RECENSIE - “Hebben we nog meer context nodig?”, vroeg presentatrice Janine Abbring aan zomergast/dichter/filosoof Lieke Marsman voorafgaand aan het allereerste fragment. “Nee”, zei de dichter des vaderlands. De vierde aflevering van Zomergasten 2022 was nog geen drie minuten oud of we zaten al in deze classic van Gummbah. Ik had echter geen tijd om naar de tv te schreeuwen dat ik meer introductie wilde, want dat allereerste fragment was al begonnen en kwam uit de documentaire Totaal Witte Kamer, met dichter Gerrit Kouwenaar. En Gerrit Kouwenaar had meteen eigenlijk een paar essentiële punten te pakken die de hele avond zouden terugkomen, dat voelde ik aan mijn theewater. Het was dus opletten geblazen.
De documentaire Totaal Witte Kamer heeft dezelfde titel als de dichtbundel die en het gedicht dat Kouwenaar schreef na de dood van zijn vrouw. Kouwenaar zei dat hij wilde dat zijn gedichten barstten van de emoties, maar wel op een afgekoelde manier. Gedichten hoeven geen troost te bieden. “Voor troost moet je naar de kerk gaan, niet naar een dichter.” Het doel van de kunst, legde hij uit, is “om iets uit de tijd te trekken”. Om er even bij stil te staan, het vast te leggen, zodat het blijft bestaan terwijl jij verder gaat.
Zoals ongetwijfeld bekend bij iedereen die deze bespreking leest, is er bij Lieke Marsman een aantal jaren geleden kraakbeenkanker geconstateerd. De manier waarop ze met haar ongeneeslijke ziekte en de naderende dood omgaat, kwam als vanzelfsprekend de hele avond terug. Zonder dat het dramatisch of sentimenteel werd. Om met Kouwenaar te spreken: de avond barstte van de emotie, maar wel op een afgekoelde manier. Hoewel afgekoeld misschien niet helemaal het juiste woord is op een broeierige avond als deze. Voor afkoeling heb je bovendien tijd nodig.
Net als in haar gedichten, bleek ze in staat om de emotie niet te zwaar te maken. Om er lucht in aan te brengen zonder de ernst van haar situatie tekort te doen, integendeel. Ze had, zei ze, deze avond ook gecomponeerd als een gedicht. Eerst de stukjes die ze er zeker in wilde hebben (zoals het videokunstwerk Interloper van Saskia Olde Wolbers), daarna analyseren wat je wilt zeggen en daar de juiste fragmenten bij vinden. En ook een beetje ruimte aan het toeval overlaten, zodat de 78-jarige Joni Mitchell ertussen past die dit jaar tijdens het Newport Folk Festival een verrassingsoptreden gaf.
Anders dan Kouwenaar vindt Marsman dat een gedicht best troost mag bieden. Toch was het niet de poëzie die ze opzocht om troost te zoeken toen ze net te horen kreeg dat ze ongeneeslijk ziek was, maar de Bijbel. Naast troost vond ze daarin rust op het moment dat ze zich, zoals ze zei, “op het allermeest dood voelde gaan”. Zelf had ze geen taal om te praten over de gevoelens en emoties die ze had. De bijbel had die wel. Had die ouwe Kouwenaar dus toch gelijk, dacht ik bij mezelf: voor troost ga je naar de kerk.
Maar Marsman beperkte zich niet bepaald tot de kerk om troost en zingeving te zoeken, ze wisselde de bijbel net zo makkelijk in voor aliens. Want, zo redeneerde ze: “Als ik kan voelen dat er een bovennatuurlijke kracht is die mij genade schenkt, dan kunnen aliens ook waar zijn.” Die aliens kwamen aan bod in een fragment uit de documentaire ‘The Phenomenon’, over een groep kinderen dat een UFO had zien landen. “Ik weet dat dit het moment is dat ik mijn reputatie als verstandig denkend mens te grabbel ga gooien”, zei ze. Ik zag vooral iemand die met een open geest op zoek is naar meer tussen hemel en aarde. Iemand die haar eigen denkgrenzen durft te doorbreken. Naast de bijbel en aliens, bleek ze ook ineens open te staan voor de mogelijkheid van een leven na de dood. Niet dat ze daar nu écht in geloofde, maar dat ze er alleen al in wilde geloven was al ongelooflijk.
Behalve een aangenaam open geest, bleek Marsman over een prettig flexibele manier van redeneren hebben. Naar aanleiding van een fragment waarin een milieuactiviste een soort Spaanse inquisitie kreeg te verduren tijdens een of andere Engelse morning show, ging het even over het verwijt dat je niet het vliegtuig mag pakken of een spijkerbroek aan je kont mag hebben als je begaan bent met het milieu. Marsman vond dat het tegenovergestelde van hypocriet, want je zegt dan: ik wil maatregelen die mij ook raken. Zo had ik er nooit naar gekeken, maar ik vind het een steekhoudend argument.
Ook als het om geloven ging, had ze een verfrissende kijk. Na het wat mij betreft mooiste fragment van de avond (waarin schrijver Svetlana Alexievich in de documentaire Lyubov een bevriende modeontwerper vragen stelt over de liefde), vroeg Janine Abbring wat Marsman het eenvoudigste vond om in te geloven: in de liefde, in aliens of in leven na de dood. “O”, zei Marsman zonder al te lang nadenken, “ik vind het alle drie even makkelijk.” Om daaraan toe te voegen dat het oké is om ergens in te geloven wat niet waar blijkt te zijn. Het was haar levensinstelling: leg de lat zo hoog mogelijk, als je er net onderdoor springt, spring je nog steeds heel erg hoog. “Naar volmaakte liefde stijgt alles mee”, las ze even later voor uit het gedicht ‘De zachte krachten zullen zeker winnen’ van Henriëtte Roland Holst.
Diezelfde Henriëtte Roland Holst kreeg daarna het laatste woord. In een Polygoonjournaal uit 1949 sprak ze op haar tachtigste verjaardag het vertrouwen uit dat de jeugd dapper en vastberaden de goede paden zou inslaan om zo de mensheid naar het ware geluk en naar de vrede te brengen. Ook Holst was dus niet bang de lat zo hoog mogelijk te leggen en, amper vier jaar na een van de donkerste periodes uit de geschiedenis van de mensheid, de hoop op langdurige vrede bij de jeugd neer te leggen. Haar hoop bleek enigszins ijdel durf ik nu wel te zeggen, maar dat hoeft ons niet te beletten om het te blijven hopen.
En terwijl we dat doen, onthouden we in de tussentijd: het alledaagse is niet alledaags, niemand kan een jonge stervende vrouw iets weigeren en alle manieren van sterven zijn goed.
Het was een troostrijke avond.
Reacties (15)
Er zat nul dynamiek in de uitzending. Vraag/antwoord/vraag/antwoord, een school interview. De beschrijving die Max Molovich geeft, is per saldo een opsomming van de fragmenten. Die fragmenten hadden met een voice-over volstaan. Janine Abbring bleek niet in staat in gesprek te gaan met haar gast. Er was geen klik. Jammer en knap van Max een uitermate saaie vertoning zo te duiden.
Dank je.
Hoe mooi kan het leven zijn als je weet dat sterven op jonge leeftijd in het verschiet ligt. Knap hoe LIeke Marsman ons een spiegel van de ziel van haar leven voorhoudt. Reflecterend, onderhoudend, moedig, vastberaden. ‘Kalmte zal u bewaren’ was haar ondertoon. Er kwam een mooi oeuvre voorbij, zorgvuldig gekozen en bedachtzaam over verteld. ‘Een stervende zwaan op de toppen van haar kunnen’ dacht ik tijdens het kijken op het puntje van mijn stoel. Troostrijk is het goede woord voor deze avond met zomergast Lieke. Alsof je voor een paar uur in contemplatie gaat. In retraite voor de buis. Wat ik ervan geleerd heb dat je in deze roerige tijden in verwondering moet blijven kijken naar ons leven. En open moet blijven staan voor wat het leven je brengt aan goed en kwaad. Toon moed en bewaar kalmte en waardigheid. Lieke Marsman, een ravissante inspirerende vrouw. Een mens om in gedachten te houden en via de wind in de bomen kracht moed en liefde toe te blazen.
Henk Sverre Haan
Amen to that.
Ik vond juist dat Janine Abbring het heel goed deed door Lieke Marsman alle ruimte te geven. Ik ving zelfs een glimp van Janine Abbring zelf op toen het over de liefde ging. Ben het ook helemaal met Max Molovich eens: het was een troostrijke avond!
Tijdens het kijken naar Zomergasten onthoud ik me altijd van de meningen van anderen. Pas nadat ik mijn stuk heb geschreven, ga ik kijken wat anderen ervan vinden. En dan blijken anderen vaak iets heel anders gezien te hebben. En zich verschrikkelijke te hebben verveeld terwijl ik een boeiende avond had. Nu ook weer. Er zijn er genoeg die het saai en zelfs koud vonden. Dat blijft toch vreemd.
Vond het een heel mooi stuk, het woordgebbetje was juist leuk bedacht! Je zag de hele uitzending iemand die overduidelijk struggelde met de dood, het was allerminst saai noch koud.
Zoals Max aangeeft, denken daar mensen verschillend over. Ik vind met hem dat vreemd, en ben altijd benieuwd naar het waarom daarvan.
Lieke Marsman zelf is niet “saai”, haar keuzes waren niet “saai”, maar het gesprek kwam niet tot stand, dat is mijn kritiek en de interviewer mag zich dat aantrekken, die doet dan haar werk niet goed. Lieke Marsman’s haar verhaal maakte dat niet goed, omdat het irriteert dat er geen klik is.
Ik heb me dit keer niet gestoord aan Janine Abbring en het viel mij ook niet op dat het gesprek niet op gang kwam. Voor mij kwam het over als een natuurlijk gesprek, waarbij de interviewer alle ruimte gaf aan de geïnterviewde om in haar eigen tempo de dingen te duiden en te verklaren. Nu houd ik ook wel van voortkabbelende gesprekken, moet ik toegeven.
Los daarvan: als ik achteraf zie dat anderen een heel ander gevoel hadden, merk ik bij mezelf ook vaak de neiging om aan m’n eigen gevoel te gaan twijfelen. Dan ga ik ineens bij mezelf denken: vond ik het eigenlijk ook niet gewoon saai en dacht ik alleen maar dat het interessant was. Ik merk altijd dat mijn mening flexibeler is dan ik zelf zou willen.
“Niet dat ze daar nu écht in geloofde, maar dat ze er alleen al in wilde geloven was al ongelooflijk.”
Echt? Het lijkt me voor de hand te liggen dat stiekem iedereen wel wil dat er na het aardse leven nog iets is, graag beter, leuker, pijnlozer en/of zinvoller. Maar het feit dat je graag iets wil, betekent nog niet dat je het ook krijgt; Dingen zijn niet waar omdat je de dat liever zo hebt.
Dat het ‘ongelooflijk’ was, was een klein woordgebbetje dat ik mezelf rond een uur of één in de nacht wel dacht te kunnen veroorloven. Ik voelde ook wel dat het eigenlijk een ander woord verdiende, want zo ongelooflijk is het niet, maar ik wist niet zo goed welk woord dan. Dus heb ik het laten staan.
Als ik het goed begreep zit in het willen geloven voor Marsman meer troost dan in het simpele niet geloven.
In de context van haar ingrijpende ziekte is het prima dat ze aan van alles steun ontleend, gelijk heeft ze, maar het blijft flauwekul. Daar is niks mis mee, het is in zo’n situatie bijzaak. Steun is steun. Troost
Het bijzondere zit ‘m denk ik in de rationele beslissing om zichzelf een irrationele hoop toe te staan. Iets als: “Ik hou mezelf misschien wel voor de gek, maar wat dan nog, als ik me daar prettiger bij voel.” Voor iemand die gewend is rationeel te denken is het best ongelooflijk als het op die manier lukt om de eigen ratio een schop onder z’n hol te geven, vermoed ik.
Nou heb ik niet de hele aflevering gezien, er wachtte werk, maar ik miste aandacht voor De Dichter Des Vaderlands. Ik was wel benieuwd wat Lieke Marsman daarvan tot nu vond, wat ze nog van plan was, welke onderwerpen ze met welke toon ging aanpakken. Maar dat kwam niet aan bod. Het gedicht van Gerrit Kouwenaar is wel mooi natuurlijk, maar moet ’s mans deplorabele gebit daarbij zo close up in beeld?
Ja, dat leidde mij ook enigszins af. Net zoals het pukkeltje op z’n lip dat net niet bedekt werd door zijn snor.