vorige aflevering heb ik laten zien dat het links-rechts onderscheid springlevend is maar dat er ook veel verwarring is over de betekenis ervan. Ik zal nu een voorstel doen voor een criterium.

Het aardige van links-rechts als politieke metafoor is dat het neutraal is. De andere ruimtelijke metaforen, boven-onder en voor-achter zouden als politieke metafoor onbruikbaar zijn, omdat ze niet neutraal zijn. Maar waar staat het voor? Om dit vast te kunnen stellen moeten we eerst onderzoeken aan welke voorwaarden de invulling ervan moet voldoen.

Ik bespreek eerst een vijftal voorwaarden waaraan het criterium voor links-rechts moet voldoen, daarna noem ik drie kandidaten voor het criterium. Die kandidaten zijn achtereenvolgens: ‘gelijkheid versus vrijheid’ (in combinatie dus) ‘vrijheid’ en ‘Gemeenschap versus individu’. Een vierde kandidaat, ‘verandering’ bespreek ik apart in het volgend deel.

1e voorwaarde: Waan van de dag

Het is verleidelijk om het verschil tussen links en rechts te definiëren door de verschillen te benoemen. We maken gewoon een lijstje van kenmerken van links en van rechts en zetten dat naast elkaar. Het is niet zo moeilijk om dat te doen [1]. Ik geef een voorbeeld uit de NRC van afgelopen maand. De krant heeft onderzoek gedaan naar woordgebruik in de Tweede Kamer. Daarvoor heeft zij een lijst gemaakt van kenmerkende woorden voor links en rechts:

Foto: daisy.images (cc)

Links en rechts, deel 3: Politicologie van het volk

ACHTERGROND - Het indelen van de politiek in een links en rechts kamp is een gewoonte die ruim tweehonderd jaar oud is. Ik zal nu laten zien dat het nog steeds een springlevend onderscheid is dat hoort bij een levendige democratie. Zelfs critici die het te simpel vinden, maken er onwillekeurig gebruik van.

Het is een paradox. Enerzijds is het denken in termen van links en rechts heel algemeen, je komt het tegen in vrijwel elke politieke analyse, op academisch niveau èn in de volksmond, maar niemand weet wat het precies betekent.

Links over rechts en rechts over links zijn een onuitputtelijke bron van vermaak. Wat men van elkaar vindt is meestal niet zo best. Serieuze politieke analisten ergeren zich aan de stereotypen. Maar de uitlatingen mogen vulgair zijn, zij laten ook zien hoe de kampen over elkaar denken. Iedereen kent ze wel: links is elitair, rechts is plat. Links denkt met haar hoofd, rechts met zijn buik. Links is vrouwelijk, rechts is mannelijk. Links is overheid, rechts is markt. Links is wetenschap, rechts is dom, etc. Het is inhoudsloos en enkel bedoeld om de tegenstander te besmeuren.

Dat de links-rechts indeling veel gebruikt wordt door het volk wil nog niet zeggen dat professionals het onderscheid niet zouden maken. Er zijn boeken geschreven die het als uitgangspunt nemen, zoals Het verraad van links en Er is ruimte op rechts of men karakteriseert een periode als zijnde gedomineerd door ‘links’ of ‘rechts’. Ook internationaal zijn er boeken die expliciet hierover gaan, zoals bijvoorbeeld boeken met titels als Exit right en Off center.

Foto: daisy.images (cc)

Links en rechts, deel 2: Oorsprong en geschiedenis

ACHTERGROND - Om te begrijpen wat woorden in de politiek betekenen is het essentieel om de geschiedenis ervan te kennen. Wanneer is men begonnen ‘links’ en ‘rechts’ van elkaar te onderscheiden en waarom deed men dit? Daarom nu een kleine geschiedenis van de strijd tussen links en rechts.

De gewoonte om de politiek in een links en rechts kamp op te delen is ouder dan de indeling in progressief en conservatief. De termen ‘links’ en ‘rechts’ werden al in 1789, het jaar van de Franse Revolutie gebruikt terwijl ‘conservatief’ pas in 1818 voor het eerst voorkwam. Het was de titel van het blad Le Conservateur dat een mooi rechts motto had:

The conservateur upholds religion, the King, liberty, the Charter and respectable people (les honnêtes gens)

De term kwam pas echt in zwang in 1834 toen de Tory Party zich Conservative Party ging noemen. We zijn rechtse politici dus pas veertig jaar later conservatief gaan noemen, niet omgekeerd. Ook het socialisme ontstond veel later als politieke beweging.

Vaak wordt gedacht dat links en rechts neutrale namen zijn omdat men wel bekend is met het verhaal over de zetelverdeling in het Franse parlement in 1789. De hervormingsgezinde fracties zaten in dit parlement aan de linker kant, en de koningsgezinde fracties zaten aan de rechterkant van de voorzitter. Men concludeert hieruit dat wat nu links en rechts is, op toeval berust en dat de cluster eigenschappen die we nu ‘links’ noemen, ook ‘rechts’ genoemd hadden kunnen worden.

Foto: daisy.images (cc)

Links en rechts, deel 1: Richting in de politiek

ACHTERGROND - Regelmatig kun je lezen dat links en rechts ‘niet meer van deze tijd zijn’. Toch wordt het onderscheid tussen links en rechts al gemaakt sinds het begin van de democratie. Tijd om eens te kijken waarom juist nu zo vaak wordt beweerd dat het achterhaald is en als we het er dan toch over hebben: waar staan links en rechts eigenlijk voor?

Wie zich beroept op het onderscheid tussen links en rechts wordt verdacht van simplificatie om te polariseren. En ik moet toegeven, een indeling in twee kampen van zoiets complex als de politiek is verdacht want de wereld is natuurlijk altijd complexer dan wij denken. Ook in het verleden, toen de klassenstrijd nog actueel was, zat er tussen proletariaat en kapitalisten de petite bourgeoisie: de burgerij en kleine middenstand.

Als over links en rechts wordt gesproken is het vaak bedoeld om te polariseren. Men scheldt elkaar uit als kinderen op een schoolplein met bekende clichés zoals ‘linkse kerk’, ‘rechtse lul’, ‘reactionair’, ‘fascist’, ‘Noord-Korea’, ‘linkse elite‘ of ‘gut Mensch’ – om er maar een paar te noemen.

Hoewel ik deze klacht dus wel begrijp, is het voor mij geen reden om het niet serieus te nemen omdat het gebruik van de termen links en rechts meer is dan goedkope retoriek. Ze benoemen de twee kampen waarin de politiek is verdeeld. Ook wie de politiek slechts oppervlakkig volgt kan dit onderscheid meestal wel maken. De meeste mensen hebben wel een intuïtieve notie wat links en wat rechts is en meestal is het niet moeilijk een politicus, een krant of organisatie ergens tussen deze twee polen te plaatsen.