Politie lapt privacyregels aan zijn laars
Is privacyregulering onmogelijk?
In hoeverre moet en kun je bedrijven en overheden dwingen om verantwoordelijk met privégegevens om te gaan?
Deze vraag hing gisteren lange tijd boven de zaal tijdens het Nationaal Privacy Debat. In een Haagse congreszaal kwamen zo’n beetje de tachtig knapste ICT-koppen van Nederland bij elkaar waardoor het doel van de dag – een nationaal debat – meteen door het ijs zakte. Dat is jammer, want organisator Webwereld had een mooie line up staan. Daarom op Sargasso de komende dagen hopelijk een wat breder debat, met een eigen twist.
Volgens een aantal privacy-activisten is sprake van een dreigende digitale watersnoodramp. Of zoals Brenno de Winter zei: ,,Zelfs met al mijn ervaring kan ik niet meer bepalen of de dijken al zijn doorgebroken.” Kern van zijn betoog is dat de overheid en bedrijven eigenlijk geen grip meer hebben op de datavloed. Er worden teveel persoonsgegevens verzameld, verwerkt, doorverkocht en onopzettelijk kwijtgeraakt. Iedereen met een beetje verstand van ICT ziet met angst en beven de incompetentie aan van politici die datachaos alleen maar vergroten.
Hoe moet je daarmee omgaan? Reguleren is het voor de hand liggende antwoord. Maar hoe doe je dat? Als het om bedrijven gaat, kies je dan voor zelfregulering? Of leg je als overheid strenge regels op? De aanwezige politici pleitten uiteraard voor meer regels en meer geld.
Psychiaters behalen overwinning voor de privacy
Goed nieuws vandaag. Stichting KDVP heeft een belangrijke overwinning behaald op toezichthouder de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). GGZ-patiënten die niet willen dat de zorgverzekeraar inzicht krijgt in de diagnose van een psycholoog of psychiater, kunnen voortaan weigeren om die informatie op te laten nemen in de Diagnose Behandel Combinatie (DBC). Een DBC is een ingewikkeld factureringssysteem in de zorg, waar van meet af aan veel verzet tegen was. Met een DBC wordt een vaststaande behandeling uitgestippeld tegen een vaststaande vergoeding.
Probleem is dat er dus ook diagnose-informatie in zo’n DBC staat en dat de zorgverzekeraars die informatie dus ook krijgen. Voorheen kreeg alleen een verzekeringsarts dat soort informatie te zien en die was gebonden aan het medisch beroepsgeheim. De mensen die de DBC’s verwerken, zijn dat niet. De vrees bestaat – en volgens mij terecht – dat verzekeraars nu, of anders op termijn, de gevoelige diagnose-informatie kunnen gebruiken om bijvoorbeeld individuele premies vast te stellen. Lijdt u aan een lichte bipolaire stoornis? Dan kunt u zich alleen nog maar aanvullend verzekeren tegen 200 procent meer premie. Zoiets.
De stichting KDVP strijdt al sinds 2007 tegen de DBC-systematiek. In het bijzonder richtte de stichting zijn pijlen op de bepaling dat ook voor mensen die zelf voor hun behandeling betalen (en dus niets met een verzekeraar van doen hebben) toch een DBC aangemaakt moest worden. De Nederlandse Zorgautoriteit was onverbiddelijk.
De politie kan niet uit de voeten met huidige privacywetgeving
In voorlopig de laatste aflevering van het Nationaal Privacy Debat bespreken internetjurist Bart Schermer en politiedirecteur Pim Takkenberg de mogelijkheden en onmogelijkheden van de politie om online op te treden. De politie zoekt telkens de grenzen op van de wet. Mag de politie bijvoorbeeld een Trojan Horse inzetten? Dat is niet duidelijk.
Het loopt spaak op de privacywetgeving, die voortkomt uit een Europese richtlijn uit 1995, een tijd waarin de meeste mensen uberhaupt nog niet online waren. Zowel Schermer als Takkenberg concluderen dat die richtlijn niet meer werkt. Probleem is alleen: wat dan?
Zie hier de discussie (ongeveer 20 minuten).
Morgen doet Sargasso de hele dag verslag van het Nationaal Privacy Debat.
Foto Flickr cc Ssoosay
Hackers beschermen onze privacy
Wederom een interessante bijdrage van het Nationaal Privacy Debat, georganiseerd door Webwereld. In een serie webcasts buigen experts zich over enkele privacykwesties. In de aflevering van vandaag discussiëren Ronald Prins (directeur van Fox-IT) en Gijs Hollestelle (beroepshacker voor Deloitte) over de rol van hackers in de bescherming, dan wel schending van privacy.
Hollestelle zegt dat bij veel bedrijven er wel degelijk aandacht is voor beveiliging van de websites, maar dat het bij de uitvoering nog wel eens blijft steken. Soms heeft dat te maken met gemakzucht, of kosten. Volgens Prins wordt er onvoldoende over beveiliging nagedacht. Als men al een hackerstest doet, is het meestal te laat. Je moet bij het design van een website al gaan testen.
Maandag doet Sargasso uitgebreid verslag van het Nationale Debat.
Kijk hier de hele discussie (ruim 20 minuten)
Ook peuters hebben recht op privacy
Ouders die een Facebookpagina aanmaken voor hun pasgeboren kind, miskennen de rechten van het kind op privacy en zouden, in wezen, strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Dit betoogt Paul Kirschner, hoogleraar bij het Centre for Learning Sciences and Technologies van de Open Universiteit.
Onlangs las ik bij een proefschrift de volgende stelling: “Pasgeboren kinderen van ouders met Facebook verdienen onmiddellijk een eigen Facebookpagina om zo vrienden en familie op te hoogte te houden van hun ontwikkeling”. Ik kon mijn ogen eigenlijk niet geloven, en wel om twee redenen. Ten eerste moet een stelling verdedigbaar zijn en niet zomaar een leuke uitspraak zijn. Ten tweede om ik van mening ben dat zoiets doen verwerpelijk is.
Ten eerste: Is deze stelling verdedigbaar? Mijns inziens is deze stelling alleen verdedigbaar in een aantal landen ter wereld waar Nederland gelukkig niet bij hoort. Wat is nou het geval? Nederland heeft, namelijk de Universele Verklaring van de Rechten van het Kind ondertekend. Artikel 16 van deze Verklaring leest als volgt:
16.1 Geen enkel kind mag worden onderworpen aan willekeurige of onrechtmatige inmenging in zijn of haar privéleven, in zijn of haar gezinsleven, zijn of haar woning of zijn of haar correspondentie, noch aan enige onrechtmatige aantasting van zijn of haar eer en goede naam.
16.2 Het kind heeft het recht op bescherming door de wet tegen zodanige inmenging of aantasting.
Privacy is dood | laten we het over levenskansen hebben
Het huidige privacydebat is te beperkt. Het gaat er niet alleen om of we ‘iets te verbergen’ hebben. Het verzamelen, verwerken en gebruiken van onze persoonsgegevens is van grote invloed op onze levenskansen. Zeker in een bange samenleving als de onze.
Ben je een ‘bonafide’ reiziger? Dat klinkt misschien raar, maar die vraag kan wel eens heel relevant worden. De Nederlandse overheid werkt aan slim grensmanagement. Op Schiphol zullen de komende jaren steeds meer poortjes verschijnen zonder beambten. Eerst wordt u geïdentificeerd op basis van uw biometrische gegevens, zoals vingerafdrukken en/of een gelaats- of irisscan.
Als duidelijk is dat je daadwerkelijk bent wie je bent, vindt een tweede controle plaats in een database. Er worden geen vragen gesteld, maar louter gekeken naar je risicoprofiel. Heb je een laag risicoprofiel, dan ben je een ‘bonafide’ reiziger en wenst een blikken stem je een prettige reis. Heb je een hoog risicoprofiel dan wordt je doorgestuurd naar de lange rij voor een handmatige controle.
Die profielen zijn gebaseerd op je persoonsgegevens, die tegenwoordig ruim voorradig zijn door bestandskoppelingen en digitale boekingsinformatie. Je hebt misschien contant betaald voor je ticket. Misschien heb je onlangs Pakistan bezocht. Of je staat op één van de omvangrijke zwarte lijsten van een van de Nederlandse en Europese opsporings- en veiligheidsdiensten. Dat kunnen allemaal risicofactoren zijn.