Als iets over ruimte gaat dan is dat wel architectuur. In de vorige aflevering zagen we dat architecten soms meer kunstenaar dan bouwmeester willen zijn. En er zijn kunstenaars die over architectonische gaven moeten beschikken, willen ze tot stand brengen wat in hun hoofden zit.
Vandaag site specific art, een speels soort ruimtelijke kunst. De term ‘site specific’ is soms misleidend, want er zijn kunstwerken bij die het even goed doen op een andere plek, dan waar ze voor het eerst verschenen. Heel strikt genomen zou ‘site specific art’ kunst moeten zijn waar plek en kunst zo’n eenheid zijn dat het op een andere plek meteen alle waarde verliest.
Land art is per definitie ‘site specific’. Street art is dat ook zou je zeggen, maar wat mij betreft alleen als de kunstenaar de plek zelf in het werk integreert.
Een installatie die een volledige museumzaal of een complete galerie vult, wordt ‘site specific’ genoemd. Natuurlijk omdat er iets specifieks met de ruimte is gedaan. De leukste zijn de installaties, of liever bouwwerken, waar je doorheen kan lopen, glijden, klimmen en kruipen.
Dat is natuurlijk helemaal van deze tijd: publiek wil participeren. Zomaar in stilte bewonderen, kom daar nog maar eens om. Dat bedoel ik niet ten nadele van die interactieve ruimtes. Want stomverbaasd kijk ik toe hoe dat toch allemaal mogelijk is.
Studio Roosegaarde – Liquid Space.
Tomás Saraceno – Galaxies Forming along Filaments, Like Droplets along the Strands of a Spider’s Web, 2009.
Levalet (Charles Leval) – Minotaure, 2015.
Brian Goggin en Dorka Keehn – Caruso’s Dream, 2012 -2014.
Do Ho Suh – Bridging Home, 2010.
Alicia Martin – Biografias, Paper Biennial 2012, Museum Meermanno, Den Haag.
Numen/For Use– NET, 2011.
Pae White – Too Much Night, Again, 2013.
Onishi Yasuaki – Reverse of volume, 2009.
RAW Design – Prismatica, 2014.
De komende twee weken neemt uw vaste KoZ-redacteur een pauze. De dienst zal waargenomen worden door een ‘special guest”. Wie dat is? Ja zeg, komt u volgende week hier maar terug.
Reacties (2)
Weer een fijn stukje Peter.
Heel fraai, dank.