ONDERZOEK - Wapenhandelaren, die verdienen aan de gewapende conflicten, repressieve regimes en mensenrechtenschenders waarvoor mensen op de vlucht slaan, profiteren ook volop van de muren die voor deze vluchtelingen worden opgetrokken, schrijft Mark Akkerman van Stop Wapenhandel op basis van een recent onderzoeksrapport.
Dertig jaar na de val van de Berlijnse Muur telt Europa meer muren dan ooit. Met name sinds de zogenaamde ‘vluchtelingencrisis’ van 2015 verrezen steeds meer grensmuren en -hekken. Die hebben inmiddels een totale lengte van zo’n 1000 kilometer, zo werd vorig jaar becijferd in het rapport ‘Building Walls’. Daarnaast bestrijken Frontex-operaties het hele Middellandse Zeegebied en de zee tussen het Afrikaanse vasteland en de Canarische Eilanden, in totaal zo’n 4750 kilometer. Een nieuw rapport, ‘The Business of Building Walls‘, van Stop Wapenhandel, het Transnational Institute (TNI) en Centre Delàs, duikt in de kosten van en bedrijven achter deze landmuren, ‘maritieme’ muren en de ‘virtuele’ muren van Fort Europa, de (biometrische) databases en het EU-grenssurveillancesysteem Eurosur.
De muren zijn een prominent en zichtbaar onderdeel van het totale Europese migratiebeleid, dat sterk gericht is op het buiten houden of krijgen van vluchtelingen. Hieronder ligt een narratief waarin migratie geframed wordt als een veiligheidsprobleem en bedreiging, waartegen de inzet van militaire middelen dé oplossing is. Dit narratief wordt vooral door de militaire en security-industrie stevig gepromoot.
Tegelijkertijd zijn de muren in hoge mate ook symbolisch. Ze zijn op zich weinig effectief – in de praktijk duwen ze vluchtelingen vooral richting andere, meestal gevaarlijkere routes en in de handen van criminele smokkelnetwerken –, maar geven politici en regeringen de kans aan publiek (kiezers!), pers en andere landen te laten zien dat zij de dreiging van migratie en de nationale veiligheid serieus nemen.
Kosten
Het is lastig een compleet overzicht van de bestedingen van de EU en lidstaten aan grensmuren te verkrijgen, door gebrekkige transparantie. Op basis van beschikbare gegevens blijkt dat Europese landen minimaal €900 miljoen aan landmuren hebben uitgegeven. De EU heeft meer dan €1 miljard besteed aan de ‘virtuele muren’. En maritieme Frontex-operaties en de militaire Operatie Sophia voor de kust van Libië hebben inmiddels meer dan €700 miljoen gekost, waarbij aangetekend moet worden dat de kosten van alle ingezette schepen, helikopters en vliegtuigen hier nog buiten vallen. Deze zijn door lidstaten gekocht en ter beschikking gesteld
In de toekomst gaat dit laatste deels veranderen. Frontex krijgt een zeer forse budgetverhoging, en heeft tijdens de komende EU-begrotingscyclus (2021-2027) €11,3 miljard te besteden. Hiervan is €2,2 miljard geoormerkt voor het kopen of leasen van eigen materieel voor grensbewaking. Daarnaast kunnen lidstaten met financiering uit het nieuwe Integrated Border Management Fund, waarvoor ruim €8 miljard is gereserveerd, onder meer ook materieel ten behoeve van Frontex aankopen. Dit nieuwe fonds krijgt daarmee een budget dat meer dan twee keer zo hoog is als dat van de twee voorgangers, het External Borders Fund (2007-2013) en het Internal Security Fund – Borders (2014-2020), samen. De geplande uitgaven voor de databases en Eurosur zijn nog niet volledig op een rij te zetten, maar zullen minimaal ook nog eens €900 miljoen bedragen.
Industrie
Drie van de vier grootste Europese wapenbedrijven – Airbus (Paneuropees, hoofdkantoor in Leiden), Leonardo (Italië) en Thales (Frankrijk, met aantal vestigingen in Nederland) – zijn de belangrijkste profiteurs van dit beleid van grensmuren bouwen. Zij hebben een breed pakket op het gebied van militaire en security-goederen en diensten in de aanbieding, die terug te vinden zijn bij de diverse soorten grensmuren. Ze lobbyen daarbij op EU-niveau hard en succesvol voor militarisering, waaronder het opvoeren van grensbewaking. Cynisch genoeg verdienen ze ook goed aan het voeden van de redenen die mensen dwingen te vluchten door het leveren van wapens aan landen in oorlog, met interne gewapende conflicten, repressieve regimes en mensenrechtenschenders.
Andere bedrijven richten zich meer op één type muur. Zo leverde het Spaanse European Security Fencing het zogenaamde NAVO-scheermesprikkeldraad dat op de hekken rond de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla in Marokko is geplaatst, verantwoordelijk voor diepe wonden bij vluchtelingen die proberen erover heen te komen, en bijvoorbeeld ook opdook op de grenzen tussen Hongarije en Servië, tussen Bulgarije en Turkije en tussen Oostenrijk en Slovenië. Het Franse IT-bedrijf Sopra Steria sleepte dan weer een hele rij EU-contracten, met een waarde van meer dan €150 miljoen, binnen voor het ontwikkelen, opzetten en onderhouden van (biometrische) identificatiedatabases, zoals EURODAC, SIS II en VIS.
Nederlandse bedrijven
De Nederlandse scheepsbouwer Damen behoort tot de grote spelers in de markt voor maritieme grensbewaking. Vele Europese marines, grens- en kustwachten beschikken over schepen van Damen, waarvan een ook deel werd en wordt ingezet in Frontex-operaties. Naast Nederland zelf gaat het om Albanië, België, Bulgarije, Portugal, Roemenië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Het Verenigd Koninkrijk zet deze schepen op het moment met name in op het Kanaal om de oversteek vanuit Frankrijk tegen te gaan.
Ook Libië, Marokko, Tunesië en Turkije zetten schepen van Damen in voor grensbewaking. Damen leverde vier patrouilleschepen aan de Libische kustwacht zonder hiervoor een exportvergunning aan te vragen. Later werden deze schepen ingezet voor gewelddadig optreden tegen vluchtelingen- en reddingsschepen.
Aan de Turkse kustwacht leverde Damen zes patrouille- en reddingsschepen. Afgelopen zomer kwam hier een order voor nog eens negen stuks overheen. Deze leveringen worden gefinancierd door de EU met geld uit het Instrument contributing to Stability and Peace. Dit fonds was oorspronkelijk bedoeld voor vredesopbouw en conflictpreventie, maar mede door voorstellen vanuit de wapenlobby is dit inmiddels zo opgerekt dat het ook voor ‘niet-dodelijke’ militaire en security-aankopen gebruikt kan worden.
Ook andere Nederlandse of deels in Nederland gevestigde bedrijven duiken op. Dat gaat om de al genoemde Airbus en Thales, dat in Nederland vooral radar, ook voor schepen voor grenspatrouilles, produceert, maar ook om het op Schiphol gevestigde EASP Air. Dit bedrijf voert al jaren surveillancevluchten uit voor Frontex in het Middellandse Zeegebied. Afgelopen maart kreeg het bedrijf nog een nieuw opgehoogd contract om ook de komende vier jaar dergelijke vluchten te ondernemen. EASP Air ontvangt hiervoor, samen met het Luxemburgse CAE Aviation en het Britse DEA Aviation, €26,75 miljoen euro.
Gevolgen
De enorme kosten die grensmuren en andere vormen van (gemilitariseerde) grensbewaking met zich meebrengen liggen niet alleen in het geld dat ermee gemoeid is, vooral de menselijke kosten zijn enorm. Het ‘Missing Migrants’-project van de IOM registreerde zo’n 20.000 vluchtelingendoden in de Middellandse Zee en Noord-Afrika sinds begin 2015, en dat is maar een deel van het werkelijke aantal omgekomen vluchtelingen.
Het Europese beleid zorgt er voor dat vluchtelingen grotere risico’s lopen, door het uitwijken naar gevaarlijkere routes, en vaak in zware omstandigheden eindigen, in vluchtelingenkampen binnen of buiten Europa of levend in illegaliteit. Het beleid creëert bovendien een markt voor criminele mensensmokkelnetwerken, die de EU juist zegt te willen bestrijden.
De EU en zijn lidstaten kiezen ervoor te blijven volharden in een beleid dat enerzijds de redenen dat mensen moeten vluchten blijft voeden en anderzijds de resulterende vluchtelingen (zo ver mogelijk) buiten Europa probeert te houden of krijgen. Dit beleid is in de eerste plaats moreel verwerpelijk, maar het is daarnaast op de langere termijn ook onhoudbaar. Het legt de basis voor meer ellende buiten Europa en daarmee voor meer gedwongen migratie en nieuwe vluchtelingenstromen in de toekomst.
Een ander beleid dient allereerst het framen van migratie als veiligheidsprobleem los te laten en te erkennen dat het gaat om een maatschappelijk fenomeen met economische en (internationaal)politieke fundamenten. Dat betekent dat Europa opvang, steun en veilige en leefbare toekomstperspectieven moet bieden aan vluchtelingen en, bovenal, moet werken aan het wegnemen van de oorzaken van gedwongen migratie. Dat vraagt een heel ander buitenlands, economisch, milieu- en veiligheidsbeleid.
Reacties (3)
Met zulke bedragen zou het wel zo leuk zijn als er ook een 1%-regeling is; niet voor kunst in de opvangkampen, maar voor het verbeteren van de leefomstandigheden aldaar.
Niet op enige overzienbare termijn, en bovendien voor een belangrijk deel volledig buiten onze controle. Totaalwappie wensdenken != bruikbare policy.
Tja, je kan niet met miljoenen mensen in een woestijn gaan wonen. Daar krijg je oorlog van letterlijk door bezit voedsel en water. En dat komt allemaal door het westen. En hun wapenindustrie. Ja ja…