Memento mori zou een notitie op uw ‘nog-te-doen’-lijstje kunnen zijn. Maar tegen beter weten in leven we als onsterfelijken en noteren we de dood pas als die zich aandient.
Waarschijnlijk denkt u er vooral pas aan als in uw omgeving mensen sterven. In mijn omgeving is het aardig raak, hetgeen me op piëtas en sterfbed bracht. En eerder op het Memento Mori als voorbereiding op het onvermijdelijke. Zo lang we leven kunnen we ons voorbereiden op ons overlijden.
Als het dan zo ver is, zullen veel nabestaanden het uiterst aangenaam vinden als je bij leven je overlijden een beetje op orde hebt. Van verklaringen over medische behandelingen bij terminale ziekten tot beschikkingen over voorkomen van uitzichtloos lijden. Van goed vindbare documenten en adressenlijstjes tot wensen aangaande kist, kaart en koffie.
Dan doet de rouw haar intrede.
Er is veel publieke rouw de laatste tijd. Bijvoorbeeld rond Eberhard van der Laan. In een radioprogramma van de NPO stelde AT5-hoofdredacteur Paul van Gessel dat veel mensen niet alleen om Van der Laan rouwen maar ook om het gemis van eigen dierbaren:
Mensen beginnen gelijk over hun eigen man die net is overleden. Op de een of andere manier maakt Van der Laan dit los, landelijk.
Nu heb ik niets met Van der Laan, noch met zijn overlijden. Dacht ik. Tot ik eergisteren beelden zag van hoe zijn kist naar het Concertgebouw werd gebracht. Ergens onderweg stopte de rouwauto, een uitvaartmedewerker stapte uit, ging voor de wagen staan, maakte een buiging, draaide zich om en begon voor de wagen uit te lopen. De mini-colonne zette zich weer in beweging.
En ineens overvielen me de tranen. Ik dacht aan mijn kort geleden overleden vader, aan mijn vorig jaar overleden zus en dat jaar daarvoor overleden schoonzus. Hoe ik elke keer moest janken als de kist in de wagen werd gesjouwd, de uitvaartmedewerker een buiging maakte en we achter de wagen met de kist aan gingen. De momenten dat ik besefte dat ze voorgoed uit mijn zicht zouden zijn.
De een zijn dood is de ander zijn rouw. Van der Laan roept niet mijn eigen rouw op, die beelden wel. Soms woorden ook. Het trilogietje over de dood, het sterfbed en rouw sluiten we af met poëzie en beelden waarin rouw op uiteenlopende manieren is vorm gegeven.
Kristien Hemmerechts las dit gedicht voor op de crematie van haar vader. Ik trof het aan op een rouwkaart die bij mij in de bus viel.
Fernando Pessoa, Wanneer de lente komt…
Wanneer de lente komt
En als ik dan al dood ben
Zullen de bloemen net zo bloeien
En de bomen zullen niet minder groen zijn dan het vorig voorjaar.
De werkelijkheid heeft mij niet nodig.Ik voel een enorme vreugde
Bij de gedachte dat mijn dood volstrekt onbelangrijk isAls ik wist dat ik morgen zou sterven
En het was overmorgen lente,
Zou ik tevreden sterven, omdat het overmorgen lente was.
Als dat haar tijd is, wanneer dan zou ze moeten komen tenzij op haar tijd?
Ik houd ervan dat alles werkelijk is en alles zoals het moet zijn;
Daar houd ik van, omdat het zo zou wezen ook als ik er niet van hield.
Daarom, als ik nu sterf, sterf ik tevreden,
Want alles is werkelijk en alles is zoals het moet zijn.Men mag Latijn bidden boven mijn kist, indien men wil.
Indien men wil, mag men rondom dansen en zingen.
Ik heb geen voorkeur voor wanneer ik toch geen voorkeur meer kan hebben
Dat wat zal zijn, wanneer het zijn zal, zal het zijn dat wat het is.
“En volgende week? Grafmonumenten?”, schreef een reaguurder vorige week. Maar natuurlijk! Er zijn grafmonumenten van een fantastische rouw. Je moet er wel voor naar het buitenland. Onder andere naar de beroemde Parijse begraafplaats Père Lachaise, alwaar deze zeer poëtische tombe is te zien op het graf van Fernand Arbelot, een volslagen onbekende architect. Maar na je dood voor eeuwig je geliefde aankijken? Ik teken er voor.
Dat doet me denken aan
Remco Campert – Als ik dood ga
Als ik dood ga
hoop ik dat je erbij bent
dat ik je aankijk
dat je mij aankijkt
dat ik je hand nog voelen kan
dan zal ik rustig doodgaan
dan hoeft niemand verdrietig te zijn.
Dan ben ik gelukkig.
Echt schitterend zijn de grafmonumenten op de Italiaanase begraafplaats Cimitero Monumentale in Milaan. Daar staan fraaie stukken rouw bij. Hartverscheurend….
De weduwe van de in 2008 overleden dichter / schrijver Adriaan Jaeggi zette zijn laatste gedicht op de rouwkaart.
Adrieaan Jaeggi – Voor later
Dit heb ik geprobeerd te zijn
de stappen die je hoort op een lenteavond
het passeren van stevige zolen op vertrouwde steen
eventueel een flard van Au Privave
of een gefloten partita.Niet: rolkoffertjes, rolkoffertjes, rolkoffertjes.
Het laatste gedicht van Jaeggi uit zijn laatste bundel ‘Het tegenovergestelde van heimwee’:
Doodgaan
is
het weggooien van een ervaren machine.Daarom
zo indruisend tegen.
Huilende, uiterst droevige engelen bevolken veel begraafplaatsen. Deze rouwende engel ligt ook op de begraafplaats in Milaan.
Toon Tellegen – Het werd avond
Het werd avond.
Zijn wij uitgevochten, vroeg een man.
Wij zijn uitgevochten, zei een engelen hij tilde de man op, hield hem tegen het licht
en zei: je bent doorzichtig, nu.Laat me maar los, zei de man
en de engel knikte en liet hem los.De man woei weg
en zij die achterbleven spraken over iets dat zij hoger achtten
dan de liefde, iets zwarts,
ze wisten niet hoe ze het moesten noemen, iets wrangs,of spraken zij over de dood,
over een varken wroetend onder een dode boom,of over de zee?
M. Vasalis – Sub Finem
Het is gedaan
En nu nog maar alleen
het lichaam los te laten
de liefste en de kinderen te laten gaan
alleen nog maar het sterke licht
het rode, zuivere van de late zon
te zien, te volgen en de eigen weg te gaan
Het werd, het was, het is gedaan
‘Rising Cairn’ van Celeste Roberge staat in het Nevada Musuem of Art. Het beeld is ontdekt door sociale media gebruikers die er een symbolisch grafmonument van hebben gemaakt om hun rouw over hun overleden favoriete beroemdheden mee te tonen.
Meer van de Milanese begraafplaats zie je hier. Tot slot:
Bert Schierbeek – gelachen hebben we…
maar we zouden niet vergeten dat
we hebben gelachen, gelachen hebben
we veel en dat zal ik niet vergeten
want we hebben gelachen en veel hè?
en dat zullen we nooit vergeten om-
dat we zoveel gelachen hebben en dat
niet vergeten gvd wat hebben we gelachen
en niet en nooit vergeten dat we zo
hebben gelachen omdat we samen waren
en zoveel gelachen hebben dat we
het nooit zulen vergeten
Reacties (7)
Dank Peter. Dank ook voor je persoonlijke benadering van het onderwerp. Een persoonlijke benadering, die overal steeds minder wordt, zeker ook op Sargasso. Dank daarvoor, alles heeft een irrationele kant, waar je vaak alleen over kunt zeggen: dat voel ik zo, dat vindt ik zo etc… Uitspraken die met een hyperrationele reflex vaak als onzinnig terzijde gaan maar waarvan ik denk dat we er meer aandacht aan moeten geven. Zo dus ook hier.
Dat gezegd hebbend, mooie beelden en gedichten, dank. Wat ik mis is muziek. Ik heb nog geen begrafenis meegemaakt zonder muziek. Of dat nu André Hazes is (wat een ellende denk ik dan, maar ja de overledene was er weg van) of een partita voor viool van Bach (die de overledene vaak speelde) of zelf gecomponeerd werk.
Wat betreft de monumenten heb ik twee opmerkingen:
1) een prachtige begraafplaats idd. Ik vind die vallende vrouw die reikt naar het kruis maar dat niet gaat halen wel bijzonder. Naast het door jouw gegeven voorbeeld van die neerzijgende vrouw, de mooiste beelden. Beweging waar bewegingsloosheid wordt verwacht.
2) ik maakte die opmerking vorige week met kunstenaars in gedachten en dacht meteen aan Dali die van zijn laatste kunstwerk, het afgebrande theater in Figueres, een kunstwerk, zijn persoonlijk museum en zijn mausoleum maakte (hij ligt er begraven).
@1: Geen dank, graag gedaan.
Muziek hebben we al eens in de Sargassolijsten behandeld. Hier en de uitslag hier.
Het lijkt wel een terugkerend dingetje, maar dat is de dood natuurlijk ook.
De zoete smaak van rouw. Rouw is eigenlijk een goedmakertje voor wat er tijdens het leven niet tot stand is gekomen. Met mijn vader had ik een diepe, warme band. Des te merkwaardiger was het dat er geen of weinig rouw was na zijn dood. Het voordeel van ouder worden is dat je die dingen gaat begrijpen.
@2:
Over muziek gesproken:
Vlak voordat ik deze “munumentale” bijdrage las,
draaide ik een CD met o.a. dit prachtige gedicht (Oppervlak) van Maria Vasalis, gezongen door Janne.
Vasalis schreef dit monument(je) denkend aan het kind dat ze aan de dood verloor.
Misschien wat off topic,
maar woorden en al dan niet uitgesproken kunnen vaak de prachtige monumenten zijn.
@2: Ah, die uitvaartmuziek was ik echt helemaal vergeten ;)
https://www.youtube.com/watch?v=Ra_iiSIn4OI
Rouw. ik weet niet of rouwenden hun voelsprieten gevoeliger zijn dan normaal of dat ze hun weerbaarheidsschild hebben laten zakken. Hoedanook. Ik denk dat er vele teksten toepasselijk blijken te zijn voor tijdens een rouwperiode/uitvaartceremonie. Het hoeft niet perse over de dood te gaan. De tekst kan soms onverwachts doel (hart) treffen. Ik moest aan die auditie van Britain’s got Talent denken, zo helemaal niet sargasso, ik weet het, en ik weet dat zulke televisie aan mekaar hangt van effectbejag en maar toch werkt dit filmpje. Er is een liedje, niet echt mijn liedje, helemaal niet mijn genre, maar er is een gelegenheid, een situatie en kennelijk een geschiedenis, en dan bezwijkt zo’n jurylid (Simon Crowell) omdat tie onverwachts getroffen wordt door een nikserig liefdesverdriet liedje. En hij kan er niks tegen doen. Rouw vindt z’n weg. Of het nou via Vasalis is of een popliedje, onverwachts, tijdens een auditie.
@6
Ik weet wel zeker dat rouwenden hun voelsprieten hebben uit staan. Daarom spreek ik ook van de zoete smaak van rouw. Toen mijn vriend overleed was ik verbaasd over die voelsprieten. Het raakt aan de diepere wereld in ons: de verbondenheid met andere mensen. Het durven betreden van die wereld is het betreden van de essentie van het mens-zijn. Om Leonard Cohen te citeren: There is a crack in everything.