Marijnissen en de zorg om de ‘kwaliteitsjournalistiek’ (maar wat is dat?)

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

marijnissenSP-Kamerlid Jan Marijnissen maakt zich al enige tijd zorgen over de ‘onafhankelijke’ en ‘kritische’ journalistiek in Nederland. In februari van dit jaar – maar ook al eerder – benadrukte hij het belang van kwaliteitskranten. Een van de pijlers van dit artikel is de mogelijkheid tot verruiming van staatssteun (onder de nodige voorwaarden). Vandaag, 14 oktober, was Marijnissen te gast bij de Hogeschool van Amsterdam en sprak over de toekomst van de journalistiek met studenten van het profiel Nieuws en Media van de opleiding Media, Informatie en Communicatie (MIC).

Voor een docent aan de opleiding was het indrukwekkend om te zien hoe de studenten, nog nat achter de oren, de rode orkaan uit Oss voor hun kiezen kregen. Amusant was het ook. Maar welke namen en rugnummers nu écht horen bij de kwaliteitsjournalistiek volgens Marijnissen? Het werd me (nog) niet duidelijk. De Telegraaf in elk geval niet. Vol weerzin sprak de SP’er over de ‘actiekrant’ Telegraaf. ‘Maar Trouw kan er ook wat van.’ Nu.nl? Bloggers? Profiteurs van andere media. GeenStijl? ‘Tuig van de richel […] Waarom zit die Rutger bij Triana, bij één van de beste presentatoren in Nederland, Joost Karhof? Wat doet-ie daar?’ Twitter? ‘Alle twitteraars zijn losers. Twitterende kamerleden zijn ijdeltuiten’. Hij roemde wel de inzet van NRC Handelsblad en actualiteitenrubrieken als Zembla.

Terug naar het gestelde probleem. Als ik het goed begrijp, ziet Marijnissen de toekomst somber in als de infrastructuur van journalisten (lees: kranten) verdwijnt. Titels als de Volkskrant en NRC Handelsblad zullen niet meer hun tanden kunnen zetten in de materie, als mensen niet meer willen betalen voor nieuws. Tot zover allemaal nog best te volgen. Toch klonk in de woorden van Marijnissen een ernstige onheilstijding door. Het gaat helemaal mis met het ‘vak’ journalistiek. Maar als het waar is dat de Nederlandse journalistiek af zal glijden, wat was dan het hoogtepunt van de journalistiek in onze vaderlandse geschiedenis?

Plank voor mijn kop

Marijnissen moest het antwoord op mijn vraag schuldig blijven. ‘In 1979 was de oplage van alle kranten 4,1 4,6 miljoen,’ was zijn antwoord. Maar de oplagen van kranten van drie decennia geleden zeggen mij niet veel over de kwaliteit (altijd huiverig voor cijfers noemen en vergelijkingen maken, maar tot voor kort was dat cijfer niet veel lager). Minder kanalen op televisie betekent ook meer kijkers. En dan de beperkte techniek: de correspondent die zijn stuk moest doorbellen naar de redactie, het gedoe met carbonpapier – het zat de infrastructuur niet mee. De infrastructuur van journalisten is nu sterker dan ooit. Maar volgens Marijnissen ‘heeft deze leraar een plank voor zijn kop.’ Kan zijn, die plank zit daar overigens nog prima, maar hij gaf me geen antwoord op de vraag. 1979, was dat dan zo’n goede periode voor de ‘kwaliteitsjournalistiek’? Joost de Vries schreef begin dit jaar in de Groene: ‘In de jaren zeventig werden de eerste scholen voor journalistiek opgericht en de media werden over de gehele linie geprofessionaliseerd. De journalistiek werd onafhankelijker en objectiever, ontideologiseerde.’ In de theorie van Marijnissen zou dus betekenen dat vóór de komst van journalistieke opleidingen het niveau beter was.

Toch moeten we volgens Marijnissen uitkijken, of de journalistiek zakt weg. Sterker, het volk zal er geen behoefte meer aan hebben, aan al die uitgeplozen achtergrondartikelen en diepgravende analyses. Het woord ‘debilisering’ viel. De gejaagde beeldcultuur is daar volgens Marijnissen mede debet aan. ‘Er is geen geschiedenisprogramma op televisie of er zit wel een quiz in.’

Een slimme student vroeg hoe Marijnissen dacht over journalisten die elkaars nieuws overnamen inzake de mogelijke terugkeer van Marijnissen als fractievoorzitter. ‘Ze hebben uit een groot interview met Binnenlands Bestuur een persbericht gecomprimeerd en een citaat van mij centraal geplaatst. Ik wilde het cliché “zeg nooit nooit” vermijden, dus zei ik het iets anders. Ik was ’s ochtends nog niet in de Kamer of het AD had het “nieuws” al geplaatst.’ Maar ook de Volkskrant. En Trouw. Zouden ze dat vroeger, bijvoorbeeld in 1979, niét hebben gedaan?

En passant haalt Marijnissen nog een anekdote aan over misstappen rond een artikel in Revu ’toen jullie nog zó klein waren’. Marijnissen doelt op een interview van Frénk van der Linden dat nogal politiek incorrecte uitspraken van Marijnissen bevatte en door de (toen nog Nieuwe) Revu geëxploiteerd zou zijn en volop op de cover aandacht kreeg. Dus van Van der Linden, toch bekend als een rasinterviewer, moeten we het kennelijk ook niet hebben.

Met een hark geschreven

De jonge en talentvolle journalist Robert van de Griend (1979) zei in 2008 tegen De Journalist: ‘Wie beweert dat vroeger alles beter was, mist historisch besef. Neem Vrij Nederland. Daal af naar de kelders van de Raamgracht en je ontdekt dat het maar goed is dat de tijd van Joop en Rinus nooit meer terugkomt. De artikelen die VN in haar hoogtijdagen publiceerde waren vaak met een hark geschreven. Ook de drammerige, hooghartige toon van toen is niets om naar terug te verlangen.’

Kortom: ja, zorgen om kwaliteitsjournalistiek is goed. Maar de zorgen zijn ook van alle tijden. En de kwaliteitsjournalistiek ook. ‘Terwijl het aantal frontsoldaten van de waarheid steeds verder wordt uitgedund, groeit het leger van slippendragers van de macht,’ schreef Marijnissen in februari. Ik zie uit naar Marijnissens komst volgend jaar, wanneer de studenten weer een trede hoger staan op de ladder van hun carrière. Over tien jaar zijn sommige studenten frontsoldaten van die waarheid – voor papier, op tv, radio of digitaal. Tot hun 65ste? Tot hun 80ste! Wedden?

De student in kwestie die het geval met Binnenlands Bestuur aanhaalde was zo snugger om er toch even op door te vragen, die mogelijke terugkeer van Jan Marijnissen als fractievoorzitter van de SP.

‘In theorie,’ antwoordde Marijnissen.
‘Wat betekent dat?’ vroeg de student.
‘Je zit toch op school, je weet wat theorie inhoudt?’
‘Wat verstaat ú onder theorie?’
‘Je weet nooit wat er morgen gebeurt. Misschien word jij wel ziek morgen.’
‘Ziek worden is geen keuze,’ antwoordde de student.

Reacties (9)

#1 Liesbeth

Het oplage cijfer klopt niet. Ik heb namelijk 4.6 miljoen genoteerd. Ook de groene zegt: “Vanaf 1976 hadden de verzamelde titels een betaalde oplage van 4,6 miljoen.”

  • Volgende discussie
#2 Thijs

“Je weet pas dat je een goed stuk hebt geschreven als men gaat zeiken om kleine dingen”
Lekkere inhoudelijke reactie Liesbeth :P

Ik vond het debat erg stroef gaan gisteren. Marijnissen gaf geen centimeter mee en leek vooral overtuigd van zijn eigen gelijk.
Ook zijn antwoord toen ik reageerde op het artikel vond ik erg vreemd. Hij leest een artikel voor en vraagt om reacties, maar als je die geeft en hem hiermee wijst op de voordelen van internet wuift hij die af als “heeft niks met onze discussie te maken.”

Ik vond het overigens wel hilarisch toen hij compleet over de zeik ging tegen van Aalten. Gratis topcabaret is altijd leuk.

Was die bijdehante student trouwens de buurjongen/schoonzoon/kroegmaat van Marijnissen of iets dergelijks? Zo sprak hij ‘Jan’ namelijk wel aan.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Michiel Maas

Ja, De worstendraaier uit Oss blijkt in het echt toch een aanzienlijk ego te hebben.

Maar sommige dingen ziet ie wel goed. Nu.nl en weblogs zíjn natuurlijk profiteurs van andere media. Twitterende politici zíjn ook ijdeltuiten (en veel twitteraars zijn onmiskenbaar losers).

Maar bij GeenStijl zitten natuurlijk vooral hele brave burgerjongens met licht overgewicht.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Hirtszhals

IJdeltuit of niet: Marijnissen heeft vrijwel onbetwist punt met de stelling dat de betaalde journalistiek onder druk staat. Jongeren betalen nog wel voor bier maar niet meer voor nieuws. Dat was vroeger inderdaad ‘beter’.
Dat journalistieke hypes veel makkelijker (sneller en dus slechter gecheckt) rondtollen dankzij blogs, twits en steeds ‘ververste’ websites, lijkt me ook nauwelijks te bestrijden. Voor wie niet van hypes houdt, was dat vroeger dus ook beter.
Dezelfde infrastructuur helpt journalisten óók betere stukken te maken, dus driewerf hoera; dat is tegenwoordig beter.
Was er een toevallig een docent aanwezig die deze hoofdlijnen uit elkaar hield en de discussie toch nog een constructieve draai wist te geven.. :-) ?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Naam

Er zal altijd een markt blijven voor goed onderbouwde journalistiek. Of zou er helemaal niemand zijn die hier geld voor over heeft?

Misschien vindt een handige jongen of meisje wel een vernieuwend verdienmodel uit wat de kosten voor al het speur werk kan dekken.

Ik krijg altijd het idee dat politici zoals Jan Mao-rijnissen liever grip houden op de journalistiek dan mensen zelf laten kiezen uit wat voor bron ze hun informatie willen halen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 vera

Goed stuk.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 Hasna

Volgens mij was Marijnissen niet op de hoogte van het feit dat het een debat was. Volgens mij gaf hij een vurig betoog aan ons, de snotneuzen en zat ie niet te wachten op tegenspraak. HVA had onze gastspreker beter mogen inlichten.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#8 D.Ducksie

Marijnissen redeneert vanuit zijn eigen zeer politiek gemotiveerde situatie en dat is het grootste probleem met zijn betoog of kwaliteits journalistiek. Dat was al zo toen hij in de NRC hierover schreef en dat is nu nog zo.

Marijnissen != de rest van nederland (nu, vroeger en in de toekomst)

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#9 D.Ducksie

@5
dat gevoel bekruipt mij ook wel eens, ik heb het wel eens gehad over de rare toon van de postbus 51 commercials over privacy op het internet. De website formuleert het aspect van hyves/reageersites zo dat je eigenlijk het gevoel bekruipt dat ze liever hebben dat je alleen kijkt op het net en niet meedoet (en je mening uit).

  • Vorige discussie