OPINIE - Met het kledingvoorschrift voor de politie én haar politieke dictaat heeft minister Yeşilgöz de discussie over het al dan niet mogen of kunnen dragen van religieuze symbolen bij geüniformeerde beroepen onbedoeld juist een nieuwe impuls gegeven. Diversiteit, inclusie, antidiscriminatie en representatie maken daar onlosmakelijk onderdeel vanuit. Vrouwen als Sarah Izat, Esma Kendir, Saida Derrazi en vele anderen maken ons dat dagelijks duidelijk. Het gaat hier om mensenrechten en keuzevrijheid.
Op 20 juni organiseerde ik in opdracht van het bureau van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) in Haarlem een sessie over Neutraliteit & Inclusie, die toespitste op het al dan niet kunnen of mogen dragen van religieuze symbolen bij geüniformeerde beroepen. Een week later lag er een kledingvoorschrift voor de politie. “Ik hoop dat de discussie klaar is en dat er niet langer over de ruggen van agenten een politieke discussie wordt gevoerd over dit onderwerp”, liet verantwoordelijk minister Dilan Yeşilgöz (VVD) weten.
Sessie in Haarlem
In zijn inleiding liet godsdienstwetenschapper en moraalfilosoof Patrick Loobuyck van de Universiteit van Antwerpen nog eens – en zo bleek niet overbodig – zien dat neutraliteit vele soorten en maten kent en maakte hij ook korte metten met het misbruik van het beginsel scheiding van Kerk en Staat.
Vlak daarvoor had ik hem bijgepraat over de Nederlandse situatie. Daarbij refereerde ik onder andere aan de eind 2022 aangenomen moties van PPV Kamerlid Helder, die de opmaat vormde voor het kledingvoorschrift. We kregen een geanimeerd gesprek over de schuivende notie in Nederland over neutraliteit, die steeds meer aanschurkt tegen het strikte (exclusieve) Franse laïcité-model, waarin religiebeleving zich uitsluitend achter de eigen voordeur voltrekt. Hoe anders dan de inclusieve en soms zelfs compenserende neutraliteit die de Amsterdamse burgemeester Job Cohen zo’n 20 jaar geleden voorstond.
In dezelfde voorbereiding merkte ik ook de enorme terughoudend, vooral bij de rechtelijke macht en de politie, om in te gaan op de uitnodiging aan de sessie deel te nemen, laat staan een inhoudelijke bijdrage te leveren. Na het nodige masseerwerk zaten er uiteindelijk wel vertegenwoordigers van het leger, de douane, de brandweer én de politie in een panel om het gesprek met elkaar en de zaal aan te gaan.
Belangrijke en gedeelde uitkomst: neutraliteit en onpartijdigheid zit voor alles in handelen, niet in uiterlijkheden of in het dragen van religieuze symbolen. Verder was er een brede consensus bij de panelleden over het belang het gesprek verder binnen en buiten de eigen organisaties te blijven voeren. Daarmee liepen zij allemaal onbedoeld vooruit op de discussieboycot van de minister. Want hoewel haar bevoegdheid zich niet uitstrekken naar het leger (defensie), de douane (financiën) of de boa’s (gemeenten) probeert ze wel de bestuurlijke toon te zetten.
Politieke discussie?
Van een politieke discussie merkte ik anders dan de minister eerlijk gezegd de laatste jaren niet zo veel. Het lijkt er sterk op dat na de strijd van Sarah Izat en de positieve uitspraken van hoofdcommissaris Aalbersberg in Amsterdam in 2017, vanuit het Haagse (VVD) torentje werd aangestuurd op een discussieverbod. Dat werd hooguit doorbroken door als dissident opgevoerde meningen van politiemedewerkers die zich bezighielden met diversiteit en inclusie binnen de eigen organisatie.
Met de – gesteund door het CDA – aangenomen moties voor boa’s (2021) en de politie over een verbod op religieuze symbolen op zak, hoeft de minister van Veiligheid & Justitie weinig politieke weerstand en discussie meer te verwachten. De nieuwe samenstelling van de Eerste Kamer zal haar extra geruststellen.
Het is dan ook veel meer de discussie binnen de beroepsgroepen en met de samenleving als geheel die nog gevoed en gevoerd moet gaan worden. De behoefte daaraan werd van alle kanten bevestigd. Door één van de politievakbonden, door talloze (wijk)agenten, door de kwartiermaker Diversiteit én door plaatsvervangend korpschef Liesbeth Huyzer. Zij zei: “Laten we vooral met een open mind blijven kijken naar dit vraagstuk en de hand blijven reiken naar iedereen, ook naar hen die vanuit overtuiging hun geloof zichtbaar tot uiting willen laten komen”
Diversiteit, inclusie, antidiscriminatie en representatie maken onlosmakelijk onderdeel uit van de bredere discussie. Vrouwen als Sarah Izat, Esma Kendir, Saïda Derrazi en vele anderen maken ons dat dagelijks duidelijk. Het gaat hier om mensenrechten en keuzevrijheid. Het College voor de Rechten van de Mens zit niet verassend bovenop dit dossier. Daar kom bij dat ook deze wijziging in de wetgeving weer als algemeen geldend (religieuze symbolen) wordt gepresenteerd, maar zoals uit de motie van Helder blijkt in de praktijk net als meer recente tijdelijke wet- en regelgeving vooral bedoeld is en negatief uitwerkt voor moslim(a’)s.
Hoe dan ook, met het kledingvoorschrift voor de politie én haar politieke dictaat heeft minister Yeşilgöz de discussie onbedoeld juist een nieuwe impuls gegeven. In november organiseer ik met de NCDR een tweede sessie over het al dan niet kunnen of mogen dragen van religieuze symbolen bij geüniformeerde beroepen. Die stond overigens ook al voor haar gespreksboycot gepland. Wordt van alle kanten vervolgd dus.
Dit artikel van Roemer van Oordt verscheen eerder bij Republiek Allochtonië.
Toevoeging redactie Sargasso:
De in het artikel genoemde Sarah Izet was werkzaam bij de politie Rotterdam. Radio Rijnmond sprak met haar over de nieuwe wet.
Reacties (19)
Ik denk dat er best wel een uniforme pet te ontwerpen is, waarbij je met opsteken je haar bedekt. Probleem opgelost, behalve voor de tulband van sikhs dan.
Behalve het mes / zwaard dan…
Initiated Sikhs are required to carry/maintain at all times:
kesh (unshorn hair covered by a turban),
kara (steel bracelet),
kanga (small wooden comb),
kacchera (undershorts),
and a kirpan (resembles a knife/sword).
‘de samenleving als geheel die nog gevoed en gevoerd moet gaan worden’ Gevoed? Wat een paternalisme.
‘Minister Yeşilgöz en haar gespreksboycot’ – is daar een linkje van, van die boycot?
‘En maakte Patrick Loobuyck ook korte metten met het misbruik van het beginsel scheiding van Kerk en Staat.’ Is daar ook een linkje van, van die korte metten? Vindt de godsdienstwetenschappen en moraalfilosoof dat niets? Merkwaardig.
Lees je het NRC niet? Aldaar: Met verbod is discussie bij politie over hoofddoek niet voorbij.
Daags na zijn bijdraqe bij NCD%R twitterde Loobuyck een link naar zijn politiek-filosofische benadering van het onderwerp.
De NCDR zelf heeft geen verslag van die bijeenkomst online staan. De auteur, Roemer van Oordt was de organisator van de bijeenkomst. zoals in het stuk staat geschreven. Nou hoef je hem natuurlijk niet zo maar te geloven. Maar eventuele twijfels over zijn betrouwbaasheid zien we dan wel graag onderbouwd.
En toen dacht ik, “Weet je wat? Laat ik eens iets verder kijken dan mijn neus lang is” en toen kwam ik dit zinnetje tegen (in een Belgische krant, 2017):
Loobuyck vind dat dus al wat langer zo (2013): “Het is wachten op een omgekeerd en positiever voorbeeld: een ambtenaar met kruisje, keppel, hoofddoek of tulband die straks in Gent homohuwelijken voltrekt.”
Ik vind het vooral een merkwaardig idee dat de scheiding van kerk en staat van toepassing zou zijn op individuele ambtenaren. Alsof die, wanneer ze aan het werk gaan, hun volledige persoonlijkheid uit zouden moeten schakelen om allemaal identieke pionnetjes te worden. Alsof iemand dat zou kunnen.
Niet iedere gelovige agent of ambtenaar zal 100% hun sprookjesboek uitvoeren, maar er zijn er bij die het afmaken van ongelovigen of homo’s van hoge gebouwen afgooien niet afkeuren. En het is niet alleen of de gelovige zijn taak niet neutraal kan uitvoeren, maar ook hoe de persoon zich er tegenover voelt.
Een agent met een FvD of PVV petje kan van mij het rambam krijgen, terwijl we allemaal weten dat er onder agenten talloze PVV’ers en Fvd’ers rondlopen.
Dan kun je zeggen, maar dat is een politieke overtuiging, maar ik zeg nee, dat is een levensopvatting, in dat geval een persoonlijkheid vijandig tegenover bepaalde groepen. En dat is religie vaak ook, maar dan zou het wel mogen?
Het is voor alle betrokkenen het beste als je niet weet wat diens religie of politieke overtuiging of seksuele voorkeur is. Elke schijn van vooringenomenheid kan beter worden vermeden.
Als een overtuiging strijdig is met het werk dat iemand moet doen is dat inderdaad een probleem. Dus er zouden geen racisten of homofoben bij de politie moeten werken, omdat die hun werk niet op een goede manier kunnen doen. En dat geldt bijvoorbeeld ook voor principieel geweldlozen.
Als politiemensen discrimineren bij hun optreden is dat in strijd met de basisprincipes waar de overheid zich aan moet houden: de Grondwet. Volgens diezelfde Grondwet is godsdienstvrijheid een heel belangrijk principe waar niet aan getornd mag worden. Ik zou zeggen dat de Grondwet een basis is om niet alleen FvD-petjes, maar ook degenen die daaronder zitten uit de politie te weren. Voor religieuze overtuigingen ligt dat anders.
Nog iets. Ik woon in een stad waar de burgemeester, de hoogste baas van de politiek, moslim is en daar geen geheim van maakt. In andere steden heb je zelfs burgemeesters die lid zijn partijen die zich openlijk met een bepaalde religie associëren. Waarom zou dat wel mogen en zijn alleen degenen onderaan de pikorde weer eens het probleem?
Een ambtenaar moet bepalen of hij mijn verzoek of klacht gaat honoreren.
Een agent of BOA moet beslissen of ik per ongeluk of expres een (verkeers-) overtreding maakte en of ik aan de hand van mijn historie wel of niet bekeurd wordt.
Als ik die dag mijn satan t-shirt draag ben ik niet gerust dat dat geen invloed heeft bij iemand die zegt mijn geloof staat boven mijn baan.
De Burgemeester kom normaal gesproken niet tegen bij dat soort issues.
Nee, maar de burgemeester (en andere politici) beslissen wel welke regels en procedures die ambtenaar moet volgen.
Afgezien daarvan, als er iets is waardoor je de indruk zou kunnen krijgen dat zo’n ambtenaar zich zou kunnen storen aan jouw satan t-shirt, zou dat aanleiding voor jou kunnen zijn om extra alert te zijn. Of attent, door er even naar te vragen. Een ambtenaar wordt niet zomaar ineens onverschillig over zo’n shirt omdat die geen hoofddoekje of keppeltje of anders religieus symbool mag dragen. Dat was nou net het hele punt van #2.3. Je tovert de overtuiging niet weg door hem onzichtbaar te maken.
Klopt, maar je dringt hem zonder hoofdoekje of keppeltje ten minste ook niet op aan een ander die een totaal andere overtuiging heeft en je zegt ook niet tegen een geloofsgenoot “kijk eens, wij hebben een overtuiging gemeen”.
Willen we dat rechters hun toga afdoen en hun Feyenoord petje opzetten en hun D66 speldje op de borst dragen? Elke schijn van partijdigheid of overtuiging moet vermeden worden.
Nogmaals: het is beter als je niet weet wat iemands religie of politieke overtuiging of seksuele voorkeur is. Net zoals zelfs de goedwillende inclusieve werkgever toch anders blijkt te handelen als de sollicitant Mustafa heet.
Overigens heb ik natuurlijk geen satan shirt maar ook geen vergiet, ik hou er immers niet van dat mensen hun overtuigingen zo nodig moeten uitstralen, anders dan bij een demonstratie o.i.d. Maar ik krijg wel de neiging om in de contramine te gaan, tegenwicht te bieden. Ik moet sowieso al mijn uiterste best doen om iemand voor vol aan te zien die aan iedereen met een paar pijpenkrullen of hoofddoekje adverteert dat die in een of ander sprookjesboek gelooft en leeft volgens de voorschriften van een paar mannen van honderden of zelfs duizenden jaren geleden.
De toga van een rechter heeft expliciet een symbolische functie: neutraliteit uitstralen. Dat is ooit, lang geleden, expliciet zo bepaald door de wetgever. Voor een politie-uniform geldt dat helemaal niet. Dat is er omdat het functioneel is: het zorgt voor herkenbaarheid en kan eventueel bescherming bieden. De vergelijking met rechters lijkt me vooral een gelegenheidsargument.
En verder blijft het dan nog steeds de vraag: als de gewone politiemensen op straat complete neutraliteit uit moeten stralen, waarom hun hoogste bazen dan niet?
De Nederlandse invulling van de scheiding tussen Klerk en staat hield altijd in dat de staat zich niet bemoeide met de geloofsbeleving van de inwoners en niet dat de staat (of de ambtenaren) zich onthielden van religieuze uitingen. Zo kon ruim 20 jaar geleden nog een meerderheid worden gevonden voor God zij met ons op de nieuwe euromunten. Pas sinds de scheiding onderdeel is geworden van het moslimbashen zijn we orthodox ongelovig.
Dat je een meerderheid hebt gevonden wil niet zeggen dat het correct is om een groot deel van de bevolking* te dwingen geld te gebruiken met daarop een religieuze boodschap van één bepaald type geloof/god.
Dit is ook 2019 hoor: https://d66.nl/kapelle/nieuws/ambtsgebed-in-vergadering-afgeschaft/
.
En dit is 1980:
Toen in 1980 bij koningin Beatrix’ troonsbestijging nieuwe munten en postzegels ontworpen moesten worden, kaartten drie PvdA-kamerleden de kwestie aan.
De humanist Roethof, de rooms-katholieke pater Van Ooijen en de protestant Stoffelen vroegen zich af of de bede nog wel paste in de Nederlandse samenleving.
Ze wilden dat niet de regering, maar de wetgever over het randschrift zou beslissen. De toenmalige minister van financiën, Van der Stee (CDA), voelde daar niet voor. Het uiterlijk van Nederlandse munten mocht geen onderwerp van parlementaire discussie zijn, vond hij. Hij bleef bij het randschrift.
.
* Uiteindelijk dus alle Europeanen…
Als een vergadering begint met een gebed hoef je daar toch niet aan mee te doen. Als mijn collega en ik samen lunchen bid hij voor het eten. Van mij mag hij. Ik houd wel een minuutje mijn mond.
“Almachtige Paulus de Boskabouter, die in het bos zijt, uw naam worde geheiligd, uw bome kome, uw wil geschiede, in de raadszaal zoals in de struiken, zegen onze groenlinkse bomenknuffelaars, geef ons heden ons dagelijks open haardhout, en leid ons niet naar de houtzaag, en verlos ons van de kettingzaag”. Amen.
Nee, daar willen velen niet aan meedoen en ook nniet aanhoren, dus doen de gelovigen nu eerst de bede en dan pas begint de vergadering waarbij de infidels ook naar binnen komen.
Je wilt het niet aanhoren. Anderen aanhoren hoort wat mij betreft bij het deel uit maken van een pluriforme samenleving. Waarom is dat voor jou zo moeilijk?
Misschien moet de politieke leiding van de politie zich eerst wat actiever bezighouden met de bestrijding van het strafbare racisme bij veel korpsleden voor ze zich bemoeien met het geloof van de slachtoffers daarvan.