serie

Filosofie van de Oudheid

Foto: daisy.images (cc)

Cynisme (1): Niets weten met Antisthenes

Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici.]

Ten tijde van Plato kwam een markante filosofische tegenstroming op: die van de cynici. Het woord ‘cynisch’, dat overigens ‘honds’ betekent, is wat misleidend. Het gaat hier om een groep filosofen zonder vaste leer, die in hun gedachten en gedragingen echter wel overeenkomsten hadden. Kort door de bocht zijn die samen te vatten als een oproep gevestigde waarden kritisch te bezien.

Antisthenes

Antisthenes wordt gezien als de eerste cynicus. Hij was net als Plato een volgeling van Sokrates en minstens zo trouw aan zijn leermeester. Antisthenes zag zichzelf zelfs als Sokrates’ ware opvolger.

In zijn jonge jaren leefde Antisthenes als bedelaar, slechts gehuld in een mantel. Naar het schijnt hield hij die stijl voor gezien toen de gescheurde mantel en het bedelen mode werd onder hippe jongeren. Meeloperij, daar had Antisthenes een grondige hekel aan.

Hij had een andere opvatting van Sokrates’ filosofie dan Plato. De werkelijke deugd, zo meende Plato uit de filosofie van zijn leermeester te kunnen concluderen, ligt in de rationele zoektocht naar de abstracte vormen achter de verschijnselen. Onzin, zegt Antisthenes. Paarden bestaan. Die kan je iedere dag zien. Maar een abstract begrip als ‘paardheid’ had hij nog nooit kunnen aanschouwen, dus leek het hem onzin dat de zoektocht naar iets dergelijks belangrijk zou zijn.

Foto: daisy.images (cc)

Aristoteles’ erfenis

Aristoteles staat bekend als de wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

Zoals gezegd had Aristoteles goede relaties met het Macedonische vorstenhuis. Dat brak hem uiteindelijk op. Kort na zijn terugkomst in Athene versloegen de Macedoniërs de Atheners. De oude meesters van de Griekse wereld waren voortaan onderworpen aan noorderlingen die ze beschouwden als halve barbaren. In 323 v.Chr., het sterfjaar van Alexander, werd Aristoteles aangeklaagd als collaborateur en beticht van goddeloosheid. Anders dan Sokrates, die de gifbeker dronk, wachtte hij het oordeel niet af. Hij nam de benen, met als argument dat hij de Atheners een tweede misdaad tegen de filosofie wilde besparen.

Een jaar later stierf hij in ballingschap aan een maagkwaal. Hij werd eenenzestig jaar. De meeste Griekse filosofen lijken een veel hogere leeftijd te hebben bereikt.

De Peripatetische School

Aristoteles’ school, het Lyceum, werd voortgezet en bleef naast de platoonse Academie in Athene nog bijna duizend jaar bestaan. De aristotelische school wordt ook vaak de ‘peripatetische’ school genoemd. De naam komt van de peripatos, een wandelgalerij waarin Aristoteles graag les placht te geven, schuilend voor de brandende zon.

Foto: daisy.images (cc)

Aristoteles (13): De staat

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

Het principe van evenwicht komt ook terug in Aristoteles’ staatsfilosofie. Net als Plato maakt Aristoteles een indeling van staatkundige vormen.

Zijn indeling is puur afhankelijk van hoeveel mensen er aan de macht zijn. Hiermee biedt hij een wat minder ingewikkeld staatsmodel dan Plato, die zijn staten indeelde naar de drijvende kracht van de machtshebbers (emoties, het temperament of het verstand).

Aristoteles houdt het bij drie staatsvormen: de monarchie, de aristocratie en de republiek. In een monarchie heeft één persoon de macht. In een aristocratie gaat het om een clubje machthebbers. En in een republiek heeft het hele volk de macht.

Anders dan Plato heeft Aristoteles geen voorkeur voor een van de volgens hem mogelijke staatsvormen. Wat het beste is, hangt af van de situatie.

Maar er zijn wel goede en slechte staatsvormen. Volgens Aristoteles is het verschil dat bij de slechte staatsvorm de machthebbers niet in het belang van het volk handelen, maar in het belang van zichzelf. In dat geval is er geen sprake van een evenwichtige staat. De monarchie, de aristocratie en de republiek zijn in principe goede staatsvormen, maar ze hebben alle drie hun slechte tegenhangers.

Foto: daisy.images (cc)

Aristoteles (12): Lust en verslaving

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

Volgens Aristoteles gaan gedachten over de wereld om ons heen altijd gepaard met gevoelens van lust en onlust. In elke gedachte zijn beide gevoelens aanwezig.

Wat bij een mens lust of onlust oproept, hangt van de situatie af, en verschilt van mens tot mens. Dat komt niet omdat alle mensen van nature verschillend zijn – volgens Aristoteles neigen alle mensen naar dezelfde vorm – maar omdat hun achtergrond en situatie verschillend is. Door variaties in opvoeding en omstandigheden ontstaan verschillen tussen de mensen en hun voorkeuren. En zo kan het gebeuren dat hetzelfde ding bij de ene mens lust oproept, en bij de andere mens onbehagen.


De lerende mens

De mens is volgens Aristoteles ook een lerend wezen. Wat we leren kost in het begin moeite, maar later doen we veel op de automatische piloot. Dat is nuttig, want op die basis kunnen we weer andere dingen leren. Als mensen niet in staat zouden zijn dingen op de automatische piloot te doen, zouden ze niet veel verder komen. Sterker nog, dan werden ze gillend gek door de veelheid aan informatie die ze bewust moesten verwerken.

Foto: daisy.images (cc)

Aristoteles (11): De deugd

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

In de tijd van Aristoteles was het genezen van ziektes lastig, bij gebrek aan medicijnen. Het was belangrijk ziektes te voorkomen. Vandaar de belangstelling voor een gezond dieet. De Grieken kenden de gevaren van onmatigheid en hun dieet richtte zich dan ook op evenwicht.

In zowel de filosofie van Aristoteles en als die van zijn voorganger Plato vinden we de visie terug dat gezondheid heeft te maken met evenwicht. Dit ging verder dan alleen een gezond lichaam. Ook voor een gezonde geest, stelde Plato, was het van belang om in evenwicht te blijven. Aristoteles stelt dit zoeken naar evenwicht zelfs centraal in zijn deugdenethiek.

Wat is deugd?

Aristoteles omschrijft ‘deugd’ als het streven naar zelfverwerkelijking. Ieder mens heeft een vorm waar hij naartoe moet groeien, zeg maar een levensmissie. De mens die het dichtst bij zijn uiteindelijke vorm komt, is het meest gelukkig. En dit bereikt hij door evenwichtig te leven, in lichaam en geest.

Volgens Aristoteles bestaat van iedere eigenschap een slechte en een goede variant, waarbij het slechte voortkomt uit een gebrek aan evenwicht. Een voorbeeld: wanneer ik moedig ben is dat nobel, en dat kan werken in mijn voordeel. Maar als ik té moedig ben, ben ik een stomkop die in zeven sloten tegelijk loopt. Als ik aan de andere kant weer te voorzichtig ben, ben ik een lafbek die nooit iets bereikt.

Foto: daisy.images (cc)

Aristoteles (10): De onbewogen beweger

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

Volgens Aristoteles moet er van alles een oorsprong zijn, een oorzaak waartoe alle andere zaken te herleiden zijn. Die oorsprong is volgens hem de ‘pure vorm’. Die vorm kent geen stof, geen maker en geen doel. Het is slechts vorm. Deze vorm is de aristotelische god. Deze god wil niets en komt nergens vandaan, hij is simpelweg. Hij is de oorsprong van alles wat beweegt, de zogeheten ‘onbewogen beweger’.

Alles beweegt, maar waarom?

In onze tijd zijn we door onze natuurkundige manier van kijken gewend om de causale oorzaak als leidend te beschouwen, als de oorzaak waartoe alle andere oorzaken zijn terug te redeneren. We kunnen daarmee echter niet verklaren waarom alles ooit begonnen is. We kunnen ook aannemen dat het helemaal nooit is begonnen. Er is altijd beweging geweest en die zal er altijd zijn. Maar dan hebben we nog niet verklaard waarom er eigenlijk beweging is. We kunnen een beweging wel uit een voorgaande beweging verklaren, maar het concept ‘beweging’ niet. Toegegeven, we komen tegenwoordig met een oerknal als verklaring. Dat is echter net zo’n kunstgreep als het introduceren van een schepper. Uiteindelijk is die causale verklaring geen sluitende verklaring voor alles. Of we moeten een god aannemen. En dan is de vraag weer waar die vandaan komt.

Foto: daisy.images (cc)

Aristoteles (9): Vier oorzaken

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, arts en filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

In ons alledaagse denken kennen we maar één soort oorzaak: de causale of bewerkende oorzaak. Deftig gezegd: we gaan ervan uit dat de condities voor een gebeurtenis de oorzaak daarvan zijn. Dit klinkt wat abstract, maar het komt erop neer dat een biljartbal die tegen een andere stoot, de oorzaak is van het rollen.

Vier soorten oorzaken

Maar er bestaat nog een andere visie op oorzaak: de finale oorzaak of doeloorzaak. Die eerste bal rolt niet zomaar, en niet alleen door fysische oorzaken. Die bal rolt met een doel. Ik heb hem namelijk gestoten met het doel een carambole te maken.

Volgens Aristoteles zijn er zelfs vier soorten oorzaken: de stof, de vorm, de bewerker en het doel. Die biljartbal heeft dus ook vier oorzaken waardoor hij rolt zoals hij rolt.

  • De stoffelijke of materiële oorzaak: het ivoor waarvan de bal gemaakt is zorgt ervoor dat het ding op de tafel blijft en niet de lucht in zweeft of in een plas uitvloeit over het biljartlaken.
  • De vorm-oorzaak: het ding rolt omdat het rond is. Was de bal niet rond, dan rolde hij niet.
  • Bewerkende oorzaak: de stoot met de keu of die andere biljartbal die hem aanstoot.
  • Doeloorzaak: tot slot rolt hij omdat ik een carambole wilde maken.
Foto: daisy.images (cc)

Aristoteles (8): De vormen

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

Tijdens onze bespreking van Aristoteles’ logica en wetenschap zagen we al dat hij botste met zijn leermeester Plato over wat we beter kunnen vertrouwen: het denken of de waarneming. Waar Plato op het denken gericht was, vertrouwde Aristoteles meer op de waarneming. Op de beroemde fresco De school van Athene van de Italiaanse renaissanceschilder Rafaël, staan de filosofen naast elkaar afgebeeld: Plato wijzend naar de hemel en Aristoteles gebarend richting aarde.

Toch staan deze twee niet diametraal tegenover elkaar, althans niet in hun kennisleer. Allebei waren ze in navolging van Parmenides op zoek naar de essentie van de zaken.

Essentiële en incidentele eigenschappen

Aristoteles stelt dat er twee soorten eigenschappen zijn: essentiële eigenschappen en incidentele eigenschappen. Essentiële eigenschappen maken iets tot wat het is. Zo is een ster een hemellichaam dat licht geeft. Als iets geen licht geeft (bijvoorbeeld een planeet) of geen hemellichaam is (bijvoorbeeld een lamp), dan is het geen ster. Maar een ster kan zowel blauw als rood licht geven, groot of klein zijn, oud of jong, et cetera. Dat zijn allemaal incidentele eigenschappen, in andere woorden toevallige kenmerken die niet inherent zijn aan het object.

Foto: daisy.images (cc)

Aristoteles (7): Materie en geest

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, arts en filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

Bij Plato en bij zijn voorganger Anaxagoras kwamen we voor het eerst het dualisme tegen, de opvatting dat lichaam en geest fundamenteel andere fenomenen zijn. Dualisme gaat vaak samen met opvattingen over een ziel die voortleeft na de dood, zoals bij Empedokles, Pythagoras en, opnieuw, bij Plato. Het denkbeeld kwam ook voor in de Griekse mythologie. Het was dus bepaald niet zeldzaam.

Monisme

Dualisme staat tegenover het monisme. Dat gaat ervan uit dat lichaam en geest hetzelfde zijn. Monisme is tegenwoordig erg in zwang. Veel mensen menen dat uiteindelijk alles te herleiden is naar materiële oorzaken: botsingen tussen atomen, moleculen, verhitting, verkoeling, magnetisme et cetera. De filosoof Thales was een vroege monist. Volgens hem viel alles te herleiden tot water.

Monisme hoeft niet gelijk te staan aan filosofisch materialisme, de aanname dat de échte werkelijkheid bestaat uit materie. Herakleitos hanteerde een monisme dat de werkelijkheid niet richting materie herleidde, maar juist naar een geestelijk concept: verandering door strijd, volgens een vaste natuurwet. Die strijd stond volgens Herakleitos aan de oorsprong van de verschijnselen.

Foto: daisy.images (cc)

Aristoteles (6): Het Corpus Aristotelicum

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

In de tijd van Aristoteles, de vierde eeuw v.Chr., was er nog maar weinig sprake van systematisch onderzoek. Daardoor kon het niet anders of de door hem voorgestelde regels voor de logica sloegen in als een bom. Hij is dan ook de geschiedenis ingegaan als de wetenschapper-filosoof.

Net als Plato was Aristoteles ook een veelschrijver. Hij werkte zijn denkbeelden en opvattingen zorgvuldig uit in toegankelijk geschreven dialogen, die men in de Oudheid hoog aansloeg wegens hun literaire kwaliteit. Helaas zijn ze allemaal verloren gegaan.

Corpus Aristotelicum

Daarnaast schreef Aristoteles een immense hoeveelheid wetenschappelijke verhandelingen, doorgaans in een nogal cryptisch jargon. Van die geschriften, waarvan ook weleens is aangenomen dat het gaat om collegedictaten, is naar schatting de helft overgebleven. Helaas ging Aristoteles daarin vaak slordig te werk. Voor een wetenschapper maakte hij opmerkelijk veel waarnemingsfouten.

En omdat hij zoveel autoriteit genoot, had dit het grappige gevolg dat iedereen in de Late Middeleeuwen geloofde dat een vlieg vier poten had. Aristoteles had dat nu eenmaal zo opgeschreven. Dit zegt overigens meer over de manier van denken en voelen in de Middeleeuwen dan over Aristoteles.

Foto: daisy.images (cc)

Aristoteles (5): Deductie en inductie

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail.

Gisteren hadden we het over de aristotelische logica. Enkele slimmerds zullen kritiek hebben op het eerste voorbeeld dat we gebruikten, waarin we Sokrates’ sterfelijkheid wilden bewijzen. Ze zullen zeggen: wat als Sokrates nu onverhoopt tot in de eeuwigheid was blijven leven? Hadden we dan moeten concluderen dat hij geen mens is? Of is dan de aanname dat alle mensen sterfelijk zijn onwaar?

Aristoteles gaf toe dat niet alle kennis zomaar gegeven is. Omdat we nooit álle mensen kunnen onderzoeken, kunnen we nooit 100% zeker zijn of werkelijk alle mensen sterfelijk zijn. Zolang we echter nog nooit gehoord hebben van iemand die minstens een aantal decennia ouder dan honderd is geworden en nog altijd leeft, kunnen we ervan uitgaan dat de uitspraak klopt.

Inductie: van het specifieke naar het algemene

Deze redenering verloopt dus niet van algemene kennis naar specifieke uitspraken, maar van specifieke kennis naar algemene uitspraken. Dit proces van veralgemeniseren noemen we inductie.

Deductie: van het algemene naar het specifieke

Conclusies trekken omdat het één noodzakelijk volgt uit het ander, zoals we boven deden met de sterfelijkheid van Sokrates, noemen we deductie. We gaan dan van algemeen naar specifiek. Deductieve redeneringen bieden veel zekerheid.

Foto: daisy.images (cc)

Aristoteles (4): Onlogisch redeneren

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

Naast de formules voor de ‘juiste’ manier van denken, waarover we het vanmorgen hadden, stelde Aristoteles ook formules op voor herkenbare denkfouten: de zogenaamde drogredeneringen.

Drogredeneringen

Wanneer we stelling B van de voorgaande redenering vervangen door een negatief oordeel, werkt het niet meer. Kijk maar:

  • Alle mensen zijn sterfelijk.
  • Socrates is geen mens.
  • Wie denkt dat we hieruit kunnen concluderen dat Socrates onsterfelijk is heeft het mis. Dat is een drogredenering. Alle koeien eten gras. Mijn zwarte kat eet gras. Mijn kat is een koe? Nee, dat gaat niet op.

    Drogredeneringen maken wij onbewust erg vaak. Omdat onze logica niet klopt, of omdat onze aannames niet kloppen. Verder kunnen we fouten in onze redeneringen maken door verkeerd woordgebruik.

    Aristotelische logica

    Aristoteles was niet de eerste die het bestaan van drogredenen erkende. Al voor hem had Plato uit frustratie met de streken van de sofisten al een aantal redeneerfouten aangestipt. Maar Aristoteles bracht dit soort fouten systematisch in kaart. Al deze fouten trachtte hij te tackelen door ze te vervatten in formules.

    Vorige Volgende