Kunst op Zondag | Neus

Foto: bpmm (cc)
Serie:

In Kunst op Zondag trokken het Lichaam, het Oog, het Oor, het Hoofd, de Handen en Voeten al aan uw ogen voorbij. Niemand die zeurde dat een weer en winter gevoelig lichaamsdeel ontbrak. Fijn, dank u. We gaan het nu goedmaken.

De neus. Een vermakelijke overzicht van het reukorgaan in musea staat in  ‘Een kleine cultuurgeschiedenis van de (grote) neus’ (2021), geschreven door Caro Verbeek. Zij promoveerde op kunsthistorische geuren en haalde een Master in Olfactorische kunst (geurkunst) en een Master in Tastbare kunst.

Neuzen in het museum

Musea willen steeds meer dat uw bezoek een ‘beleving’ is. Hoe meer zintuigen geprikkeld worden, des te groter de beleving. Het is niet de bedoeling dat u uw neus tegen de kunstwerken drukt om de geur van olieverf op te snuiven. Men wordt al bloednerveus als u met uw hoofd het ‘Meisje met de  parel’ wil strelen.

Geen nood. Zo nu en dan valt er echt wel wat te ruiken aan de museale kunst. Vorig jaar waren in het Mauritshuis ‘Vervlogen – geuren en kleuren’ waar te nemen. Speciale  dispensers produceerden bijvoorbeeld de geur van een schone linnenkast of van stinkende grachten.

Hoe snel het ook kan gaan met nieuwe technologie, voorlopig valt er via internet nog niets te ruiken. U moet er dus echt voor naar een museum. Wij beperken ons vandaag dus, uit armoe, tot het edel reukorgaan zelf.

Verdwenen neuzen

De neus moet wel aanwezig zijn. Bij oude kunst is dat lang niet het geval. U kent ze ongetwijfeld: de gehavende gezichten van Egyptische farao’s of Romeinse goden.

neus

Three statues of Middle Kingdom Pharoah Senusret III from the Faiyum Oasis

Daar zijn verschillende ideeën over. Theorie 1: de tand des tijds. Dat spreekt vanzelf. Uitstekende lichaamsdelen (armen, benen, maar ook neuzen) hebben daar het meest van te lijden, volgens deze gids.

Theorie 2: moedwillige beschadiging. In lang vervlogen tijden geloofden Egyptenaren dat de geest van een overledenen huisde in een standbeeld van de persoon in kwestie. De neus was symbool van de levenslucht, de adem. Hakte je die er af, verloor het standbeeld de krachten die mogelijk in de geest huisden. Meer hierover hier.

Neuzen brengen geluk

De gedachte dat een standbeeld bijzondere krachten heeft, is een nog lang niet uitgeroeid geloof. Het aanraken van delen van een sculptuur zou geluk brengen. Wat er ook gebeurt, het verandert wél het aangezicht.

Studenten van het Hopkins Center for the Arts in Darthmouth (UK) hopen goede cijfers te halen door over de neus van voormalig directeur Warner Bentley te wrijven. Mooi gepoetste neus krijg je dan.

Dartmouth College statue of Warner Bentley

Dat overkomt ook het standbeeld van de Kroatische schrijver Marin Držić (1508 – 1567) en de eerste Amerikaanse president George Washington (1732 –  1799).

George Washington statue with well-rubbed nose

Surrealistische neuzen

De neus blijkt ook inspiratie voor surrealisme van de kunstzinnige soort. De ‘Lamp van de filosoof’ (1936) en ‘De ellips’ (1948) van René Magritte. Of, wat complexer, Napoleon’s Nose, Transformed into a Pregnant Woman, Strolling His Shadow with Melancholia amongst Original Ruins (1945) en Dematerialization Near the Nose of Nero (1947) van Salvador Dalí.

Rondneuzen

De neus spreekt ook in overdrachtelijke zin tot de verbeelding, getuige de spreekwoorden en gezegdes die in de volksmond leven. Een bekende is de aanmaning de neus niet in andermans zaken te steken.
Dat doen bewakingscamera’s wel en uit protest tegen de alom uitdijende surveillance plakte Rick Buckley tientallen neuzen onder camera’s in de Londense publiek ruimte. Daar zijn er niet zoveel meer van overgebleven: de zeven neuzen van Soho.  Hier zie je er eentje.

One of the seven noses of SOHO

Gogol’s neus

Een van de meest beroemde neuzen is die van Nikolaj Gogol. Dat wil zeggen: niet zijn neus maar de neus waarover hij schreef (1836). De neus van majoor Kovalyov besloot het gezicht te verlaten en een eigen leven te gaan leiden. Een verhaal over de absurditeit van rangen en standen. Dmitri Sjostakovits maakte er in 1926 een opera van die in zo’n zestien keer werd uitgevoerd.

In 2009 ging bij de Metropolitan Opera (New York) een nieuwe versie van die opera in première, geregisseerd en vormgegeven door William Kentridge. Hiern een stuikjen uit deze versie, waar u de neus voorbij ziet huppelen.

In 2016 kwam ook het Royal Opera House (Londen) met een nieuwe neus. Onder regie van Barrie Kosky (van wie de opera Turandot in december in Amsterdam is te zien).

Met een vermakelijk deeltje uit die opera, sluiten we vandaag af.

Prettige zondag verder.

Reacties zijn uitgeschakeld