Bij het onderwerp verkiezingen wordt tot nu toe alleen gesproken van verkiezingen voor de Tweede Kamer. Er valt echter beslist een lans te breken voor nieuwe verkiezingen voor de Eerste Kamer. Onder normale omstandigheden hebben dergelijke verkiezingen weinig zin. De provinciale staten – het kiezerscorps bij de Senaatsverkiezingen – worden immers niet opnieuw samengesteld. De statenleden zullen doorgaans op dezelfde wijze hun stem uitbrengen, met als gevolg dat de nieuwe Eerste Kamer exact dezelfde samenstelling heeft als de oude. Hooguit kunnen politieke partijen wat dissidenten van de kandidatenlijst afvoeren, maar daar houdt het dan wel mee op.
Anno 2012 is echter geen sprake van normale omstandigheden. De Eerste Kamer is op 23 mei van het vorig jaar gekozen op basis van een niet eerder vertoonde combinatie van verkiezingsafspraken en strategisch stemgedrag. Het is zeer onwaarschijnlijk dat dit zich nog een keer zal herhalen. Het niet al te snuggere D66-statenlid uit Noord-Holland zal een etui vol rode potloden meenemen, zijn collega uit de staten van Zuid-Holland zal het wel nalaten een ‘strategische’ stem op een andere partij uit te brengen en of dhr. Robesin uit Zeeland nog bij een deal te betrekken is, kan ook betwijfeld worden. Veel belangrijker is nog dat diverse PVV-statenleden zich inmiddels van deze partij hebben losgemaakt. Hero Brinkman is in de provinciale staten van Noord-Holland voor zichzelf begonnen en heeft drie (later twee) statenleden meegenomen. In Limburg hebben de leden Bosman en Uringa de PVV-fractie verlaten, de een gedwongen door de fractie, de ander gedwongen door zijn geweten. Zeker de laatste heeft weinig sympathie voor de club van Wilders meer. Hetzelfde geldt voor het Drentse statenlid Van Rhee en het Friese statenlid Hiemstra. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de statenleden Wullink en Kap, die eerder voor zichzelf begonnen in Gelderland en Brabant.
De hoge stemwaardes van de statenleden uit de grote provincies in aanmerking genomen, vertegenwoordigen de PVV-verlaters al zeker een volle tot misschien wel anderhalve zetel in de Senaat. Er lijken dus zeker gronden te zijn om, voor het eerst sinds 1904, (ook) de Eerste Kamer op politieke gronden te ontbinden en opnieuw te laten verkiezen. De oppositie zal het aantal PVV-senatoren graag zien slinken, en VVD en CDA zullen daar ook geen enkele moeite mee hebben. De Senaat zal aldus ook een betere afspiegeling van de politieke verhoudingen vormen, al is uiteraard niet op voorhand te voorspellen welke partijen op de stem van de ex-PVV’ers mogen rekenen.
Reacties (4)
Hoe begrijpelijk ook, gezien de gang van zaken bij de vorige 1e Kamerverkiezingen, lijken me die juist een argument om nooit meer zulke politiek gemotiveerde “reparerende” verkiezingen te houden. Laat de 1e Kamer weer de plek worden waar eens wat langer nagedacht wordt over wetgeving en waar de waan van de dag buiten de deur wordt gehouden.
Als je dat wilt lijkt een scenario met minder PVV-senatoren me juist bevorderlijk ;)
Maar ik ben het met je eens – laten we nog een béétje stabiliteit overhouden.
Op basis van politiek-inhoudelijke overwegingen verkiezingen organiseren, dat lijkt me een erg slechte zaak.
Of stel je het volgende (fictieve) scenario voor: bij SP en PvdA blijken ineens veel overlopers te zitten, die CDA, VVD en PVV wel zien zitten. Dan ook nieuwe verkiezingen organiseren?
Leuk, verkiezingen voor de eerste kamer… Dan krijgen we daar even grote debielen als in de tweede kamer. Nee dank u, dus. Ik zie liever Art. 120 uit de grondwet geflikkerd en een Constitutioneelhof ingesteld. Ook een (echt) gekozen burgemeester lijkt mij een goede zaak.