Eind deze maand wordt een uitspraak verwacht in het proces tegen de Amerikaanse klokkenluider Daniel Hale die documenten over de inzet van drones door het leger van de VS in Afghanistan naar buiten bracht. Zijn proces laat eens te meer zien hoezeer de Amerikaanse overheid er op is gebrand klokkenluiders achter de tralies te krijgen. En dan vooral als afschrikking van degenen die ook in hun eigen omgeving met onrechtmatig handelen van de overheid te maken hebben.
De inzet van drones door het Amerikaanse leger is al jaren omstreden. Drone-aanvallen doden vaak andere mensen dan het beoogde doelwit. Deze sterfgevallen, waaronder vrouwen en kinderen, doen het aantal daadwerkelijke strijders dat door drones is vermoord in het niet vallen. De woede bij de bevolking die geraakt werd door de drone-aanvallen is goed voor de werving van jihadisten, schrijft Jeremy Scahill in het boek The Assassination Complex. De journalist van The Intercept schreef het op basis van documenten over het Amerikaanse drones-beleid die hij zou hebben gekregen van Daniel Hale, een voormalige inlichtingenmedewerker bij de Amerikaanse luchtmacht. Hale werd in mei 2019 gearresteerd en aangeklaagd wegens overtreding van de spionagewet. In maart van dit jaar bekende hij schuld. Hale kan tien jaar gevangenisstraf krijgen.
Het proces tegen Hale kreeg onlangs een vreemde wending toen de rechter, in overeenstemming met het standpunt van de aanklagers, geen gevolg gaf aan zijn verzoek om de schade die veroorzaakt is door zijn actie in het proces te betrekken. Hale had de rechtbank gevraagd een onderzoek in te stellen naar eventuele schade en de bewijzen voor al dan niet vastgestelde schade openbaar te maken. Net als bij ieder ander strafrechtelijk proces is de schade een belangrijk beoordelingscriterium, betoogden zijn verdedigers. De omvang van de schade is rechtstreeks van invloed op de aard en de ernst van het strafbare feit en op de vraag wat een rechtvaardige straf zou zijn. De Amerikaanse Justitie heeft echter geen boodschap aan dit rechtsstatelijke argument.
Afghanistan
Daniel Hale was tot 2013 werkzaam op de luchtmachtbasis Bagram, een van de belangrijkste steunpunten van het Amerikaanse leger in Afghanistan. Vorige week zijn de Amerikanen daar gestart met hun terugtrekkingsoperatie. Daniel was betrokken bij het identificeren van doelen voor drones. Hij raakte in dat werk meer en meer gefrustreerd omdat hij nooit met zekerheid kon zeggen of het om soldaten ging of om burgers. ‘Het vereist enorm veel vertrouwen in de technologie die je gebruikt,’ volgens Hale. ‘Er zijn talloze gevallen waarin ik informatie ben tegengekomen die wees op fouten.’ Gedurende een periode van vijf maanden bleek meer dan 90% van drone-aanvallen de verkeerde mensen te hebben gedood. Maar zelfs toen de Amerikaanse regering onbedoelde doelen doodde, bestempelde ze die als ‘vijanden gedood in actie’, tenzij het tegendeel bewezen werd.
Eenmaal uit dienst sloot hij zich aan bij de protestbeweging Veterans for Peace en trad hij op in National Bird, een film over drones. Het leidde onder meer tot een inval in zijn huis door de FBI. In 2015 publiceerde Jeremy Scahill op basis van zijn informatie de Drone Papers in The Intercept. Vier jaar later kwam Justitie met een aanklacht tegen Hale wegens het overtreden van de Espionage Act op vier punten en wegens diefstal van eigendom van de overheid. Daniel Hale past daarmee in het rijtje van Amerikaanse klokkenluiders zoals Daniel Ellsberg, Chelsea Manning en Edward Snowden.
Intenties tellen niet
Voor de Amerikaanse regering telt alleen de overtreding van de Espionage Act. Het publieke belang dat klokkenluiders met hun daad voor ogen hebben telt niet. Ze mogen er zelfs niet over praten, schreef Daniel Ellsberg naar aanleiding van het optreden van klokkenluider Edward Snowden. Klokkenluiders wordt de mond gesnoerd als ze hun intenties duidelijk willen maken. Advocaten mogen de woorden “klokkenluider” of “First amendment” zelfs niet binnen gehoorsafstand van de jury uitspreken. Het Amerikaanse congres heeft herhaaldelijk voorstellen voor bescherming van klokkenluiders op grond van het First Amendement afgewezen. De enige uitzondering daarop werd door president Clinton in november 2000 op constitutionele gronden met een veto uitgesproken.
[overgenomen van Klokkenluiders en Persvrijheid]