Bij de formatie van het Kabinet-Rutte zijn veel constitutionele regels en conventies van de formatie overtreden. Ik heb met rijzende verbazing gekeken naar de verdeling van ministersposten en staatssecretariaten. De gelijke verdeling van posten tussen CDA en VVD is opmerkelijk maar te begrijpen: er zijn veel posten te verdelen onder weinig partijen, dus dan kan je wat toegefelijker zijn naar de junior partner.
- Algemene Zaken: tegen zijn eigen belofte in wordt Mark Rutte premier van een ‘bijzonder meerderheidskabinet’. Het is een teken van vertrouwen in samenwerking met Wilders en het verzamelde team dat Rutte premier is geworden.
- Binnenlandse Zaken: De post Wonen, Wijken en Integratie komt bij BZK samen met asielzaken van Justitie. Hiermee wordt dit ministerie het ministerie van vier A’s die het de komende vier jaar zwaar zullen krijgen: Antillianen, Allochtonen, Ambtenaren, Asielzoekers. Er komt hier twee CDA-ministers: Donner, die van Justitie naar Sociale Zaken en Werkgelegenheid nu naar Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gaat als een echte routinier, en Leers als minister voor Immigratie en Asiel. Zelfs met volkshuisvesting erbij heeft Donner weinig te doen. En twee CDA-bewindspersonen lijkt mij voor de machtsbalans in het kabinet niet slim, maar het gebeurt wel vaker (Vogelaar en Cramer).
- Buitenlandse Zaken: in een van de weinig regelmatigheden die wel zijn behouden is de minister van Buitenlandse Zaken van dezelfde kleur als de premier. In de laatste 30 jaar was dat alleen in de paarse kabinetten zo. Rosenthal volgt Plasterk en Cramer op als professor-minister. De keuze om een staatssecretaris te benoemen voor Europese Zaken en Ontwikkelingssamenwerking is opmerkelijk: want deze bewindsman zal min-of-meer permanent de hele wereld rond moeten vliegen. Het laat zien dat dit kabinet de luiken naar de wereld heeft gesloten.
- Financien: geheel volgens de regels van de kunst levert de tweede partij de minister van financien en de grootste partij de staatssecretaris van financien. Dat levert een gezonde balans op tussen de partijen.
- Defensie: bij een liberale minister van Buitenlandse Zaken past een christen-democratische minister van Defensie.
- Justitie & Veiligheid: eerder had Nederland een minister van Justitie (rechtvaardigheid), maar nu wordt het veiligheid. Ik vind het een voorteken van een verandering van prioriteiten: van de bescherming van burgerrechten naar het vergroten van veiligheid. Naast een christen-democratische minister van Binnenlandse Zaken past een liberale minister van Justitie. Echter de keuze voor een liberale staatssecretaris (zeker de crimefighter Teeven naast de crimefighter Opstelten) lijkt me niet rationeel: dezelfde partij, dezelfde flank, wat voegt Teeven toe?
- Economische Zaken, Landbouw & Innovatie: een superministerie van Economische Zaken voor een zuiderlijke christen-democraat, dat hadden de Duitsers in 2005 al. De keuze om het kleine ministerie van landbouw op te heffen kan ik begrijpen. Maar waarom de historicus Verhagen hier minister van wordt en zijn christen-democratische collega en jurist Bleker staatssecretaris ontgaat mij volkomen.
- Sociale Zaken en Werkgelegenheid: de VVD leverde in de laatste 30 jaar nooit de minister van Sociale Zaken. Opnieuw zijn de minister en de staatssecretaris (de liberale boekhouders Blok en De Krom) qua partij of per politieke stroming niet van elkaar te onderscheiden. In de sociaal-economische vierhoek (EZ/Financien/Sociale Zaken en Werkgelegenheid/Premier) is de balans nu 2-2.
- Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: Een CDA minister met een VVD staatssecretaris lijkt me een logische keuze.
- Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Een VVD minister met een CDA staatssecretaris lijkt me een logische keuze. Beoogd CDA-staatssecretaris Veldhuijzen is een van de weinige echt onverwachte benoemingen.
- Infrastructuur en Milieu: een liberale minister van Verkeer, Waterstaat, Ruimtelijke Ordening en Milieu met een christen-democratische staatssecretaris. Om twaalf ministers te krijgen en een minister voor Immigratie en Asiel te krijgen werd de ‘groene’ minister van Milieu gefuseerd met de ‘grijze’ minister van verkeer. Ik hoop dat sociaal-liberaal Schultz van Haegen-Maas Geesteranus het groene gezicht van dit kabinet kan worden, maar de kans is groot is dat ook zij toe moet geven aan grijze overwegingen.
Al met al lijkt er met twee bewindspersonen niet consequent gekozen voor het beschermen van machtsbalans tussen de twee partijen. In plaats daarvan zijn een aantal onderwerpen (economie, binnenlandse zaken, veiligheid) overgegeven aan een partij, twee keer aan de junior partner het CDA. Daarnaast is een groot aantal vertrouwelingen genoemd. Het is in mijn ogen een teken dat de partijleiders elkaar vertrouwen en verwachten dat dit kabinet stabiel zal worden.
[cmon]