Zoekresultaten voor

'stikstof'

Foto: Marlies van Wijngaarden (cc)

Een volk dat proleten vereert

Is het u ook opgevallen, die overdreven haat die Frans Timmermans plotseling ten deel valt sinds hij voortrekker is voor de lijstcombinatie van PvdA en GroenLinks? Zo kreeg ik vanuit het niets een serie appjes van een tante: dat de voormalige Eurocommissaris een ramp voor het land zou betekenen, aangezien hij als ‘klimaatpaus’ zoveel kapot had gemaakt voor het bedrijfsleven.

“PvdA pluche socialisten! Stikstof en palletbrandstof waarvoor bomen gehakt moeten worden. Door zijn gedram komen veel bedrijven op de rand het het faillissement. Alles wordt in Nederland kapot gemaakt.” Ze eindigde haar tirade met “Walgelijk mens!!” Ik neem maar aan dat ze daarmee Timmermans en niet mij op het oog had.

Afkeer van fatsoen en intellect

Bovenstaande sentimenten zie ik geregeld weerspiegeld op social media. De laatste dagen gaat het over de enorme bedragen wachtgeld waar ‘ons Frenske’ tijdens de verkiezingscampagne aanspraak op maakt. Media nemen dit frame gretig over, met ‘scherpe’ vragen of Timmermans inderdaad multimiljonair is (geschat vermogen: €4,3 miljoen). Gek is dat, ik hoor die vraag nooit stellen aan de schijnbaar sobere premier Mark Rutte, die goed zou zijn voor een vermogen van twee miljoen euro.

Op de een of andere manier worden dit soort frames zorgvuldig bewaard voor politici en bestuurders van progressieve snit, die met twee woorden kunnen spreken en weten hoe je tafelservies behoort te gebruiken. Eerder al werd Sigrid Kaag gebombardeerd tot elitaire heks en Rob Jetten tot klimaatdrammer. Zoek eens op Twitter op ‘het Kaagmens’ en je treft zelf columnisten in een landelijke krant die deze verontmenselijkende term gebruiken.

Foto: crumpart (cc)

Europa in de troonrede: wollig en steeds minder zichtbaar

ANALYSE - van Dr. Gerard Breeman en Prof. dr. Arco Timmermans, eerder verschenen bij het Montesquieu Instituut.

Wat wij eigenlijk voor onmogelijk hielden is dit jaar op Prinsjesdag toch gebeurd: het wolligheidsrecord van twee jaar terug is gebroken, zoals figuur 1 laat zien. Met ruim 85 procent louter terugkijkende, beschouwende of algemeen bezwerende uitspraken bevatte de Troonrede dit jaar minder echte beleidsvoornemens dan ooit sinds 1945. Ja, de uitgesproken tekst was die van een demissionair kabinet en ja, dit jaar is er veel te doen over al dan niet controversieel verklaarde kwesties en, zoals dat heet, een ‘beleidsarme begroting’. Maar om dit in perspectief te plaatsen: gemiddeld genomen waren de Troonredes van Mark Rutte een stuk wolliger dan die van alle voorafgaande premiers in Nederland.

Figuur 1: Wolligheidsindex. Percentage zinnen zonder beleidsvoornemens in de Troonrede, 1945-2023

Figuur 1 - Wolligheidsindex - Percentage zinnen zonder beleidsvoornemens in de Troonrede

De meest uitgesproken voornemens dit jaar gingen over de bedreiging van de binnenlandse bestaanszekerheid. Er was ook aandacht voor het buitenland, iets wat doorgaans het geval is in Troonredes omdat een deel van het verhaal gaat over Nederland in de vaart der volkeren. Veel minder aandacht was er dit keer voor economie en milieu. Nu kan je redeneren dat het economisch goed gaat in Nederland en dat er om die reden minder over is gesproken. Maar voor milieu, met al dagenlang blokkades op de A12 in Den Haag, ligt dat toch anders. Wellicht gaat het hierbij om het vermijden van dit heikele onderwerp. De vraag is of dit een verstandige strategie is.

Quote du Jour | Voldoen aan wet- en regelgeving

Bovendien vind ik het belangrijk dat Schiphol voldoet aan wet- en regelgeving

Aldus minister van der Wal, nadat ze een van de grootste vervuilers van Nederland een milieuvergunning geeft. Ze kan dit volgens haarzelf doen omdat het hier gaat om een “individuele vergunningsaanvraag” die voldoet aan de wettelijke criteria en procedures. Schiphol verkreeg de vergunning onder andere door rechten op te kopen die niet gebruikt werden. Zelden werd meer duidelijk dat je een VVD’er geen Minister voor Natuur en Stikstof moet maken…

Foto: Stempotlood Verkiezingen 2021 - Gebruik op Sargasso met toestemming. (c) Sidney Smeets

De machtsvraag is weer terug

COLUMN - van Prof.Dr. Joop van den Berg

Voor Tweede Kamerverkiezingen maakt het nogal wat uit of de kiezers de ‘machtsvraag’ krijgen voorgelegd of niet: is er sprake van twee reële kandidaten, tevens tegenpolen, voor de leiding in de te vormen coalitie en wordt het dus een strijd om de positie van premier in het nieuwe kabinet? Zo ja, dan zet dat de verkiezingscampagne op scherp; zo nee, dan wordt de situatie onoverzichtelijk en valt vooral het strijdelement weg.

In 2012 werd tijdens de campagne duidelijk dat de strijd om het Torentje zou gaan tussen Mark Rutte en Diederik Samsom. Eerder, in 2003 en 2006, ging het tussen Jan Peter Balkenende en Wouter Bos. Dat schiep een zekere mate van duidelijkheid over de vraag wat er bij de verkiezingen op het spel stond. Zeker, elke orthodoxe uitleg van verkiezingen in Nederland zegt dat het gaat om verkiezing van de Tweede Kamer en niet van de regering of van de minister-president. Maar, in de verkiezingscampagne gaat dat soort subtiliteiten meestal verloren.

De machtsvraag wordt lang niet altijd gesteld. In 2017 bij voorbeeld was niet echt duidelijk wie de tegenstander van Mark Rutte in de campagne was en dat was evenmin het geval in 2021. De PvdA had de verkiezingen al verloren, voordat de campagne was begonnen en geen andere partij van links (of van populistisch rechts) was in staat Rutte echt te beconcurreren. In zulke omstandigheden volgen kiezers hun eerste voorkeur en dat leidt dan onvermijdelijk tot fragmentatie in de uitslag. Dikwijls, niet altijd, lijdt ook de opkomst onder het gebrek aan strijd om de macht. Dat was bij voorbeeld het geval in 1998 toen er voor premier Kok geen echte concurrent was.

Foto: kiki99 (cc)

Van aandeelhoudersmodel naar gelijkwaardigheidsmodel (2)

Een gastbijdrage van Ries van der Vos

Het aandeelhoudersmodel is niet meer van deze tijd. Vervang het door het gelijkwaardigheidsmodel, waarbij zeggenschap en ondernemingsrisico tussen kapitaal en arbeid wordt gedeeld. Een onderzoek in drie delen. Deel 1 verscheen 12 juli. Vandaag deel 2: Welke gevolgen heeft het gelijkwaardigheidsmodel voor de jaarrekening van bedrijven?

Nieuwe jaarrekening

We hebben vastgesteld dat kapitaal en arbeid behoren tot bedrijfsassets van de onderneming. Beide horen op de balans. Arbeid is geen kostenpost meer in de resultatenrekening.
De vraag die dan moet worden opgelost is: ‘Wat is de waarde van het menselijk kapitaal en menselijk vermogen’ en ‘hoe verhoudt zich het financieel (eigen) vermogen zich ten opzichte van het menselijk vermogen’.

Voor de waarde van het menselijk kapitaal hebben we gebruik kunnen maken van een methodiek die door de OESO, het CBS en CPB ook worden toegepast voor onderzoek naar menselijk kapitaal op landelijk niveau [1]. Feitelijk is hier dan sprake van een stelselwijziging.

Voorbeeld:
In onderstaande voorbeeld is bij de start het menselijk kapitaal berekend op 15,4 en het menselijk vermogen dus ook op 15,4. Het volgende boekjaar is het menselijk kapitaal berekend op 15,5. Het menselijk vermogen is dan ook 15,5, maar er is 0,1 toegevoegd aan de pensioenreserves, maakt het menselijk vermogen 15,6.  Gemiddeld menselijk vermogen wordt 15,5 en voor het eigen vermogen gemiddeld 4,5.

Foto: Gowy, After Peter Paul Rubens, Public domain, via Wikimedia Commons.

Michel, Rutte en het struikelen over migratie

COLUMN - van Fauke Deceuninck

Dat premier Rutte zijn kabinet uitgerekend over het thema migratie liet vallen, kwam onverwachts, en niet in de laatste plaats voor zijn coalitiepartners. Een soortgelijk scenario speelde zich in december 2018 bij de zuiderburen af, toen de Belgische regering-Michel I viel na een impasse over het VN-migratiepact. Ook al is België op politiek vlak geen rolmodel voor Nederland, de VVD had kunnen leren van die Belgische kabinetsval over migratie.

De val van de regering-Michel leidde bij de eerstvolgende verkiezingen in mei 2019 tot de zwaarste afstraffing voor coalitiepartijen in 20 jaar. De Vlaams-nationalistische N-VA, die uit de federale regering stapte omwille van haar verzet tegen het Marrakesh-pact, verloor het meeste aantal zetels. De partij had gehoopt te cashen op een harde strijd rond het thema migratie, maar moest uiteindelijk een groot deel van haar stemmen afstaan aan het radicaal-rechtse Vlaams Belang.

Van crisis naar crisis naar … val

De gelijkenissen tussen het kabinet-Rutte IV en het kabinet-Michel I, en vooral de manier waarop beide aan hun eind kwamen, zijn opvallend. Beide kabinetten wisten zich ondanks meerdere crises overeind te houden. Rutte IV viel niet omwille van de onenigheid over stikstofbeleid, het geklapte Landbouwakkoord, de vertraging in de afhandeling van de Toeslagenaffaire, de inflatie en hoge energieprijzen, klimaat of de gevolgen van de aardgaswinning in Groningen. Een meningsverschil over gezinshereniging voor oorlogsvluchtelingen bleek na anderhalf jaar uiteindelijk de ultieme splijtzwam.

Foto: Schernafbeelding Nieuwsuur met Henk Kamp

Gênant stukje Nieuwsuur na val kabinet

ANALYSE - Na de val van een kabinet is het altijd even afwachten welke partij de Zwarte Piet krijgt toegespeeld. Dat diverse partijen daarbij aan framing doen is logisch. Het moet of de schuld van anderen zijn terwijl jij zelf echt naar een oplossing zocht om door te kunnen, of het moet zijn omdat jij je rug recht hield op een principieel standpunt en de anderen geen compromis wilde sluiten.

Vervolgens is het aan de pers om er chocolade van te maken, door de framing heen te prikken en goed uit te leggen hoe de vork aan de steel zit. Maar dat was even buiten Nieuwsuur gerekend.

In onderstaand fragment van Nieuwsuur laat Mariëlle Tweebeeke oud-minister en VVD’er Henk Kamp aan het woord over de val van Rutte IV. Bekijk het vooral zelf ook even.

Na de vraag van Tweebeeke over wie we het kunnen “verwijten” dat het kabinet is gevallen, begint Kamp over 400.000 migranten (“een stad zo groot als Utrecht”) die naar Nederland zijn gekomen. Volgens hem een onhoudbare situatie, we “moeten de immigratie onder controle krijgen” en “een belangrijk deel is asielmigratie” die “uit de hand is gelopen”, aldus Kamp. We schrijven even mee…

Foto: Movilh Chile (cc)

De opmars van extreemrechts in Europa

In Griekenland is premier Kyriakos Mitsotakis er in tweede instantie in geslaagd een meerderheid in het parlement te veroveren. Hij kan nu in z’n eentje verder regeren met zijn conservatieve partij Nea Dimokratia. Opvallend is de winst van extreemrechtse partijen. Spartiates, de opvolger van de verboden fascistische partij Gouden Dageraad, kreeg 5% van de stemmen. Samen met twee kleine uiterst rechtse partijtjes die ook de kiesdrempel wisten te halen is extreemrechts in Griekenland goed voor bijna 13% van de stemmen.

Vorige week schreef ik hier over Finland waar de radicale Finnenpartij nu deelneemt aan een nieuwe rechtse regering. Twee weken geleden ging het over Oostenrijk waar de FPÖ in de peilingen de grootste is geworden. In Duitsland is volgens recente peilingen de AfD nu de tweede partij. Zondag heeft voor het eerst een politicus van de extreemrechtse partij een regionale verkiezing gewonnen.

Moeten we ons zorgen maken? Owen Jones waarschuwde in The Guardian na het recente succes van de Spaanse extreemrechtse partij Vox bij de gemeenteraadsverkiezingen eind mei voor een ‘griezelige normalisering’ van extreem rechts in de Europese politiek. Hij wijst daarvoor ook op het grote aantal stemmen dat Marine Le Pen vorig jaar in Frankrijk wist te halen. En natuurlijk op Italië met de nieuwe premier Giorgia Meloni van de uiterst rechtse partij Fratelli d’Italia. In Zweden hebben we vorig jaar gezien hoe centrum-rechts de ban op de Zweden Democraten heeft opgeheven en deze partij als gedoogpartij indirect regeringsmacht heeft gegeven. Met alle gevolgen van dien. En dan hebben we het nog niet gehad over Polen, Hongarije en de andere Oost-Europese staten.

Foto: SP (cc)

Het verschil tussen ‘democratisch’ en ‘antidemocratisch’ wantrouwen

COLUMN - De AIVD maakt zich grote zorgen om het ‘anti-institutioneel extremisme’ in Nederland, nu het aantal aanhangers van complotdenkers blijft groeien. Volgens de veiligheidsdienst zouden meer dan honderdduizend mensen in mindere of meerdere mate geloven dat er internationaal en in Nederland een ‘kwaadaardige elite’ aan de macht is die bezit heeft genomen van de overheid, de media en de wetenschap. Dergelijk extremisme kan als het zich verder uitbreidt een gevaar opleveren voor de democratische rechtsorde, volgens de dienst.

In De Groene van vorige week merkt inlichtingenexpert Jelle van Buuren op dat de AIVD anderzijds ook van mening is dat anti-institutionele kritiek wel degelijk hoort in een gezonde democratie:  ‘Het zich uitspreken tegen overheidsbeleid, het betwisten van de rechtvaardigheid van een rechterlijke uitspraak, politici bestempelen als elitair en de waarheid in twijfel trekken van een journalistiek of wetenschappelijk artikel, of de wet overtreden bij protesten, is niet extremistisch’. Erkend wordt dat ‘instabiliteit bij een democratische rechtsorde hoort’, dat tegenspraak en kritiek gestimuleerd moeten worden, dat felle meningsverschillen en polarisatie legitiem zijn, zolang de ander maar niet wordt gedehumaniseerd.

Extremistische varianten van deze op zichzelf nuttige tegenspraak worden helaas echter gevoed door het falen van de instituties. De veiligheidsdienst wijst op de toeslagenaffaire, de problemen met de gaswinning in Groningen en de stikstofcrisis. Bovendien kwam Rutte vorig jaar in opspraak omdat hij uit eigen beweging sms’jes van zijn telefoon had gewist, wat parlementaire controle onmogelijk maakte. De AIVD: “Het vergroten van de weerbaarheid vraagt vooral om betrouwbaarheid en eerlijk communiceren van instituties”. Een nogal versleten stellingname. De vraag waar het om draait is natuurlijk wanneer er nu eindelijk een adequaat antwoord van de politiek komt dat een verdere groei van het extremisme kan tegengaan.

Foto: Gerard Stolk (cc)

Rutte IV bezwijkt (niet) onder de erfenis van… Rutte, I, II en III

COLUMN - Voor de derde keer overleefde Mark Rutte, als MP van kabinet Rutte IV,  gisteravond een motie van wantrouwen. Dat is de achttiende keer sinds Rutte I.

De motie Klaver haalde het niet dankzij VVD, D66, CDA, CU en SGP.  De motie Van Haga sneuvelde omdat alleen zijn eigen groep en JA21 plus FVD voor stemden.

Hoelang kan je tegen een ballon porren voor-ie knapt? Rutte bewijst: behoorlijk lang. Zijn kabinetten, bewindslieden en hijzelf hebben nu, vanaf Rutte I, 96 moties van wantrouwen (in Tweede en Eerste Kamer) achter de rug. Slechts één keer dreigde een motie van wantrouwen een krappe meerderheid ter halen. Maar dat was een weinig effectieve motie omdat hij toen al demissionair was.

Hier de top-5 moties van wantrouwen naar aantal voorstemmen.

Kabinet Rutte IV is overigens (nog?) niet het meest door moties van wantrouwen getroffen Rutte-kabinet.

Maar de helft van alle 96 moties waren wel tegen zijn kabinet of persoon gericht.

Pas als de SGP en/of dissidenten binnen CDA, CU of D66 het een keer zat zijn, maakt een motie van wantrouwen tegen Rutte of het kabinet kans van slagen. Tot nu toe is een dergelijke stemming in de verste verte niet te bespeuren. Wat media ook denken te zien aan wrijving binnen de coalitie.

Foto: Jesterhat84, CC BY-SA 3.0. Departement van Justitie in Den Haag, via Wikimedia Commons.

Groeien vertegenwoordigen en verantwoordelijkheid nemen uit elkaar?

ANALYSE - een gastbijdrage van Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees

Er is in Nederland al twee jaar een discussie bezig over een nieuwe bestuurscultuur. Dat lijkt te gaan over de manier waarop Mark Rutte het land bestuurt. Echter, als je langer kijkt naar de elementen van die bestuurscultuur dan valt op dat deze verder teruggaan. Bovendien is verzet tegen de Nederlandse bestuurscultuur al eerder opgekomen.

In een recente podcast Het Spel en de Macht spreek ik hierover met bestuurskundige Caelesta Braun en student journalistiek Arend Viëtor. Het is de laatste in een reeks over de Nederlandse bestuurscultuur. Als we die langere lijnen volgen dat valt op dat het verschil tussen toen en nu is dat electorale positie van partijen die volgens de regels van het spel politiek bedrijven zwakker is dan in het verleden. Partijen die het primair als hun rol zien om onvrede te vertegenwoordigen sterker zijn geworden.

De Regels van Lijphart

De regels van het spel zijn eigenlijk opvallend constant in de afgelopen 70 jaar. De regels die politicoloog Arend Lijphart in 1968 formuleerde over de Nederlandse politiek in jaren ’50 zijn nog springlevend: als politici in Nederland een beslissing moeten nemen benaderen ze de materie zakelijk en niet ideologisch. Als ze er onderling niet uitkomen dan kijken ze naar experts en belangengroepen. De oplossingen komen van buiten de politieke arena. Als coalitiepartijen recht tegenover elkaar staan, dan stellen ze beslissingen uit. Moeten ze nu een oplossing vinden, proberen ze een compromis te formuleren waar iedereen zich in kan vinden. Zelfs een kleine coalitiegenoot kan dat vetoën. Zulke compromissen worden niet gesloten in de plenaire zaal van de Kamer maar achter dichte deuren.

Foto: presentatie coalitieakkoord ©Beeld - Tweede Kamer.

Coalitieakkoord is geen akkoord of toch wel akkoord?

Het op 15 december 2021 gepresenteerde coalitieakkoord van Rutte IV mocht beslist geen regeerakkoord heten. Want

Het kabinet wil zo duidelijk maken dat het coalitieakkoord in eerste instantie een afspraak is tussen vier fracties uit de Tweede Kamer

Afspraak is afspraak. Maar sommige coalitiepartners kunnen zich daar blijkbaar niet aan te houden. Vijf cases.

De ‘niemand slaapt op straat’ afspraak

In de volksmond bekend als BBB, de ‘bed-bad-brood’-regeling. Heden ten dage officieel de ‘Landelijke Vreemdelingen Voorziening’ (LVV). Een langslepend en pijnlijk dossier.

Staatssecretaris Van der Burg kondigde aan dat er vanaf volgend jaar geen geld meer zou zijn voor de LVV. Dat zou zo maar kunnen, want officieel is de pilotfase van de LVV  ten einde. Vorig jaar november verscheen de eindevaluatie.

Maar Van der Burg moet nog met een beleidsreactie op die evaluatie komen. In zijn brief bij de presentatie van de eindevaluatie kondigde hij wel aan dat “de uitkomsten van de eindevaluatie betrokken zullen worden  bij de ontwikkeling van de werkwijze en het gesprek over het vervolg van de LVV”.

Eind december besprak het kabinet deze kwestie en kwam tot de deze afspraak (Uit het coalitieakkoord, pag. 43 en 44)

Vorige Volgende