En het is weer zover: als de verkiezingen niet de uitslag geven die je wilt, maak je het systeem verdacht. Wilders gaat in overdrive: De IT van de Kiesraad werd gecontroleerd door een bedrijf dat in handen is van iemand die D66 stemt, dus de resultaten zijn verdacht. Pertinente onzin, want het bedrijf onderzocht de software ruim vóór de verkiezingen van 2023, toen de PVV 37 zetels haalde.
Wat hij doet past naadloos in het inmiddels beproefde rechtse draaiboek: twijfel zaaien over instituties zodra ze niet doen wat jij wilt. Eerst een suggestieve vraag, dan een complotachtige insinuatie, en uiteindelijk de claim dat “je het toch moet kunnen bespreken.” Het is niets minder dan ondermijning, verpakt als bezorgdheid.
Door te suggereren dat de Kiesraad misschien niet onafhankelijk is, zonder bewijs, herhaalt Wilders het patroon dat we al kennen van Trump, Orbán en andere ‘democratische’ pyromanen: maak de scheidsrechter verdacht, zodat jij straks niet meer hoeft te verliezen. De boodschap is niet dat er echt iets mis is, maar dat alles verdacht is, behalve jijzelf.
Het interessante is wat dit zegt over Wilders zelf. Zijn verontwaardiging over vermeende vriendjespolitiek zegt vooral iets over hoe hij macht zou misbruiken. Als hij werkelijk denkt dat D66 hun “vertrouwenspersonen” bij de Kiesraad heeft zitten om de boel te regelen, dan is dat omdat hij zich niet kan voorstellen dat iemand níet zo werkt. Wie overal vriendjesnetwerken vermoedt, doet dat meestal omdat hij zelf precies zo’n netwerk zou bouwen zodra hij de kans kreeg, en er niet bij kan dat er mensen bestaan die niet alleen maar voor eigen gewin gaan. Kijk naar de VS, waar Trump direct na de machtswisseling uitvoerde waar hij de Democraten jarenlang onterecht van beschuldigde.