In 2012 begint de invoering van het nieuwe ‘vitaliteitspakket’. Er komt een werkbonus voor 61-plussers, de mogelijkheid voor vitaliteitssparen wordt gecreëerd en bijscholing wordt extra gestimuleerd. Dat klinkt op het eerste gezicht goed, maar het vitaliteitspakket betekent vooral bezuinigingen op bestaande regelingen die veel gunstiger zijn.
Het vitaliteitspakket betekent namelijk het einde van vier regelingen, spaarloon, levensloop, hogere fiscale arbeidskorting voor ouderen en doorwerkbonus. Spaarloon was eigenlijk toch al op sterven na dood en zo vervangt dan het vitaliteitssparen eigenlijk de levensloopregeling en vervangt de werkbonus zowel de doorwerkbonus als ook de hogere arbeidskorting voor oudere werknemers. Het enige wat overblijft is de extra stimulering voor scholing door een verlaging van de drempel voor fiscale aftrekbaarheid. Een snoepje voor iedereen die een keer op eigen kosten een cursus of een studie wil volgen.
Het belangrijkste verschil tussen vitaliteitssparen en levensloop is de omvang. Terwijl de levensloopregeling een maximum kent van 210% van het jaarsalaris, bij het modale inkomen van € 33.000 bruto per jaar dus € 69.300, is het maximum bij het vitaliteitssparen nog maar €20.000. Voor iedereen met een jaarsalaris van meer dan ongeveer € 10.000 bruto is dat dus een versobering en die bedraagt voor het modale inkomen ook alweer € 49.300 aan ruimte voor fiscaal aftrekbaar sparen. In dat geval blijft van de oude levensloopregeling dus minder dan een derde over.
Voor zover ik het begrijp is het doel van deze maatregel om langer doorwerken te bevorderen. De levensloopregeling maakte het nog mogelijk om op een fiscaal aantrekkelijke manier zelf een vermogen voor bijvoorbeeld vervroegde pensionering op te bouwen, maar dat moet nu afgelopen zijn. In die zin is het de zoveelste stap naar een verhoging van de AOW- en pensioenleeftijd en volgt de overheid daarmee de adviezen op van de commissie Bakker “Naar een toekomst die werkt” van 2008 en de commissie Goudswaard “Een sterke tweede pijler” van 2010. Toen ging het vooral om de problemen in verband met de vergrijzing. Inmiddels zullen de krediet- en de eurocrisis het belang van het doorwerken nog hebben verhoogd. De aanbevelingen van beide commissies doelen in dit verband op de verhoging van AOW- en pensioenleeftijd.
Als zodanig zijn zij eigenlijk ook al het consequente gevolg op de eerdere beëindigingen van bestaande vroegpensioenregelingen. Heel vroeger was er voor velen de VUT. Daarvoor hoefde een deelnemer slechts 10 jaar lang rechten te hebben opgebouwd om vervolgens van zijn 60ste tot zijn 65ste VUT te ontvangen van zo’n 75% van zijn vroegere salaris. Dergelijke regelingen zijn zo rond 2000 vervangen door vroegpensioenen. Daarvoor moesten dan al 35 jaar of zo rechten worden opgebouwd in plaats van 10 jaar bij de VUT. Verder konden de opgebouwde rechten nu ook worden gespaard voor later. Wie langer doorwerkte kreeg meer. Wie bijvoorbeeld niet al met 60 stopte maar tot 65 doorwerkte kon daarna met de opgespaarde vroegpensioenrechten zijn ouderdomspensioen verhogen en dat was bij de VUT nog niet zo.
Vroegpensioenen hebben echter ook maar kort bestaan, namelijk slechts tot 1 januari 2006. Toen was het alweer afgelopen. Sinds die datum kan geen vroegpensioen meer worden opgebouwd. Als compensatie daarvoor hebben overheid en pensioenfondsen de ruimte voor de fiscaal voordelige opbouw van het ouderdomspensioen veelal verhoogd en, nu komt ie, de levensloopregeling ingevoerd. Vervolgens werd dan de AOW-leeftijd verhoogd en zal de pensioenleeftijd volgen. In dat verband zou de levensloopregeling deze verhoging kunnen opvangen, maar helaas, zes jaar na de invoering kan daar nu ook al niemand meer aan beginnen.
Het lijkt vreemd dat in dit verband tegelijkertijd ook de werkbonus wordt ingevoerd ter vervanging van zowel doorwerkbonus en hogere arbeidskorting voor ouderen, want per saldo is ook dit een versobering, en dan van twee instrumenten die de bedoeling hebben langer doorwerken te stimuleren. Maar daar is een verklaring voor en die blijkt al uit de rapporten van de commissies Bakker en Goudswaard. Het stimuleren van langer doorwerken is alleen een korte termijnmaatregel en op lange termijn zal het gewoon worden afgedwongen. De korte termijn is al bijna afgelopen en nu kunnen wij alleen nog maatregelen verwachten als de verlaging van de fiscale ruimte voor pensioenopbouw en zo.
Verder is de situatie rond de werkbonus op dit moment nog ietwat onduidelijk. Het idee is om lagere inkomens, tot 150% van het minimumloon, nog een aanvullende werkbonus te geven en dat is dan voor de lagere inkomens zelfs gunstiger dan het met doorwerkbonus en extra arbeidskorting voor ouderen was. Voor zover ik het begrijp, krijgt voortaan iedereen die werkt de werkbonus en dat is in ieder geval voor mensen met modaal inkomen of hoger een versobering van de eerdere regeling. Voor inkomens tot 150% van het minimumloon komt daar nog de aanvullende werkbonus bij en dat is dus gunstiger dan voorheen. De aanvullende werkbonus is daarbij te zien als een politiek compromis om de andere maatregelen te kunnen realiseren. Maar zoals gezegd, de situatie is op dit moment nog enigszins onduidelijk.
Hoe dan ook, eigenlijk begrijp ik het allemaal wel. De vergrijzing, de krediet- en de eurocrisis vragen om dergelijke maatregelen. Over de precieze uitwerking van de maatregelen valt misschien nog te twisten, maar in hoofdlijnen lijkt het allemaal duidelijk. Het is alleen dat bij mij door deze en ook alle andere bezuinigingen de vraag opkomt of ik niet zelf ook zou moeten gaan bezuinigen op mijn eigen uitgaven. Of willen. Zuinigheid is een oude Nederlandse deugd waar helemaal niets mis mee is en de herbeleving daarvan opent nieuwe perspectieven. Vele producten zijn toch eigenlijk slechts dure commerciële junk voor reclamezombies, maar toch niet voor mij? Waar werk ik eigenlijk voor, de hele dag? Toch zeker niet voor dure design-producten of Dance Classics vol. 1 t/m 14. Als ik me dat voorstel: dan zou ik ’s avonds na een lange werkdag in mijn design-onderbroek door het huis lopen, op de ene bil staat Dolce en op de andere Gabbana en in het midden het “&”-teken en ondertussen luister ik dan naar KC And The Sunshine Band met “I’m Your Boogie Man” op Arcade Dance Classics. Voor mij hoeft dat allemaal niet. Bovendien, je zou maar bij een marketingbureau werken dat reclame voor zulke producten maakt. Wat een zinloosheid, wat een verspilling, wat een ellende!
Het voordeel is dat ik dan geld over houd om dan maar op een fiscaal onvoordelige manier voor mijn oude dag te kunnen sparen, nu het op een fiscaal voordelige manier steeds moeilijker wordt. Als ik daarmee klaar ben, kan ik gewoon minder werken. Houd ik meer tijd over voor belangrijke dingen. Op weg naar een toekomst met minder werk. Dan ben ik eindelijk niet altijd meer zo moe, maar word en blijf ik gewoon, ja, vitaal.
Reacties (10)
Ik vraag me al lang af waarom de extra uitbetalingen als overwerk, eindejaarsuitkering en dergelijke niet kunnen worden gebruikt om bij te storten voor het pensioen of het aflossen van de hypotheek.
Hiermee kunnen mensen de risico’s afdekken die ze de laatste tijd lopen.
Ik heb geen kijk op de gevolgen voor de staat, misschien kan iemand me vertellen waarom het een dom idee is ?
Ik denk dat het aanwenden van de fiscale subsidie voor het opbouwen van (pensioen)vermogen het tegengestelde effect heeft dan wat wordt beoogd. Als je rijker bent (een grote spaarpot, een afbetaald huis) zal je hoogst waarschijnlijk eerder stoppen met werken ipv later.
Dit is geen fiscale subsidie: dit is gewoon uitgesteld loon. Je betaalt er belasting over als je het opneemt. Het zelf kan ongunstig uitpakken voor de werknemer (hint: HRA).
Bij het opnemen is het belastingtarief doorgaans lager dan bij het inleggen. Deze regelingen zijn per saldo kostbaar voor de Schatkist, anders hadden we deze discussie niet.
Toch is het belastingvrij aflossen van hypotheken toch wel een leuk idee, het lost zowel het HRA probleem deels op EN het stimuleert extra werken.
Dat extra werken moet je mij uitleggen.
Ik hoor nogal eens dat mensen hun vakantiedagen niet uit laten betalen of niet overwerken omdat er zoveel belasting over wordt geheven.
Inderdaad, ik denk ook dat dat het grote probleem was. Lagere inkomens kunnen (konden) namelijk niet of onevenredig minder van deze regelingen gebruik maken.
Waarom zou je van het huidige kabinet verwachten dat ze iets leuks voor de mensen zouden presenteren? De tijd van Van Houten of Willem Drees, het is al heel, heel lang geleden… Maar de conclusie van de post klopt. Een rekenmeester heeft mij indertijd ook eens laten zien dat het heel voordelig is om minder te werken, minder te verdienen en minder belasting te betalen. Moet je met een koophuis wel eerst je hypotheek hebben afgelost, trouwens.
Helpt u alstublieft drie goede studenten door het invullen van deze korte enquête. U helpt de wetenschap, u helpt ons! Alvast bedankt.
https://qtrial.qualtrics.com/SE/?SID=SV_cAX1gwtZa9ToCfq