ANALYSE - De coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie hebben gedurende Rutte III meermaals en over diverse onderwerpen in de clinch gelegen. Menig keer werd dan gesproken over een potentiële kabinetscrisis. Terwijl deze incidenten juist ook bij kunnen dragen aan behoud van het electoraat van deze partijen, een analyse van bestuurskundige Aron van Balveren.
Na maanden van onderhandelen presenteerden VVD, D66, CDA en ChristenUnie op 15 december het nieuwe regeerakkoord: ‘omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. Sceptici stelden nog tijdens de formatie dat de kans groot is dat de regeringsperiode van kabinet Rutte IV niet zo lang gaat duren. Want zijn de tegenstellingen tussen de politieke partijen niet enorm groot, en scheerde het kabinet Rutte III niet al een aantal keer langs de rand van de afgrond voordat het uiteindelijk ten val kwam?
Discussie, onenigheid en perikelen rondom (het oplossen van) het stikstofprobleem, het kinderpardon en het klimaatakkoord. Een drietal voorbeelden van onderwerpen waarbij sprake was van een botsing tussen de coalitiepartijen in Rutte III. Deze voorbeelden zijn in de afgelopen jaren breed uitgemeten in de media. Gesuggereerd werd dat deze gebeurtenissen zo maar eens zouden kunnen leiden tot een kabinetscrisis. De termen ‘bijna-crisis’ en ‘de rand van de afgrond’ vielen. De vraag is of deze botsingen daadwerkelijk de potentie hadden om een val van het kabinet te kunnen veroorzaken, of dat dit juist onderdeel is van een gezamenlijke politieke strategie om electoraal te kunnen overleven als regeringspartijen?
Regeren kost vaak zetels, tenzij..
16 maart 2017. Een historisch slechte uitslag bij de Tweede Kamerverkiezingen voor de PvdA. Van 38 naar 9 zetels. De PvdA lijkt afgestraft te zijn voor het voeren van beleid met de VVD in kabinet Rutte II. Waar een aantal jaar geleden nog de kracht van het compromis werd benadrukt door Diederik Samsom, lijkt de PvdA onder andere afgerekend te zijn op het feit dat de partij verzand is in haar compromissen met de VVD en zo haar sociaaldemocratische identiteit verloren heeft. Lodewijk Asscher gaf in dagblad Trouw (2019) aan dat de PVDA in de periodes dat regeringsverantwoordelijkheid werd gedragen niet alleen de te sluiten compromissen verdedigd werden, maar dat de PvdA ook één werd met deze compromissen.
Deze uitslag staat niet op zichzelf. Een breed gedragen academische bevinding is dat regeren vaak zetels kost (Nannestad & Paldon, 2002). Dit geldt met name voor de juniorpartner in de coalitie (Kluver & Spoon, 2020). Zo ook in Nederland: eerder verloren de VVD (in 1986, 1989 en 2006), D66 (in 1998 en 2006), de PvdA (in 2010) en het CDA (in 2012) zetels na meegeregeerd te hebben. Deze gedachte zal ook VVD, CDA, D66 en ChristenUnie in 2017 bezig gehouden hebben tijdens de formatie in aanloop naar het kabinet Rutte III. Waar de PvdA in kabinet Rutte II vooral bezig was met het uitleggen van compromissen, lijken de huidige regeringspartijen een andere politieke strategie te hanteren: het uitvergroten van tegenstellingen binnen een coalitie met als doel het verstevigen van de eigen politieke identiteit. Dit naast, of voorafgaand aan, de compromissen die gesloten zijn of worden tussen deze partijen.
Dit sluit aan bij de stelling van politicoloog Hjermitslev (2018) dat regeringspartijen kunnen proberen om de verwachte electorale afstraffing te minimaliseren, onder andere door en public een politieke strijd te voeren. Deze stelling wordt bevestigd door het gegeven dat de enige juniorpartner sinds 1981 die niet verloor bij de volgende verkiezingen, de VVD onder leiding van Frits Bolkestein, oppositie voerde tegen het ‘eigen’ kabinet (Elsevier, 2021).
‘Klimaatdrammer’, kinderpardon en stikstofprobleem
Voorbeelden om bovengenoemde stelling in meer of mindere mate kracht bij te zetten zijn te vinden in de politieke discussie rondom de drie onderwerpen genoemd in de inleiding: het klimaatakkoord, het kinderpardon en het stikstofprobleem. Aan de hand van een destijds actuele kop uit de media, als ook een beschrijving van de discussie worden deze voorbeelden uiteengezet.
Januari 2019: ‘VVD: ‘nee’ tegen klimaatakkoord. Dijkhoff haalt uit naar ‘drammer’ Rob Jetten’ (De Telegraaf)
Op 21 december 2018 presenteerde Ed Nijpels, voorzitter van het Klimaatberaad, het ontwerp van het Klimaatakkoord aan het kabinet. Even daarna geeft Klaas Dijkhoff als fractievoorzitter van de VVD een interview aan De Telegraaf. Hij noemt de fractievoorzitter van coalitiegenoot D66, Rob Jetten, een ‘klimaatdrammer’ en is kritisch op het akkoord. Dit als reactie op de zorgen vanuit het land of de verschillende maatregelen ten behoeve van het klimaat wel haalbaar en vooral, betaalbaar zijn.
Politiek verslaggevers geven aan dat dit een spannend onderwerp gaat worden voor het kabinet en dat de uitspraak van Dijkhoff voor wrevel zorgt in het kabinet (NOS, 2019; Parool, 2019). Echter, door deze uitspraak kon niet alleen de VVD zich profileren als dé partij die de zorgen van Nederlanders omtrent het klimaatakkoord omarmde en adresseerde. Het was ook een uitstekende gelegenheid voor Rob Jetten en D66 om hun status als dé klimaatpoliticus- en partij van Nederland te bevestigen. Jetten heeft de typering ‘klimaatdrammer’ zelfs als een geuzennaam omarmd (De Telegraaf, 2019). Ondertussen gaat het kabinet gestaag verder met het uitwerken van het klimaatakkoord, waar de coalitiepartijen uiteindelijk lovend over zijn (Tweede Kamer, 2019).
Januari 2019: ‘Kabinet voorkomt crisis na akkoord over kinderpardon’ (Trouw)
‘De coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie scheerde rakelings langs de afgrond’, aldus dagblad Trouw. Drie – á vierhonderd kinderen in Nederland wachten op een pardon om niet uitgezet te worden. De ChristenUnie geeft bij monde van kamerlid Joel Voordewind aan onmiddellijk te willen stoppen met het uitzetten van kinderen. Klaas Dijkhoff van de VVD geeft aan zich aan het coalitieakkoord te willen houden. Het CDA maakt een plotselinge draai, de partij wil nu ook meer kinderen laten blijven. NOS spreekt van een crisissfeer (2019). Uiteindelijk wordt de impasse doorbroken en sluiten de coalitiepartijen een compromis: het kinderpardon wordt soepeler, maar het asielbeleid strenger.
September 2019: ‘D66 wil veestapel halveren: drastische afname stikstofuitstoot’ (Algemeen Dagblad)
D66 wil het aantal varkens en kippen rigoureus terugbrengen, zodat Nederland kan voldoen aan de internationale regels omtrent stikstof. De partij stelt bij monde van kamerlid Tjeerd de Jong dat de landbouw voor een groot deel verantwoordelijk is voor de overschrijding van de uitstoot van stikstof. Dit tegen het zere been van CDA fractievoorzitter Pieter Heerma. ‘Geen boeren, geen eten’, aldus Heerma. Ook leidt de uitspraak van De Jong tot ergernis bij Landbouwminister Carola Schouten (RTL Nieuws, 2019).
Ondertussen werkt de commissie Remkes door aan een rapport met mogelijke oplossingen voor het stikstofprobleem. De coalitiepartijen verdedigen in de Tweede Kamer gezamenlijk de brief die het kabinet naar de kamer stuurt als reactie op dat rapport (Algemeen Dagblad, 2020). Waarbij D66 zich eerder dus wel heeft kunnen profileren als de partij die klimaat hoog in het vaandel heeft staan, en CDA als partij die opkomt voor de boeren.
Rutte IV
De nadere blik op bovengenoemde voorbeelden doet de suggestie wekken dat de Kamerfracties van de coalitiepartijen deelnemend aan het kabinet Rutte III meer bezig zijn met het benadrukken van de eigen politieke identiteit en daarmee ook het verschil met de andere coalitiepartijen. Dit ten opzichte van de coalitiepartijen in het kabinet Rutte II.
Het kabinet Rutte III is, met de verkiezingen in zicht, gevallen ten gevolge van de toeslagenaffaire. Ondanks deze affaire was van een electorale val tijdens de verkiezingen in maart geen sprake. Alleen het CDA verloor vier van de negentien zetels. De vier coalitiepartijen wisten gezamenlijk een meerderheid te behouden.
Uiteraard zijn er vele factoren van invloed op de keuze om niet meer op een partij te willen stemmen (de zogenoemde ‘pull-factoren’), of juist wel op een (andere) partij te stemmen (‘push-factoren’). Denk ook aan de invloed van bijvoorbeeld de coronacrisis (Atteveldt et al, 2021). Maar in lijn met de bevinding van Hjermitslev (2018) zou het, al dan niet bewust, meer benadrukken van de eigen politieke identiteit en het publiek ‘uitvechten’ van politieke robbertjes bij hebben kunnen dragen aan het behoud van de gezamenlijke meerderheid. Dit is ook iets om in het achterhoofd te houden wanneer bij het kabinet Rutte IV in de media weer gesproken wordt over een ‘crisis’.
Aron van Balveren is docent bestuurskunde aan Avans Hogeschool
Reacties (4)
Juist.
En daarom leiders juniorpartijen in tweede kamer.
Bolkestein vertelde dat wel eens op een lezing. In debat met Melkert (fractievz PvdA) in de kamer, en daarna grappend over elkaars uitspraken een peukie roken.
Waar ik beroerd van word, is dat heel grote menselijke ellende, bijv. het kinderpardon dat duizenden kinderen omvat, hier wordt beschreven als louter instrumenteel nuttig om politici met hun belangen, persoonlijke of partijgestuurde, van dienst te zijn.
Subjectieve analyse, dus, want de menselijke maat wordt totaal uit het oog verloren. Academische bevinding???
Stikstof- en klimaatkwestie hebben direct met de gezondheid van de bevolking te maken.
En dat deze ellende van bijv. het kinderpardon (kinderen zijn altijd onschuldig in deze) slechts een factor is op politici’s schaakbord.
Slechts drie voorbeelden, inderdaad, waar het welzijn van velen direct bij betrokken is.
Geen wonder dat velen in het land zich vol walging hebben afgekeerd van de politiek, waar alles een affaire wordt genoemd en weinig wordt gedaan: te druk met hun eigen strategietjes. Deze kloof (“incidentjes”?) komt nooit meer goed met de bevolking.
Volgens mij is het juist goed dat dit academisch bevonden wordt en breed wordt gedeeld zodat de politieke spelletjes blootgelegd worden en politici daar ook op kunnen worden afgerekend. Dat is juist toch positief?
Dat zie ik anders, want door dit soort artikelen worden de negatieve structuren van politiek Den Haag juist gesanctioneerd en versterkt en wordt er nog minder gedaan aan de werkelijke noden van de bevolking. Bestuurskunde is ook geen exacte wetenschap….
Incidenten als bijdrage aan electoraal behoud van politieke partijen? Wie verzint zoveel nutteloze kolder? Die politieke spelletjes zijn bij de burgers allang bekend en komen in plaats van de noodz. belangenbehartiging van hen, want ze zijn doel op zich geworden.