ACHTERGROND - Wat is het verschil tussen links en rechts? In de vorige aflevering heb ik laten zien dat het links-rechts onderscheid springlevend is maar dat er ook veel verwarring is over de betekenis ervan. Ik zal nu een voorstel doen voor een criterium.
Het aardige van links-rechts als politieke metafoor is dat het neutraal is. De andere ruimtelijke metaforen, boven-onder en voor-achter zouden als politieke metafoor onbruikbaar zijn, omdat ze niet neutraal zijn. Maar waar staat het voor? Om dit vast te kunnen stellen moeten we eerst onderzoeken aan welke voorwaarden de invulling ervan moet voldoen.
Ik bespreek eerst een vijftal voorwaarden waaraan het criterium voor links-rechts moet voldoen, daarna noem ik drie kandidaten voor het criterium. Die kandidaten zijn achtereenvolgens: ‘gelijkheid versus vrijheid’ (in combinatie dus) ‘vrijheid’ en ‘Gemeenschap versus individu’. Een vierde kandidaat, ‘verandering’ bespreek ik apart in het volgend deel.
1e voorwaarde: Waan van de dag
Het is verleidelijk om het verschil tussen links en rechts te definiëren door de verschillen te benoemen. We maken gewoon een lijstje van kenmerken van links en van rechts en zetten dat naast elkaar. Het is niet zo moeilijk om dat te doen [1]. Ik geef een voorbeeld uit de NRC van afgelopen maand. De krant heeft onderzoek gedaan naar woordgebruik in de Tweede Kamer. Daarvoor heeft zij een lijst gemaakt van kenmerkende woorden voor links en rechts:
Links | Rechts |
---|---|
Gelijkheid | Asociaal |
Solidariteit | Vrijheid |
Collectief | Potverteren |
Sociaal | Kleine overheid |
Neoliberalisme | Belasting |
Amerikaanse toestanden | Ondernemen |
Tweedeling | Aanpakken |
Kloof | Opsluiten |
Ongelijkheid | Achter slot en grendel |
Integreren | Joods-christelijke cultuur |
Preventief | Islamisering |
Verheffen | Individu |
Nivelleren | Eigen verantwoordelijkheid |
Dit zijn woorden die door linkse en rechtse fracties in de Tweede Kamer worden gebruikt in het debat. Het kan dus zijn dat een woord vaak wordt gebruikt omdat men het belangrijk vindt, maar ook om de ander te karakteriseren. ‘Eerlijk delen’ is iets dat links belangrijk vindt en ‘ondernemen’ is iets dat rechts belangrijk vindt terwijl ‘neoliberalisme’ en ‘potverteren’ beschuldigingen zijn van respectievelijk rechts door links en links door rechts.
Dit soort lijstjes zijn echter geen goede oplossing omdat zij een product zijn van de waan van de dag. Twintig jaar geleden zouden woorden als ‘kloof’ en ‘islamisering’ niet op deze lijst gestaan hebben. Een lijst van kenmerken is daarom onbruikbaar [2].
De eerste voorwaarde voor een criterium is dat het boven de waan van de dag moet uitstijgen.
2e Voorwaarde: neutraliteit
De lijst roept meer vragen op dan zij beantwoordt: waarom staat iets in de kolom van links of rechts? Het is niet altijd even duidelijk: waarom wil links ‘verheffen’ en waarom is ‘normen en waarden’ een rechts woord? Heeft links dan geen ‘normen en waarden’ en wil rechts niet het beste voor alle mensen? Onzin natuurlijk.
Om echt bruikbaar te zijn moet een criterium voor beide partijen aanvaardbaar zijn en mag het niet eenzijdig in het voordeel van één kant zijn.
De tweede voorwaarde is daarom dat het criterium neutraal moet zijn.
3e voorwaarde: eenvoud
Problematisch is ook dat er achter veel termen een complexe argumentatie schuilt. Wat wordt er bedoeld met ‘kleine overheid’ en ‘neoliberalisme’? Het zijn termen waar een grote theoretische lading achter zit die bovendien niet onomstreden is. Met boeken over neoliberalisme kan je een kleine bibliotheek vullen en ‘overheid’ is slechts schijnbaar een eenvoudig begrip. En bovendien: waarom moet zij klein zijn?
De derde voorwaarde is dat het criterium basaal moet zijn en dat duidelijk is waarover het gaat.
4e voorwaarde: politiek niet psychologie
Nog een voorwaarde waar ons criterium aan moet voldoen is dat het politiek relevant moet zijn: op basis van dit onderscheid moet het mogelijk zijn om de plaatsing van woorden in tabel 1 te begrijpen zonder psychologische of karakterologische interpretatie. Misschien is iemand rechts omdat zij cynisch is of links omdat zij goedgelovig is. Dat is psychologiseren en bovendien eenzijdig.
We zijn niet geïnteresseerd in psychologische verklaringen maar in politieke verschillen. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat karakter er bij de keuze voor links of rechts niet toe doet, maar het gaat er niet om waarom iemand kiest voor een rechtse of linkse partij, we willen weten wat het verschil is tussen die partijen.
De vierde voorwaarde is dus dat het criterium politiek relevant moet zijn.
5e voorwaarde: tweedeling
Het links-rechts onderscheid is een tweedeling. Waarom twee en niet drie of meer? Daarvoor zijn drie redenen. De eerste reden dat er twee kampen zijn (eendimensionaal dus), is dat een multidimensionaal systeem het niet begrijpelijker maakt. Voor politicologen is dat misschien geen probleem maar, zoals ik vorige keer heb laten zien, we hebben het hier over politicologie voor iedereen.
Een tweede reden is dat dualiteit diep in ons denken zit. Het is een culturele traditie. Volgens Robert Hertz, een antropoloog uit het begin van de vorige eeuw, komt dualisme voor bij veel volken. Ik citeer Frits Bienfait die over Hertz schrijft:
Hij gaf […] een overzicht van de manier waarop verschillende volken, stammen en andere gemeenschappen belangrijke begrippen en aspecten van hun universum ordenden door ze onder te brengen in twee sferen, een kenmerk van dualistisch denken. De mens die begon met nadenken over de wereld, zag zich staan te midden van een enorme vormenrijkdom waarin hij welhaast dreigde te verdringen door gebrek aan enig houvast. Daarom begon hij zijn gigantische onderneming met het aanbrengen van orde. En de meest elementaire manier van ordenen is dualistisch, oftewel het onderbrengen in een tweedeling: dit hier, dat daar.
Maar er is nog een derde reden waarom er maar twee kampen zijn. In elke strijd om de macht – en dat is waarom het gaat in de politiek – waarbij meerdere partijen tegen elkaar vechten, zal door coalitievorming een opdeling in twee kampen ontstaan. Zwakke partijen werken samen om weerstand te bieden tegen een sterke partij. Op den duur zullen alle partijen een keuze moeten maken en uiteindelijk blijven er daarom twee partijen over [3].
De vijfde voorwaarde is dus dat het in een eendimensionale schaal uitgezet kan worden: een criterium dat de politiek al tweehonderd jaar in twee kampen verdeelt.
Ik zal nu de mogelijke criteria bespreken.
Gelijkheid versus vrijheid
Als je aan mensen vraagt wat het verschil is tussen links en rechts antwoorden ze vaak dat links voor gelijkheid is en rechts voor vrijheid. Zij hanteren het criterium ‘gelijkheid versus vrijheid’ [4]. Ook in het rijtje van de NRC staan deze woorden bijna bovenaan.
Met de tegenstelling ‘vrijheid versus gelijkheid’ zijn echter meerdere problemen. In de eerste plaats gaat het niet om één maar om twee criteria: vrijheid èn gelijkheid. Het voldoet daarom niet aan mijn derde voorwaarde want het is een hybride van twee kenmerken.
Het tweede probleem is dat de keuze tussen ‘vrijheid’ en ‘gelijkheid’ geen reële keuze is: een maatschappij met grote ongelijkheid is geen vrije samenleving. Als er sprake is van grote maatschappelijke ongelijkheid zal de bevoordeelde elite er alles aan doen om de benadeelde meerderheid te onderdrukken. Bovendien is door de ongelijke verdeling van bezit ook sprake van grote machtsongelijkheid, waardoor de grote meerderheid van de bevolking in afhankelijkheid leeft van anderen, of dat nu de staat of particulieren weldoeners zijn. Afhankelijke mensen zijn zeker niet vrij [5]. Maar ook als geen sprake is van echte armoede, maar alleen van grote ongelijkheid, gaat dat ten koste van de vrijheid. Dat gebeurt als alle productiemiddelen in handen zijn van een kleine elite. Deze ongelijke verdeling heeft grote machtsongelijkheid tot gevolg en grote ongelijkheid is niet compatibel met vrijheid.
Vrijheid
Het criterium vrijheid als zelfstandig criterium, is ook problematisch. Iedereen is immers voor vrijheid. Rechtse partijen hebben het onderwerp voor zichzelf opgeëist maar links zal uiteraard ontkennen dat zij tegen vrijheid is. De claim van rechts dat zij strijdt voor vrijheid is misleidend omdat het impliceert dat links dat niet zou doen. Dit criterium voldoet daarom ook niet aan de voorwaarde van neutraliteit: het is een politiek criterium dat rechts gebruikt om links mee te bestrijden.
Gemeenschap versus individu
Links gaat uit van de fundamentele gelijkheid van alle mensen: van dat wat we met elkaar gemeen hebben. Rechts gaat uit van het individu: van dat waarin mensen van elkaar verschillen. Links staat voor gelijkheid, rechts voor verschil.
Dit criterium kan op verschillende manieren geformuleerd worden. Je kunt zeggen dat het gaat om ‘gelijkheid versus verschil’ maar ook om ‘gemeenschap versus individu’ want het een volgt uit het ander. Rechts gaat uit van de verschillen tussen mensen en zoekt naar individuele oplossingen, links gaat uit van de gelijkheid en kiest voor gemeenschappelijke oplossingen. Rechts benadrukt graag individuele verantwoordelijkheid (‘eigen verantwoording’) terwijl links juist de verantwoording voor elkaar benadrukt (‘solidariteit’, ‘zorgen voor elkaar’). De strijd tussen links en rechts in de politiek gaat meestal (maar niet alleen) over verdelingsvraagstukken. Links streeft naar een gelijke en ‘eerlijke verdeling’ van schaarse goederen terwijl rechts een ongelijke verdeling ‘naar verdienste’ ook acceptabel vindt.
Het zal duidelijk zijn dat hier de discussie begint. Want wat is ‘eerlijk’ en ‘gelijk’, hoe meet je dat, en wanneer heeft iemand ‘verdiend’ wat hij bezit? Uw antwoord op deze vragen bepaalt of u links of rechts bent.
Tot deze conclusie komt ook de Italiaanse politicoloog Norberto Bobbio. In het boek Left and right, The significance of the political distinction beargumenteert hij dat het onderscheid tussen links en rechts is gebaseerd op gelijkheid. Links streeft naar meer gelijkheid en rechts streeft naar meer ongelijkheid: het streven naar gelijkheid is volgens hem de ‘poolster’ in de politiek. Ik heb zijn voorstel iets algemener gemaakt door de tegenstelling niet als ‘gelijkheid versus ongelijkheid’ te presenteren, maar als ‘gemeenschap versus individu’.
Ik zal nu laten zien dat het criterium ‘gemeenschap versus individu’ aan alle vijf de criteria voldoet die ik hierboven heb geformuleerd.
Waan van de dag
Dit criterium voldoet zeker aan de eerste voorwaarde want het is geen recente mode. De gelijkwaardigheid van ieder mens is een centraal thema van de Verlichting. Het motto van de Franse Revolutie was ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’. Het is dus minimaal even oud als de democratie.
Neutraal
Dit criterium voldoet aan de eis dat zij voor beide partijen acceptabel is. Het is niet moeilijk om voorbeelden te vinden aan beide zijden van het politieke spectrum waarin men zich op deze manier uit. Zo claimt Joop den Uyl dat links streeft ‘naar een eerlijke verdeling van bezit, macht en kennis’. Rechtse partijen zullen daartegen altijd individualiteit benadrukken. In het VVD-programma staat bijvoorbeeld: ‘We willen een land waarin je zorgt voor jezelf, geeft om een ander en krijgt wat je verdient’ en elders staat dat burgers zo ‘veel mogelijk zelf [moeten] kunnen kiezen waar zij hun geld aan besteden’ (mijn benadrukking).
Eenvoud
Er is geen onduidelijkheid over de betekenis. Het is wel mogelijk om complexe politieke filosofieën te baseren op het thema ‘gemeenschap versus individu’ en bekende politieke stromingen gaan in de kern over vraagstukken die hiermee samenhangen: socialisme, communisme en liberalisme. Maar het is niet nodig om je in deze politieke theorieën te verdiepen: zoals het hoort in een democratie kan iedereen die dat wil aan de politieke discussie deelnemen omdat duidelijk is waarover het gaat. Het enige dat gevraagd wordt, is dat je je in de feiten verdiept.
Politiek
De keuze om het streven naar gelijkheid als maat te nemen om te bepalen hoe links of rechts een idee is, is een logische keuze. Het verdelen van schaarse middelen staat centraal in de politiek: inkomen, belasting, zorg, onderwijs, milieu, kennis en macht. Het zijn uiteindelijk allemaal verdelingsvraagstukken.
Bijna elke discussie in de politiek gaat over de vraag hoe de schaarse middelen verdeeld moeten worden. Moeten we de politie versterken of helpen we de sociaal zwakkeren? De verschillen tussen links en rechts zijn dan duidelijk zichtbaar. Dit was onlangs weer te zien bij de recente ‘begrotingsdeal’ die PvdA en VVD hebben gemaakt waarbij ieder de helft van 1,2 miljard euro naar eigen inzicht mag besteden. Links geeft haar 600 miljoen uit aan zorg, huisvesting, onderwijs voor asielzoekerskinderen en aan ‘bestrijding van de ongelijkheid in het onderwijs’ (mijn benadrukking). De VVD besteedt het geld aan politie, justitie en defensie. Quod erat demonstrandum: De PvdA is links, want zij wil ongelijkheid bestrijden en de VVD is rechts want zij bestrijdt de gevolgen van ongelijkheid (criminaliteit en oorlog) niet de ongelijkheid zelf.
Tweedeling
De strijd over de verdeling van kennis, inkomen en macht is een goed uitgangspunt om het verschil tussen links en rechts te begrijpen. De argumenten voor de keuzes die worden gemaakt zullen van geval tot geval verschillen, maar als je goed kijkt dan zie je dat ze uiteindelijk altijd om de as van gemeenschap en individu draaien want dat is wat links en rechts van elkaar onderscheidt en verbindt.
Ik kom tot de conclusie dat gemeenschap versus individualiteit een goed criterium is voor het verschil tussen links en rechts. In het volgende deel bespreek ik het criterium ‘verandering’.
Vorige afleveringen
Deel 1: Richting in de Politiek
Deel 2: Oorsprong en geschiedenis
Deel 3: Politicologie van het volk
Noten
[1] Zie bijvoorbeeld ook hier en hier.[2] Dat er sprake is van verschuiving, constateren ook de journalisten van de NRC, want uit het onderzoek van het gebruik van deze woorden in de Tweede Kamer blijkt dat er een ‘groeiende vermenging is van linkse en rechtse woorden’. Ofwel: links gebruikt rechtse woorden en omgekeerd. Dat komt vooral door de ‘hybride partijen’ volgens de journalisten: PVV en 50Plus. Bovendien is de vermenging niet gelijkmatig, maar gebruiken linkse partijen meer rechtse taal dan dat rechtse partijen linkse taal gebruiken. Aan het taalgebruik is dus goed te zien wat we al wisten: de afgelopen decennia is de politiek naar rechts verschoven.
[3] Wat ik beschrijf is de eindsituatie. Momenteel zien we dat partijen in het linker kamp samenwerken met partijen ter rechterzijde. Hiervoor betaalt in ieder geval één kant nu een hoge prijs: van de PvdA zal waarschijnlijk na de verkiezingen volgend jaar niet veel overblijven. ‘Heulen met de vijand’ wordt bestraft. Een interessante vraag is waarom rechts hier minder last van heeft.
In Duitsland speelt hetzelfde fenomeen met de SPD. In landen met een districtenstelsel gebeurt dit niet zo snel, al is ook Groot-Brittannië recent door een coalitie tussen Liberalen en Conservatieven geregeerd en ook daar heeft de Liberal Democrats de prijs moeten betalen.
Het is ook verklaarbaar dat de twee helften ongeveer even groot worden: een partij die aansluiting zoekt bij een andere uit tactische overwegingen zal kiezen voor een gelijkwaardige partner en als een partij de keuze heeft tussen twee ongeveer even sterke partijen zal ze de zwakste van de twee kiezen omdat ze daar tactisch voordeel bij heeft (een betere onderhandelingspositie). Ik begrijp bijvoorbeeld niet waarom D66 de laatste jaren kiest voor de huidige rechtse lijn. Dat ze uit opportunistische redenen zegt ‘we zijn niet links en niet rechts’ begrijp ik, maar bij een linkse coalitie zou ze meer onderhandelingsvoordeel hebben.
Dit is overigens allemaal tactiek en geen inhoud. Partijen zullen zelden toegeven dat ze dit doen.
[4] Zie bijvoorbeeld: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7. Het wordt soms ook in een tweedimensionale schaal gepresenteerd: progressief/conservatief wordt uitgezet tegen vrijheid/autoritair. Vooral dit (€) is een goed voorbeeld.
[5] In zijn beroemde Four Freedoms Speech heeft Franklin Delano Roosveld niet voor niets vrijwaring van gebrek een van de ‘vier vrijheden’ genoemd. Als er sprake is van grote ongelijkheid en armoede zijn er veel mensen die niet vrij zijn.
Reacties (46)
Gemeenschap vs individu is links vs rechts? Ik zie daar een aantal grote problemen opduiken.
Ten eerste telt bij links elk individu omdat iedereen altijd dezelfde rechten heeft. Bij rechts zijn het meer randvoorwaarden waarbinnen iedereen zichzelf kan ontplooien. In de praktijk leidt dat tot machtsconcentraties waardoor juist delen van de samenleving (individuen dus) buiten de boot vallen.
Dus gemeenschapszin is goed voor individuen en individualisering is slechts voor (sommige) individuen. Zie je de paradox?
Ten tweede zijn religieuze groeperingen meestal groot voorstander en uitdrager van gemeenschapszin, maar worden partijen op religieuze grondslag vaak gezien als rechts, want conservatief.
@0
Ik vraag me aan het einde van dit stuk nog steeds af waarom er een afbeelding van Quetzalcoatl boven is geplaatst.
@1:
Bij links is het uitgangspunt: iedereen is – in principe natuurlijk – gelijk. Daarom is machtsconcentratie in één individu (of elite) onwenselijk Dus: iedereen heeft gelijke macht; heeft even veel in te brengen in de gang van zaken. Een sterke leider is niet acceptabel.
Voor rechts is het acceptabel dat sommige meer meer macht hebben mits dat verdiend is (meer talent, inzet, ‘hard werken wordt beloond).
Dit heeft consequenties voor hoe samenleving is ingericht. Ik zie je paradox niet dus.
Religie, dit is een goed punt en wat lastiger in termen van links en rechts te formuleren.
Wat jij laat zien is dat religie (of misschien beter: geloof) niet het zelfde is als politiek. Iemand die gelovig is, is niet noodzakelijk rechts. Ik ken genoeg gelovige mensen die links zijn.
Geloof als sociaal fenomeen (religie dus) is vaak wel rechts. De nadruk licht dan op verschil: namelijk de gemeenschap van gelovigen die zich onderscheid van niet gelovigen. Het gaat dan weer om verschil tussen mensen, een heel principieel verschil zelfs. Voor iemand di links is, is dit verschil niet relevant en onacceptabel.
“Als er sprake is van grote maatschappelijke ongelijkheid zal de bevoordeelde elite er alles aan doen om de benadeelde meerderheid te onderdrukken.”
De ene mens is nu een maal slimmer en vindingrijker dan de ander, de enige manier om alle mensen op papier gelijkt te maken is onder dwang, repressie en nivellering. In de praktijk vormt links hier net zo goed een elite voor, zie de “voormalig” socialistische en communistische regime’s. Uiteindelijk evolueert dat in de praktijk naar een neo communistische situatie a la Rusland of China die overleven op de macht die ze hebben en waar zowel gelijkheid als vrijheid ver te zoeken zijn. De grote gemeenschap is er in ieder geval nog nooit beter van geworden, dat heeft de geschiedenis wel geleerd.
Bij midden en rechts wordt de macht beperkt door de massa. Uiteindelijk moet je wel democratisch gekozen worden en moet je product wel gekocht worden. Ga je als politicus mensen uitbuiten, dan krijg je nooit een democratische meerderheid en dan val je bij de volgende verkiezingen vanzelf af.
Uiteindelijk krijg je een soort gulden middenweg, door conservatief links aangeduid met het scheldwoord “Neo liberalisme”
@4: “Bij midden en rechts wordt de macht beperkt door de massa. Uiteindelijk moet je wel democratisch gekozen worden en moet je product wel gekocht worden. Ga je als politicus mensen uitbuiten, dan krijg je nooit een democratische meerderheid en dan val je bij de volgende verkiezingen vanzelf af.”
Mooi stukje geschiedsvervalsing is dat. Ik begrijp dat je graag alles wat links is draait naar slecht en alles wat rechts naar goed. Punt is natuurlijk dat rechtse elites millennia lang hebben lopen regeren zonder veel inperking door de massa. Dwang, repressie en denivellering waren (en zijn) de middelen. Verkiezingen kwamen daar maar zelden aan te pas, of waren alleen toegankelijk voor de elite. Zoiets als algemeen stemrecht kennen we überhaupt pas ongeveer een eeuw in het Westen en elders staat het zelfs nog helemaal in zijn kinderschoenen. Daarnaast zit je met het neoliberalisme in een nieuwe dynamiek: Politici maken de dienst helemaal niet uit en zijn op zijn best de dienaren van de elite. De echte elite zit in de grote bedrijven, die de internationale verdragen die boven de nationale wetgeving gaan schrijven.
@2: Ik heb het in de eerste plaats gekozen om de visuele eigenschappen. Maar inhoudelijk vind ik het ook niet slecht. Volgens Wikipedia:
@4:
Als ik zeg dat alle mensen gelijk zijn bedoel ik niet dat iedereen het zelfde is, en al helemaal niet dat ze het zelfde zouden moeten zijn. Jij neemt het letterlijk en dat is niet de bedoeling. Wat ik zeg is dat ieder mens in principe gelijkwaardig is aan elkaar en daarom de zelfde rechten heeft. Natuurlijk zijn mensen verschillend en hebben ze verschillende talenten, zijn sommige groot andere klein, enz… Maar dat feit mag niet betekenen dat ze minder rechten hebben, of minderwaardig zijn. Daar gaat het om.
Deze definitie lijkt me vooral werkbaar als liberaal, neoliberaal en libertarisch als het uiterste rechts worden gezien. Anarchisme trouwens ook. Consequentie is dat relieuze stromingen inderdaad vrij links uitvallen, en fascisme overigens evenzeer. Het uiterste links is dan Stalinisme of Maoïsme, waarbij het individu door het collectief volledig verpletterd wordt.
Niet per definitie fout, het is hoe veel mensen het zien. Zo’n definitie nodigt eigenlijk veel mensen uit voor het midden te kiezen.
Zelf houd ik het verschil meestal op sociale garanties en zekerheden versus zoek-het-zelf-maar-uit. Het lijkt dezelfde definitie, maar omdat de nadruk ligt op de garanties en zekerheden verschuift klassiek liberalisme op die schaal flink naar links, en fascisme, communisme en religieuze politiek verschuiven naar rechts.
@6
Thanks. Ik had niet de bedoeling off topic te zijn, overigens.
Ik denk dat de Bobbio’s karakterisering van links vs rechts — gelijkheid vs ongelijkheid — veel beter is dan gemeenschap vs individu. Dit laatste verwijst ook naar communitarisme vs liberalisme (of ‘individualisme’), en deze ’tegenstelling’ valt niet samen met links vs rechts. Er zijn linkse liberalen en linkse communitaristen (ongeveer, Groen Links respectievelijk SP), en rechtse liberalen en rechtse communitaristen (ongeveer, VVD respectievelijk Wilders).
Maar ik denk dat als je politiek ziet als een strijd om macht, dat een karakterising van links en rechts in termen van (on)gelijkheid wel de kern raakt. Vergelijk ook Corey Robin’s bepaling van conservatisme als een politiek gericht op het behoud van macht en hierarchie. Links daarentegen streeft naar de ondermijning van bestaande hierarchieen — tussen arm en rijk, man en vrouw, werkgever en werknemer, blank en zwart, homo en hetero, autochtoon en allochtoon, etc etc.
@8: Helemaal eens met je karakterisering van extreem links: dat is het risico van het extreem links.
Ik ben een beetje dubbel over anarchisme. Enerzijds is dat rechts: het gaat om het individu, maar anderzijds zit er ook een heel links aspect aan: iedereen is gelijk, niemand staat boven de ander. Je ziet anarchisten dan ook ter linker en ter rechter zijde.
Religie: zie mijn antwoord @3.
Fascisme: nee, dat is zeker niet linkser door mijn criterium. Fascisten maken onderscheid op grond van volk of ras. Mensen verschillen van elkaar op grond van irrelevante kenmerken. Binnen de eigen gemeenschap (‘het volk’) is men in fascistische landen overigens ook sterk op het individu gericht: de beste, de sterkste is de ‘Führer’ en de maatschappij is sterk hiërarchisch. Men is ook zeer competitief.
@9: Je reactie was niet off topic, integendeel.
@10: Mijn definitie is gebaseerd op Bobbio’s.
Het onderscheid tussen communitarisme vs liberalisme valt volgens mij juist wel samen met links en rechts. Ik sluit bovendien niet uit dat mensen combinaties van linkse en rechtse eigenschappen hebben. Een rechtse communitarist – zoals jij Wilders noemt – is iemand die zegt: iedereen binnen mijn eigen volk is gelijk, maar van een ander volk niet.
Conservatisme: een conservatief accepteert macht ongelijkheid (wil die behouden) dat is rechts. Het past dus ook goed bij de definitie van Robin.
@10: Eens. Het beeld van de tegenstelling ‘gemeenschap’ vs ‘individu’ verbergt meer dan het verheldert. Wie schermt met de hogere waarde van de ‘volksgemeenschap’ is voor mij niet links. Pleidooien voor gemeenschappelijke, publieke diensten beschouw ik wel weer als links. Wie opkomt voor individuele vrijheden is voor mij niet altijd rechts. Emancipatiebewegingen zou ik links noemen. De individuele vrijheid van de ondernemer om werknemers uit te buiten is rechts.
Ik denk dat je een scherper onderscheid kunt maken door te kijken naar opvattingen over de verdeling van de welvaart en de verdeling van de macht. Met name dat laatste punt mis ik in het verhaal van Michel. Bij de arbeidersbeweging heeft zeggenschap, over economie zowel als politiek, altijd voorop gestaan. Kijk naar de discussies rond CETA en TTIP. Links is ook: meer democratie.
@10, @12: Ik denk dat de verwarring zit in de interpretatie van de woorden “gemeenschap” en “individualiteit”. Ik heb dat zelf verduidelijkt in reactie 53 van deel 1 van deze sequentie van Michel:
Uiteindelijk spelen individualiteit en collectiviteit in beiden (links/rechts) namelijk een rol, er is bijvoorbeeld immers altijd een overheid of andere machtige organisatie.
Concreter is dat links redeneert vanuit het perspectief dat de maatschappij, de gemeenschap, het collectief, verantwoordelijk is voor het succes en falen van individuen. Rechts aan de andere kant redeneert vanuit het perspectief dat het individu zelf verantwoordelijk is voor het succes en falen van zichzelf. Voor velen is dat niet zwart/wit, maar dat bepaalt dan ook hoe links of hoe rechts dat je bent.
@11
Ik denk dat je anarchisten volledig buiten de links/rechts dichotomie moet plaatsen. Ten eerste omdat ze macht afwijzen als bestuurlijk middel, maar ook continu in een spagaat zitten tussen individualisme en collectivisme. Het is volgens mij de enige stroming waar het ene niet onder doet voor het andere.
Wat dit deelonderwerp laat zien is dat rechts (vrijheid) links (gelijkheid) nodig heeft om te kunnen bestaan. En vice versa Bovenstaande quote is dan ook geschreven met een linkse blik. (wat deze discussie moeilijk maakt, want dan zijn de stellingen al betrokken)
Natuurlijk kan een maatschappij met grote ongelijkheid vrijheid bieden, maar niet voor iedereen. De sociaal-maatschappelijk minder begaafden delven het onderspit en mogen een semi-slaven bestaan leiden/lijden.
Anderzijds biedt een egalitaire maatschappij ook geen absolute vrijheid. Aan de communistische heilstaten hebben we gezien dat wederom de handige jongens boven komen drijven. En uiteindelijk resulteert in een maatschappij die je als extreem rechts zou kunnen betitelen.
Wat is de les hier uit? Het is goed om te benoemen wat links en wat rechts is. Maar maak niet de fout om naar links of rechts over te hellen, want dan lazer je om. Vrijheid en gelijkheid zijn tegenstellingen welke elkaar moeilijk verdragen. De handige jongens weten zowel de linkse tegenstelling als de rechtse tegenstelling uit te buiten.
De waarheid ligt in het midden. Je begint te denken vanuit beide tegenstellingen en weeft een patroon die beide tegenstellingen verenigt. Dat is dan ook precies de situatie welke in ons land gaande is. In een louter links land valt niet te leven, in een louter rechts land ook niet.
We hanteren de rechtse vrijheid om het linkse gelijkheidsbeginsel mogelijk te maken. Vervolgens maakt het linkse gelijkheidsbeginsel weer rechtse vrijheid mogelijk. Enz enz.
Denk niet links, denk niet rechts, maar in de kleur van de sámen leving.
@13: Dit is het wat mij betreft nog niet helemaal.
Ik erken als linksgezinde dat het individu zelf op z’n minst medeverantwoordelijk is voor het succes en falen van zichzelf. De emancipatie van arbeidersklasse, zei men vroeger binnen de linkse beweging, kan alleen het resultaat zijn van het optreden van de arbeidersklasse zelf. Charitatieve instellingen zijn sympathiek, maar niet links.
Maar als iemand zich uitsluitend voor eigen succes welvaart of macht toeëigent en daarmee de kansen voor anderen verprutst, dan heb ik daar toch wel bezwaar tegen. Dat sluit dan weer aan bij het onderscheid zoals Michel dat formuleert: ga je alleen voor je eigen succes, zonder rekening te houden met anderen, of voor het welzijn van de gemeenschap. Rechts claimt dat het eerste uiteindelijk iedereen ten goede komt. Links weet dat dit niet deugt.
@15
Ik denk dat dit een valse tegenstelling is. Wat mij betreft zijn collectiviteit en individualisme inherent aan elkaar verbonden. Waar rechts het over individualisme heeft bedoelen ze bezit. En waar links het over collectivisme heeft hebben ze het over controle. Maar collectivisme is het warme bad, de geborgenheid, waar de individu zich in kan ontplooien.
@11: Begrijp ik je goed dat volgens jou, Wilders linkse en rechtse politiek combineert. Een links element bij Wilders is dan de nadruk op volk en gemeenschap (ipv individu). Maar dit element heeft ook een rechts aspect, want Wilders plaatst bepaalde groepen Nederlanders buiten zijn begrip van het (Nederlandse) volk.
In deze verklaring waarom Wilders zowel links als rechts is lijken echter twee criteria gebruikt te worden, namelijk gemeenschap respectievelijk ongelijkheid. Het is mij niet duidelijk waarom de uitsluiting van moslims een uiting van ‘individualisme’ is.
Het lijkt er zo op dat je voor het onderscheid links-rechts feitelijk twee criteria gebruikt: gelijkheid vs ongelijkheid EN gemeenschap vs individu. Het is natuurlijk mogelijk om de laatste tegenstelling te definieren in termen van de eerste, zodat ze samenvallen, maar dit is verwarrend, vind ik, want het komt niet overeen met ons gebruikelijk begrip van ‘gemeenschap vs individu’.
Conservatieven wijzen individualisme af. Zij vinden gemeenschap heel belangrijk. Maar waar zij naar streven is niet een democratische gemeenschap waarin iedereen in de basis gelijk is, maar een hierarchisch georganiseerde gemeenschap. In een conservatieve maatschappij kent iedereen zijn plaats. De lagere ordes schikken zich naar de hogere. Iedereen wordt geacht zijn individuele verlangens te offeren aan het belang van de gemeenschap (wanneer ze in conflict zijn) — ook de elite, al zullen in een conservatieve samenleving het vooral mensen uit de lagere klassen zijn die offers moeten maken.
Conservatisme is echter rechts en niet links, of links en rechts.
@13: In grote lijnen ben ik het met je eens.
@14: Zoals ik zeg: je heb anarchisten ter rechter zijde (‘liberatariers’) en er zijn linkse anarchisten.
De overeenkomst is dat beiden ongelijkheid van macht afwijzen, het verschil is de motivatie:
links: machtsongelijkheid is onacceptabel (gelijkheidsprincipe dus)
rechts: individualisme (verantwoording voor een ander nemen is onacceptabel)
@15 Je gaat direct in het begin al fout als je zegt:
Liefde voor vrijheid is niet intrensiek rechts, dat is een veronderstelling die jij maakt.
Communistische heilstaten zijn inderdaad niet vrij, maar dat is geen weerlegging van mijn punt: het zijn de uitersten waar Klokwerk @8 het over heeft. Het zijn aberraties dus. Jij beweert nu dat de aberratie de norm is. Dat is een stro-pop-argument.
Hier bega je de fout die ik bespreek onder het kopje ‘gelijkheid versus vrijheid’. Het zijn twee verschillende zaken en meer van het een impliceert niet minder van de ander zoals jij hier beweert, integendeel juist, zoals ik daar uitleg.
@19
Nu stap je in de val om rechts-libertariërs (minarchisten, anarcho-kapitalisten) onder de paraplu van anarchisten te scharen. Dat is onzin. Deze groeperingen zijn gefocust op bezit als uiting van individualisme. Maar een anarchist zal de positie innemen dat bezit diefstal is. En diefstal vormt de basis voor ongelijkheid.
@18: Nee, sorry misverstand (mijn onduidelijkheid). Die combinatie van linkse en rechtse kenmerken sloeg op GroenLinks of (de schaarse) linkse liberalen die er zijn.
Wilders is mijn ogen rechts, uiterst rechts. Het onderscheid maken op grond van volk, of geloof, wat hij meen ik doet, is heel duidelijk iets van rechts. Dat hij het ‘eigen volk’ als gemeenschap ziet is een consequentie van dat onderscheid, van discriminatie dus.
De kern van mijn redenatie blijft steeds de principiële gelijkheid van de mensen. Alle mensen zijn naakt geboren en hebben de zelfde rechten en plichten. Daaruit volg al het andere. Beweren dat iemand anders is omdat zij islamiet is, is daarom rechts want dat is ontkenning van dat principe. Het zelfde geld voor seksisme, racisme en nationalisme.
@20: Op dat punt wil ik je wel gelijk geven. Ze dragen beide dezelfde naam op grond van een oppervlakkige overeenkomst. Het staat voor mij ook vast dat het totaal verschillende stromingen zijn, maar ik dacht dat dat duidelijk was uit mijn uitleg.
@21: Als Wilders rechts is volgens jou omdat hij de gelijkheid van mensen ontkent, waarom definieer je links vs rechts dan niet in termen van gelijkheid vs ongelijkheid? Mijn bezwaar is de stap naar ‘gemeenschap vs individu’. Ik zie het voordeel niet van deze ‘veralgemenisering’ — sterker, ik denk dat dit alleen maar verwarrend werkt, want het lijkt een nieuw begrippenpaar te introduceren (want, gemeenschap != gelijkheid).
“Gemeenschap versus individu”
Dat moet genuanceerder. Een mens kiest zijn ‘cirkel van solidariteit’. Die kan heel ruim zijn (de hele wereld), of heel nauw (alleen mezelf), maar meestal zit die ergens er tussen in (via werelddeel, land, dorp, familie, gezin, of evt. met nog hogere resolutie). Je kunt eigenlijk alleen maar de grootte van de kringen vergelijken met elkaar. Is de kring van een ander voor jou te klein, dan vind je die ander benepen oid. Is de kring van een ander voor jou te groot, dan vind je die ander naief oid.
De vaagheid van Links en Rechts heeft altijd de ambivalentie die er diep in verborgen lag, verhuld. Ik heb er altijd een hekel aan gehad en nooit aan die ordening meegedaan. Dat soort determinering werkt intellectuele luiheid in de hand en is ontstaan in tijdvensters met hele andere economische- en sociale configuraties. Ik vind het blogstuk ook helemaal niet actueel meer, omdat post-industriele burgers en kiezers hele andere prioriteiten hebben dan b.v. bezitsvorming en rechtvaardigheid.
Westerse samenlevingen zijn een periode ingegaan van minder stabiliteit en meer dreiging en ontwikkelen nieuwe complexe angsten als gevolg van nieuwe vormen van informatieverspreiding en obsessieve- irrationele denkwijzen. Met name die complexiteit gaat voorbij aan de richtingborden Links of Rechts. Wordt nog eens versterkt doordat individuen tegenwoordig moeten overleven in gemeenschappen, die enorm verschillen van taal, cultuur en religie en zonder duidelijk gedefinieerd gemeenschappelijk einddoel. Vooral die laatste conditioneringen verdienen meer studie en duiding, dan oude denkconstructies als Links en Rechts.
Probeer eerst maar eens te definiëren wat een stoel is zonder type I of II fouten te maken. Dat is al zo goed als ondoenlijk, laat staan dat je eventjes objectief kunt definiëren wat links en wat rechts is. Wij kunnen redelijk met die begrippen uit de voeten, is dat niet genoeg?
@17
Dat is wel waar vaak op gestuurd wordt door rechts. Maar ik als individu wil mijzelf kunnen ontplooien zoals ik zélf (en dus nadrukkelijk niet het collectief) wil.
Collectivisme zonder controle noemen we ook wel individualisme. Is dat eigenlijk niet ontzettend logisch, die controle? Collectivisme dient toch ook aan collectieve standaard te voldoen? En die standaard is het belang van de gemeenschap.
Spreekt hier de idealist in jou? Het spanningsveld is individualisme vs collectivisme. Tussen dat spanningsveld kan een mens zich bewegen om zichzelf te ontplooien. Het is goed voor een mens om het warme bad achter zich te weten en met die wetenschap de bittere kou tegemoet te treden.
@19
Discussie tussen ons zal nooit goed verlopen. Jij houdt er een gepolariseerd , politiek denkbeeld op na. En vanuit dat gepolariseerde beeld tracht je op neutrale wijze de links/rechts te bespreken. Dan ben ik natuurlijk degene die de fout in gaat.
@25
Als leidraad hebben de begrippen links en rechts nog wel waarde.
Maar die waarde is er alléén indien men de eigen blik (in mijn ogen) eventjes neutraliseert.
Gepolariseerd ziet de linksmens alleen maar rechtse mensen en vice versa. Dat leidt nergens naar.
@20:
Ik ben het op zich met je eens, maar ook daar sta ik vaak in een spagaat. Hoewel ikzelf niet aan materie hecht, heb ik ook de neiging dat anderen niet perse te willen ontzeggen.
Verder is wat je eerder zei in mijn geval kloppend: het links/rechts discours heeft voor mij geen enkele zin.
@26: Als dat zo is kun je ze ook definiëren. Dat is niet altijd makkelijk, maar ik heb (in navolging van Bobbio en Bienfait) laten zien hoe je dat in principe kan doen. Ik weet niet zeker of het de juiste term is, maar een operationele definitie zoals jij voorstelt, vind ik niet voldoende zoals ik hierboven heb uitgelegd.
@23: Gemeenschap en individu zijn afgeleid van gelijkheid, maar inderdaad, het kan verwarrend zijn als je die afleiding niet kent. Dus nogmaals: alle mensen zijn voor links gelijkwaardig, niemand staat boven een ander, heeft meer rechten dan een ander. Links denkt daardoor vanuit gemeenschappelijke oplossingen want een mens moet rekening houden met anderen. Wie dat niet doet is egoïstisch. Rechts denkt vanuit het individu, mensen zijn verschillend (geboren) en daarom is het ook geen probleem dat iemand meer bezit heeft, meer macht, etc.
@24: Als ik jou redenering overneem dan zou je kunnen zeggen: hoe linkser hoe grotere de cirkel van solidariteit. Daarom is links voor ontwikkelingssamenwerking en rechts niet. Dat klopt wel volgens mij.
@25: Ik heb laten zien dat het niet vaag is, maar dat je daar heel goed over kan redeneren. Ik zie niet waarom dat intellectuele luiheid bevordert.
Zoals ik in eerdere aflevering van deze serie al heb betoogd: beweringen over de uniekheid van onze tijd moeten onderbouwd worden. Alleen maar zeggen dat er nu heel veel aan het veranderen is, is niet voldoende. Er is altijd verandering geweest, de grootste veranderingen vonden zelfs plaats in de zelfde periode dat de eerste democratieën opkwamen.
@34: “Ik zie niet waarom dat intellectuele luiheid bevordert”.
Links en Rechts zijn labels. Labels hebben alles met ordening, maar niks met redeneren te maken.
@35: Nee, ik kan je niet volgen.
Aan benoemen en/of ordenen – ‘labelen’ zoals jij het noemt – gaat als het goed is redenatie vooraf. Die redenatie maak ik hier expliciet. Daar gaat het me nu juist om. Ik zie dat dat bijna nooit gebeurt of heel onzorgvuldig, als het wel wordt gedaan en daar erger ik me aan – net als jij blijkbaar. Daarom heb ik deze serie artikelen geschreven.
Michel claimt (terecht, denk ik) dat ‘links’ en ‘rechts’ (in de politieke zin) begrippen zijn, en niet louter namen (‘labels’). En begrippen hebben alles met redeneren te maken. Je kunt een begrip analyseren (in termen van andere begrippen, zoals ‘gelijkheid’), je kunt relaties leggen tussen begrippen, etc.
@29: Daarom heb ik ook 2e voorwaarde waar het onderscheidend criterium aan moet voldoen expliciet genoemd: neutraliteit.
Dat is moeilijk, maar ik heb het in dit stuk wel geprobeerd.
@12: Jos de punten die je noemt zijn toepassingen van het criterium. Ik wilde me nu alleen beperken tot de definitie (en voorwaarden) van het criterium zal hier later nog op terugkomen (delen die die ik nog moet schrijven).
Tigmaal heb ik discussies gelezen over links of rechts, waar iedereen zijn eigen hokjesindeling verzint zonder overeenstemming. Hier de gedachten die mij inschieten:
Een sociaaldemocraat heeft meer gemeenschappelijk met een “neoliberaal” dan met een communist of anarchist, maar toch moet men vele trucjes uithalen om de sociaaldemocraat in het linkse hokje te duwen met de communist en anarchist.
Boven in een reactie werd gezegd dat democratie iets is voor links, terwijl de Sovjet-Unie bewijst dat dat onzin is. Het “links” en “rechts” is een tijdrovende en nutteloze bezigheid, maar dit oppervlakkige etikettenplakkerij wordt gebruikt voor het denken over oplossingen, terwijl er meer feitelijke, meer duidelijke en betere criteria zijn. Namelijk logische redenaties met empirisme bewijsvoering om iets aannemelijk te maken.
De tweedeling wordt gerechtvaardigd met de bewering dat de tweedeling het politieke proces versimpeld, maar de bovenstaande discussie bewijst het tegendeel! Het feit dat er meer dan 200 na dato van het ontstaan van deze termen er nog een definitie gezocht moet worden – geeft toch aan dat links/rechts niet simpel is.
Tegelijkertijd zorgt deze “versimpeling” voor problemen bij ingewikkelder discussies, omdat iedereen zijn eigen arbitraire betekenis aan deze termen geeft. Taal is bijna niks anders dan conventioneel betekenis geven aan bepaalde klanken of tekens om communicatie mogelijk te maken. Verwarring ontstaat als er geen eenduidige betekenis gegeven wordt aan een woord en iedereen er iets anders bij denkt als hij/zij het woord hoort.
Gaan we de kosmologie ook versimpelen omdat “het gepeupel” makkelijker kan begrijpen dat de zon om de aarde draait dan de aarde om zon. Correspondentie met de werkelijkheid is belangrijker dan “simpelheid” – zeker als deze versimpeling verwarring creëert.
Het idee dat we links-en-rechts moeten gebruiken omdat het een oud onderscheid is, is geen argument voor deze onderscheidt. Gaan we mensenoffers herinvoeren omdat dit idee nog ouder is dan het links-rechts-onderscheid?
Bij Geenstijl worden soms door reaguurders de sociaaldemocratie afgezeken met verwijzingen naar communisten, terwijl dat geen ene donder met het Nederlandse beleid te maken heeft en helemaal niks met de visie van de sociaaldemocratie in de huidige betekenis te maken heeft.
@40:
Welke feiten en waarom zijn ze relevant? Welke logica heb je het over? Dit is geen relevante kritiek. Het gaat niet om empirie (wat is waar en wat is onwaar) en het gaat niet over rationaliteit (wat zijn juiste gevolgtrekkingen en wat niet) maar over het maken van keuzes in de politiek. Ik veronderstel dat iedereen alle relevante feiten kent, en rationeel denkt, links èn rechts.
Tweehonderd jaar: het is een feit dat de verdeling tweehonderd jaar oud is, ondanks pogingen haar te negeren of als irrelevant af te doen. Wie de politiek volgt kan keer op keer de toepasbaarheid van het model zien. Ik herhaal wat ik in deel 1 schreef:
Dan zeg je:
Ik herhaal wat ik hierboven ook al schreef (@36) dat ik nu juist geen arbitraire betekenis geef aan de begrippen maar laat zien hoe ze gedefinieerd zouden kunnen worden, en waar zo’n definitie aan moet voldoen.
Je opvatting over de politiek van ‘het gepeupel’ is een goede illustratie van het dedain waarmee vaak over dit onderwerp wordt gesproken.
@27
Nee, de idealist zegt dat er collectivisme zonder dwang en individualisme zonder diefstal mogelijk is.
Dan is dat de spanningsveld tussen een puber en z’n ouders. Wat vele individualisten niet willen toegeven is dat ze het product zijn van collectivisme. Je kunt immers jezelf niet ontplooien als je je nog zorgen maakt over waar de volgende maaltijd vandaan komt.
Verschillende mensen hebben verschillende betekenissen voor ogen bij het links/rechts-onderscheid. Zelfs al vind je een definitie dat volgens jou goed is, dan betekent het niet dat iedereen het overneemt. Dus het probleem blijft.
Op Geenstijl wordt de VVD tot soms “uitgescholden” voor een linkse partij. Vermoedelijk gaan zij echt niet allen deze artikelen lezen en jouw definitie overnemen. Ook mensen die beweren dat Stalin rechts was, gaan echt niet jouw mening overnemen. Ik ben zat artikelen tegen gekomen die zeggen dat de PvdA rechts is. Of dat communisten en sociaaldemocraten niet links zijn, maar alleen de anarchisten.
Wat betreft het “gepeupel”, dat was niet bedoeld als denigrerend van mijn kant, maar bedoelt in jouw opmerking dat voor de gewone man een simpele links/rechts-onderscheid moet hebben.
Wat betreft de natuurkunde. Als een versimpelde weergave van complexe zaken in de natuurkundige leidt tot contradicties of onjuist conclusies dan wordt de versimpelde weergave niet gebruikt.
Veel coalities worden gevormd in Nederland tussen gematigd “links” en gematigd “rechts”. Zo lijkt er eerder een hechte club “centristen” te bestaan, maar die wordt totaal genegeerd in deze artikelen.
@43:
Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen ideeën over de betekenis van woorden, maar het maakt een gesprek wel wat makkelijker als we dezelfde betekenis gebruiken. Ik baseer mijn betekenis op manier waarop mensen het gebruiken en hoe het in de politiek functioneert. In volgende delen zal ik daar meer van laten zien (als ik de tijd vind om ze te schrijven), in dit deel heb ik alleen nog maar de blauwdruk gepresenteerd.
De voorbeelden die je geeft van het uitschelden van VVD als links en PvdA als rechts zijn helemaal geen argumenten tegen de bruikbaarheid van de begrippen. Als je opgewarmd bent in de sauna loop je vrolijk door de sneeuw en als het in de tropen ’s nachts afkoelt tot 20 graden vindt je dat heerelijk koel. Het hangt van je perspectief af of je iets of iemand links of rechts vindt.
“Gepeupel” is een woord dat meestal denigrerend wordt gebruikt, jij komt er mee.
Contradicties: laat maar zien waar de contradicties zitten, graag zelfs, want dan kan ik mijn argumentatie verbeteren.
Coalitievorming: dat is geen weerlegging van de bruikbaarheid van links en rechts. Je zegt het zelf: gematigd links gaat een coalitie aan met gematigd rechts en vormen een centrum. Het is juist een perfecte illustratie van de manier waarop wij naar de politiek kijken. Of het verstandige politiek is, is vers twee.
@44 Michel
Ik heb het over deze contradictie die je in deze reactie geeft:
“Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen ideeën over de betekenis van woorden, maar het maakt een gesprek wel wat makkelijker als we dezelfde betekenis gebruiken.”
“Het hangt van je perspectief af of je iets of iemand links of rechts vindt.”
Het is makkelijker als iedereen dezelfde betekenis geeft aan woorden, maar dat doen ze niet.
Als iemand schrijft: “Links moet winnen en rechts moet een nederlaag lijden”, dan moet toch iedereen begrijpen wat de schrijver bedoeld. Niet dat de schrijver bedoeld dat je niet op de “rechtse” D66 moet stemmen, terwijl een lezer denkt: De schrijver wilt dat ik bijvoorbeeld op de “linkse” D66 zal stemmen.
@45: Ok prima. Ik zal proberen uit te leggen wat ik bedoel.
Er zijn meerdere soorten van dubbelzinnigheid over links en rechts mogelijk. Ik kan er in ieder geval twee bedenken:
1. Zoals in mijn voorbeeld van het perspectief. Dat is lastig maar geen onoverkomelijk probleem: om de betekenis van de kwalificatie te begrijpen moet je weten waar iemand zelf politiek gezien staat. Dit is dus geen contradictie: er kunnen misverstanden ontstaan (zoals in jou voorbeeld van D66) maar die kunnen voorkomen worden.
2. Een ander soort van dubbelzinnigheid kan ontstaan doordat mensen verschillende criteria gebruiken voor links en rechts. Mijn stelling is nu dat de meeste mensen intuïtief wel weten wat het is, maar dat ze het niet goed kunnen formuleren. Wat ik in deze serie stukken doe is analyseren hoe men de termen links en rechts in de praktijk gebruikt, en op grond daarvan doe ik een voorstel voor de definitie ervan.