Goed volk | De ‘arbres à loques’ van Frankrijk
ACHTERGROND - Ik heb de afgelopen tijd op diverse media geblogd over lapjes- en spijkerbomen: bomen waarin kledingstukken van zieken werden en worden gehangen in de veronderstelling dat de boom de ziekte overneemt, absorbeert. Om diezelfde reden worden in bepaalde bomen spijkers gedreven. De plekken zijn soms verbonden met een christelijke heilige, maar het gebruik zelf heeft waarschijnlijk wortels in heidense tijden.
Nederland en België zijn al de revue gepasseerd, en nu tot slot, Frankrijk, waar men deze bomen arbres à loques noemt, lompenbomen. Ook in de insulaire gebieden komt het gebruik nog veelvuldig voor, maar om daar nog een vierde deel aan te wijden gaat mij te ver. Niettemin blijft het een fascinerende traditie omdat het, zeker in deze coronatijd, nog springlevend is.
Sénarpont
De bekendste lompenboom staat wellicht in een bos nabij Sénarpont in het noordwesten van Frankrijk, waarbij overigens sprake is van verschillende bomen rondom een bijzonder simpel kapelletje uit 2002, gewijd aan Saint Claude (of Gleude) en Maria. Volgens de overlevering is Saint Claude al sinds de vijftiende eeuw een beschermheilige gezien door de dorpsbewoners. Bidden vormt dan ook een vast onderdeel van het kledingritueel bij de bomen. Het kapelletje is gebouwd door de grootouders van een klein meisje, dat niet kon praten en niet kon lopen, aldus Louisette Pitau, wier familie eigenaar is van het stuk bos waarin de lompenbomen staan, in een interview in het AD van 30 december 2020.